Brief regering : Rapport ‘Overwegingen voor een herinrichting van de markt voor transport en verwerking van kadavers’
36 410 XIV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2024
Nr. 80
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 februari 2024
Met deze brief bied ik u het rapport «Overwegingen voor een herinrichting van de markt
voor transport en verwerking van kadavers» dat is opgesteld door Wageningen University
& Research (WUR) aan. Het rapport betreft een vervolgonderzoek naar de opties zoals
geschetst in de Kamerbrief over de verkenning van de marktordening van het destructiebestel
d.d. 17 december 2021.1
Het destructiebestel bestaat uit de markt voor de inzameling, het transport en de
verwerking van dierlijke bijproducten (kadavers en slachtbijproducten). Deze bijproducten
worden afhankelijk van het risico ingedeeld in categorie 1-, 2- en 3-materiaal2. De markt voor transport en verwerking van de minst risicovolle slachtbijproducten
(categorie 3-materiaal) is volledig vrijgegeven sinds 1 januari 2013. De markt voor
transport en verwerking van de risicovollere kadavers is gereguleerd. Aangezien Rendac
in het verleden als enige partij interesse toonde voor de kadavermarkt en de daarvoor
benodigde expertise en capaciteit had, is destijds aan Rendac het exclusieve recht
en de plicht verleend om overal in Nederland kadavers tijdig op te halen, te transporten
en te verwerken. Daartoe is in 2021 een overeenkomst3 gesloten met een looptijd tot 1 januari 2027. Uit de in 2020 door Rebel uitgevoerde
marktscan4 is echter gebleken dat een nieuwe potentiële aanbieder interesse heeft om ook de
markt voor het ophalen, transporteren en verwerken van kadavers te betreden. Gegeven
de looptijd van de overeenkomst met Rendac, is een nieuwe inrichting van het destructiebestel
per 1 januari 2027 mogelijk.
In het rapport worden opties uitgewerkt voor een dergelijke mogelijke nieuwe ordening
van het destructiebestel. Van de twee opties die in de Kamerbrief uit 2021 worden
beschreven, ziet WUR de optie van een scheiding van transport en verwerking, waarbij
de regie bij transporteur ligt, als niet werkbaar. De optie om Nederland in (één of
meer) werkgebieden in te delen en per werkgebied een partij aan te wijzen of toe te
wijzen na aanbesteden ziet WUR als een interessante mogelijkheid. Met daarbij nog
wel verschillende mogelijkheden voor het verder invullen van deze taak.
Als eerste (sub)optie wordt voorgesteld om Nederland op te splitsen in meerdere werkgebieden.
Een andere mogelijkheid betreft het opsplitsen van de aan- of toewijzing van de taak
per werkgebied naar stromen van zogenoemde categorie 1- en categorie 2-kadavermaterialen.
De scheiding van categorie 1- en categorie 2-kadavermateriaal biedt volgens het onderzoek
mogelijk kansen voor kostenbesparingen en een hoogwaardigere verwaarding van kadavers.
Diverse landen (Denemarken, Duitsland, Finland) passen dit principe al jaren toe.
Keerzijde is een mogelijk duurder en minder efficiënt inzameltransport. Een andere
optie die geschetst wordt is de mogelijkheid om de verwerkingscapaciteit voor de bestrijding
van dierziekten los van de reguliere kadaververwerking te organiseren. Tevens wordt
aangeven dat een combinatie van voorgestelde opties mogelijk is. Uit het onderzoek
komen geen fundamentele onmogelijkheden van of bezwaren tegen de verschillende vormen
van opsplitsen van de taak naar voren.
Ten slotte wordt naast de opties voor herinrichting ook de overweging beschreven om
het huidige systeem te handhaven, aangeduid als optie 0. In het rapport zijn geen
obstakels gesignaleerd om het huidige systeem in stand te houden en de wettelijke
taak te continueren. Het opdelen van Nederland in werkgebieden kan wel de mogelijkheden
voor nieuwe toetreders verbeteren. In het rapport wordt ook de waardering van de geraadpleegde
sectorvertegenwoordigers in het huidige systeem beschreven. Zij zijn tevreden over
de eenduidige afspraken over de verwerkingstarieven en de hoge servicegraad van het
transport en de kadaververwerking door Rendac. Zij waarderen ook het gegeven dat de
starttarieven in heel Nederland gelijk zijn («solidariteitsprincipe»). De transparantie
over kosten en opbrengsten van de kadaververwerking worden als aandachtspunt genoemd.
Gelet op de complexiteit van de materie heb ik enkele experts op het gebied van marktwerking
en mededinging gevraagd om op basis van hun expertise een reflectie te geven op het
rapport. De uitkomst hiervan is in een verslag neergelegd dat u als afzonderlijke
bijlage bij deze brief aantreft. De geraadpleegde experts wijzen erop dat bij de aanwijzing
van een monopoloïde uitvoerder het essentieel is om in de aanwijzing heldere regels
omtrent transparantie van de bedrijfsvoering, de kosten en de opbrengsten vast te
leggen via een uitgebreide informatieplicht. Verder beschouwen de experts de opties
van het opdelen van Nederland in meer dan één werkgebied of het onderscheiden van
categorie 1- en 2-kadavermateriaal als serieus te overwegen alternatieven voor het
huidige systeem. Zij raden aan een marktverkenning te verrichten naar potentiële belangstelling
van denkbare uitvoerders.
Het borgen van de publieke belangen ten aanzien van de dier- en volksgezondheid is
en blijft voor mij een essentiële randvoorwaarde. Daarbij verplicht het EU-recht lidstaten
ertoe een passende infrastructuur voor handen te hebben voor transport en verwerking
van kadavers. Om deze redenen is de activiteit in het Nederlandse recht vormgegeven
als wettelijke taak. Ik constateer, mede op basis van het rapport, dat deze wettelijke
taak als zodanig niet ter discussie staat of komt te staan. Deze zal dus ook na 1 januari
2027 blijven bestaan.
Alhoewel de Aanbestedingswet 2012 niet van toepassing is als sprake is van een wettelijke
taak, zal ik voor het proces van toedeling van onderhavige wettelijke taak per 1 januari
2027 de beginselen van transparantie, gelijkheid en mededinging, zoals die ook gelden
bij een aanbestedingsprocedure, in acht nemen. Om te kunnen bepalen welke van de geschetste
inrichtingsopties het meest passend is, zal ik eerst een marktconsultatie uitvoeren
om te bepalen welke dit is gelet op het aanbod in de markt, de te borgen publieke
belangen en de randvoorwaarden. Hiermee volg ik het advies van de onderzoekers en
de geraadpleegde experts op. Rendac en ook andere geïnteresseerde aanbieders nodig
ik uit om deel te nemen aan de marktconsultatie.
Over de keuze voor de inrichting van het destructiebestel per 1 januari 2027 zal ik
u en de belanghebbende sectororganisaties in het najaar van 2024 verder informeren.
Bij dit tijdpad is mede van belang dat in de overeenkomst met Rendac5 is vastgelegd dat mijn ministerie uiterlijk 1 januari 2025 aangeeft of de overeenkomst
geheel of gedeeltelijk wordt verlengd.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit