Brief regering : Meerjarenvisie Zicht op Nederland: samen datagedreven werken aan de fysieke leefomgeving
29 435 Nota Ruimte
26 643
Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Nr. 266
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 februari 2024
Op 6 oktober jl. heb ik u de contourennotitie Nota Ruimte aangeboden (Kamerstuk 29 435, nr. 264). Centraal hierin staan de te maken keuzes over de inrichting van onze fysieke leefomgeving.
Keuzes die ervoor moeten zorgen dat ook toekomstige generaties verzekerd zijn van
een hoge kwaliteit van leven.
Om tot gedegen en gedragen keuzes te kunnen komen, is het belangrijk om op zowel lokaal,
regionaal als landelijk niveau te beschikken over de juiste informatie. Dat wil zeggen
over op feiten gebaseerd beelden van alle facetten van de fysieke leefomgeving. In
de eerste plaats omdat feiten er toe doen. Zonder een complete en gezamenlijke informatiepositie
kunnen we de opgaven in de fysieke leefomgeving niet oplossen. Door ons te baseren
op feiten, verkleinen we de kans op vertragingen en faalkosten als gevolg van verkeerde
besluiten. Daardoor kunnen we het tempo van de wederombouw van Nederland verhogen
en de daarmee gepaard gaande kosten verlagen. In de tweede plaats omdat beelden, denk
aan digitale kaarten of zelfs digitale tweelingen1, mensen bij complexe vraagstukken vaak meer zeggen dan woorden. Ze kunnen een grote
bijdrage leveren aan participatie en aan betere besluitvorming bij gebiedsinrichting.
Daarom is het belangrijk dat we de informatiepositie van burgers, bedrijven en overheden
op het terrein van de fysieke leefomgeving versterken en zorgen voor een meer datagedreven
aanpak van het leggen van ruimtelijke puzzels op uiteenlopende schaalniveaus. Met
het samenstellen van de basisset NOVEX2 hebben Rijk en provincies inmiddels een eerste stap gezet naar een meer datagedreven
aanpak3. Deze basisset bevat ruimtelijke gegevens ten behoeve van de uitwerking van de ruimtelijke
opgaven door provincies in het kader van het programma NOVEX.
Om volgende stappen te kunnen zetten heb ik, in mijn rol als coördinerend bewindspersoon
voor ruimtelijke informatie, aan het Beraad voor Geo-informatie (GI-beraad)4 gevraagd om mij te adviseren over de beweging die moet worden gemaakt om datagedreven
werken in de fysieke leefomgeving verder te versterken.
In reactie hierop heeft het GI-beraad advies aan mij uitgebracht in de vorm van een
Meerjarenvisie Zicht op Nederland. Deze visie noemde ik al in de contourennotitie
Nota Ruimte en bied ik u hierbij aan.
Zicht op Nederland
De meerjarenvisie is het product van de gezamenlijke kennis en kunde van alle partijen
die in het Geo-informatieberaad zitting hebben: de Ministeries van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties, Defensie, Economische Zaken en Klimaat, Infrastructuur en
Waterstaat, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, het Interprovinciaal Overleg, de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de Unie van Waterschappen, Rijkswaterstaat,
het CBS, het RIVM, Netherlands Space Office, de stichting Geonovum, het Kadaster en
de Geologische Dienst Nederland.
De kern van de meerjarenvisie is dat elke overheidsorganisatie, burger of ondernemer
die werkt aan de wederombouw van Nederland moet kunnen beschikken over adequate ruimtelijke
informatie: betrouwbare informatie die geschikt is voor ontwikkeling, doorwerking,
uitvoering of monitoring en evaluatie van ruimtelijk beleid.
Gelukkig hoeven we niet bij nul te beginnen. In de afgelopen jaren is door samenwerkende
overheidspartijen, onder mijn verantwoordelijkheid als coördinerend bewindspersoon,
een geheel van afspraken, standaarden en voorzieningen voor inwinning, beheer en ontsluiting
van geo-informatie neergezet. Dit geheel wordt de Nationale Geo-informatie Infrastructuur
(NGII) genoemd. De meest in het oog springende onderdelen van de NGII zijn de vijf
geo-basisregistraties, te weten de Basisregistratie Kadaster (BRK), de Basisregistratie
Adressen en Gebouwen (BAG), de Basisregistratie Topografie (BRT), de Basisregistratie
Grootschalige Topografie (BGT) en de Basisregistratie Ondergrond (BRO). Andere bekende
onderdelen zijn de voorzieningen voor het vinden, raadplegen en downloaden van geografische
gegevens in overheidsregistraties: het Nationaal Georegister (NGR) en Publieke Dienstverlening
op de Kaart (PDOK). Van de NGII wordt binnen en buiten de overheid inmiddels volop
gebruik gemaakt, op dit moment meer dan 30 miljard keer per jaar. Bijvoorbeeld door
het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Mede op basis van gegevens uit de NGII wordt
in het DSO bij het vergunningverleningsproces inzicht verschaft aan burgers, bedrijven
en overheden over wat er in de fysieke leefomgeving kan en mag. Volgens het GI-beraad
moet er echter meer gebeuren dan alleen het aanbieden van ruimtelijke gegevens om
datagedreven werken in de fysieke leefomgeving op een hoger plan te brengen.
In de meerjarenvisie vraagt het beraad aandacht voor zwakke schakels in de datawaardeketen.
Een keten die niet stopt bij inwinning, beheer en ontsluiting van geodata, maar zich
zou moeten uitstrekken tot analyse van geo-informatie, visualisatie van geo-informatie
en gebruik van verkregen inzichten door burgers, bedrijven en overheden bij ontwikkeling,
doorwerking, uitvoering en monitoring en evaluatie van beleid. Om de zwakke schakels
in de datawaardeketen sterker te maken zijn aanvullende afspraken, standaarden en
(mogelijk) voorzieningen nodig. Afspraken en standaarden waar iedereen zich aan houdt
en voorzieningen waar iedereen gebruik van maakt. Dit alles vraagt volgens het beraad
om gezamenlijk leiderschap.
In de meerjarenvisie geeft het beraad aan dat het belangrijk is om niet op eigen houtje
aan de slag te gaan met versterking van de datawaardeketen. Op zowel mondiaal, Europees
als nationaal niveau is sprake van ontwikkelingen die leiden of al hebben geleid tot
beleidsmatige en juridische kaders voor het inwinnen, beheren en delen van data en
het verwerken van data tot informatie, bijvoorbeeld door middel van kunstmatige intelligentie.
Deze kaders zijn bedoeld om datagedreven werken verder te brengen op een manier die
onze publieke waarden, zoals benoemd in de werkagenda Waardengedreven Digitaliseren5 van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, respecteert.
Tenslotte zullen we volgens het beraad in de komende jaren de condities voor succes
op orde moeten brengen: vraagsturing, goede afspraken over samenwerking, het waar
nodig vastleggen van afspraken in wet- en regelgeving, aandacht voor veiligheid en
publieke waarden en financiering. Volgens het beraad levert een datagedreven aanpak
van ruimtelijke opgaven baten op, maar vergt de financiering van beheer en onderhoud,
doorontwikkeling en vernieuwing van de NGII dringend aandacht.
Vervolgstappen
De meerjarenvisie heb ik eind december op bestuurlijk niveau met het Interprovinciaal
Overleg, de Vereniging Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen besproken.
Deze partijen hebben in de afgelopen periode en in contact met BZK vanuit hun eigen
perspectief visiedocumenten opgesteld die net als de meerjarenvisie Zicht op Nederland
inzetten op een betere ruimtelijke informatievoorziening om de opgaven in de leefomgeving
vooruit te helpen6. In het bestuurlijk overleg hebben de medeoverheden aangegeven van harte bereid te
zijn om met het Rijk als coalitie samen op te trekken bij de realisatie van de Meerjarenvisie
Zicht op Nederland en is het GI-beraad gevraagd om aan de slag te gaan met de uitvoering
van de visie. Daarnaast heeft het GI-beraad aan ABD Topconsult een advies gevraagd
over een meerjarenbegroting en passende financieringssystematiek voor de NGII.
Een besluit hierover is uiteraard aan het volgende Kabinet.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties