Brief regering : Verzamelbrief opvang Oekraïne
19 637 Vreemdelingenbeleid
36 045
Situatie in Oekraïne
Nr. 3202
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 januari 2024
Inleiding
De voortdurende oorlog in Oekraïne zorgt voor een aanhoudende instroom van ontheemden
naar Nederland. De verwachting is dat dit op korte termijn niet zal veranderen.
De gemiddelde netto instroom van ontheemden met de Oekraïense nationaliteit in de
afgelopen drie weken is 293.1 Er zijn op 21 januari jl. 106.150 Oekraïners ingeschreven in de Basisregistratie
Personen (BRP). Daarnaast zijn er 33.750 Oekraïners uitgeschreven uit de BRP. Ook
zijn er op 21 januari jl. 5.590 ontheemden uit Oekraïne met een andere nationaliteit
ingeschreven in de BRP en 2.380 personen die zich hebben uitgeschreven. Op 19 januari
jl. waren er 89.500 opvangplekken gerealiseerd waarvan 88.910 plekken bezet. Dit leidt
tot een bezettingsgraad van 99,3 procent in de noodopvang.
In deze Verzamelbrief opvang Oekraïne informeer ik uw Kamer over de bevindingen en
de te nemen vervolgstappen naar aanleiding van de verkenning verblijf en terugkeer
voor ontheemden uit Oekraïne vanaf 4 maart 2025. Tevens informeer ik uw Kamer over
een toezegging tijdens het commissiedebat vreemdelingen- en asielbeleid van 20 december
2023 (Kamerstuk 19 637, nr. 3199) over Oekraïense psychologen en de problemen door nieuwe vereisten voor basispsychologen
vanaf 2024. De beslisnota stuur ik mee als bijlage.
Verblijf en terugkeer
Het einde van de tijdelijke bescherming op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming
(RTB) op 4 maart 2025 komt dichterbij. Om goed voorbereid te zijn op het mogelijk
aflopen van de tijdelijke bescherming in 2025 werkt een interdepartementale werkgroep
in afstemming met de VNG aan strategische beleidsopties voor het toekomstig verblijf
en terugkeer van ontheemden uit Oekraïne.2 Gegeven het onzekere en onvoorspelbare verloop van het conflict en de verwachting
dat de ontheemden uit Oekraïne noodgedwongen voor een langere periode in ons land
verblijven, is het zaak om in 2024 tot een aantal beleidskeuzes te komen over de toekomst
van de ontheemden in de Europese Unie (EU) en Nederland.
Met oog op het zoveel mogelijk beperken van verschillen tussen lidstaten en daarmee
het risico op secundaire migratiestromen van ontheemden, blijft Nederland een EU-gecoördineerde
en geharmoniseerde aanpak van verblijf en terugkeer van ontheemden uit Oekraïne steunen.
Inmiddels is in EU-verband ingestemd met de mogelijkheid om de RTB te verlengen tot
4 maart 2025. Nederland heeft zich de afgelopen periode actief ingezet om een verkenning
naar de mogelijkheden voor na 4 maart 2025 in Europa op gang te brengen. Die discussie
op EU-niveau wordt de komende periode verder gevoerd, zoals tijdens de informele JBZ-Raad
van 25–26 januari jl.
Nederland zal daarbij inzetten – het liefst in Europees verband – op het maximaal
ondersteunen van terugkeer van een groot deel van de ontheemden en werkt daarvoor
verschillende scenario’s uit. Hierbij kijken we ook naar nieuwe initiatieven of opties
in relatie tot (vrijwillige) terugkeer of zoals hulp- en wederopbouwprogramma’s. Eén
van de belangrijkste redenen hiervoor is ook dat de ontheemden straks in Oekraïne
kunnen gaan bijdragen aan de wederopbouw. Bij voorkeur werken we aan een realistisch
terugkeerscenario in afstemming met andere Europese lidstaten en in samenspraak met
de Oekraïense autoriteiten. Onderdeel hiervan is ook dat we vanuit Nederland in Europees
verband willen onderzoeken of het mogelijk is om bij het verlengen van de bescherming
na 4 maart 2025 delen van Oekraïne niet meer onder de bescherming te laten vallen.
Omdat de situatie in Oekraïne, vanwege de aanhoudende bombardementen en intensieve
strijd aan het front, nog steeds zorgelijk is, dient deze afweging zorgvuldig te gebeuren,
waarbij de situatie in Oekraïne nauwlettend in de gaten moet worden gehouden.
De Europese Commissie inventariseert momenteel de mogelijkheden voor langer verblijf
indien de situatie daarom vraagt. Onderdeel van de verkenning is ook de vraag of de
RTB na 4 maart 2025 kan worden verlengd voor de bescherming van ontheemden uit Oekraïne.
Hierbij wordt verkend of het voor een volgende verlenging nodig is om de RTB via een
Europees wetgevingsproces aan te passen, of dat verlenging binnen het huidige instrument
mogelijk is en de Raad van de Europese Unie op korte termijn zou kunnen overgaan tot
verlenging na 4 maart 2025. Tevens wordt samen met andere lidstaten verkend hoe terugkeer
van ontheemden in EU-verband kan worden ondersteund. Op nationaal niveau wordt nagegaan
wat een verlenging van de RTB betekent voor wet- en regelgeving, ook met het oog op
de inzet op zelfredzaamheid en participatie.
Ondanks de inzet op een Europese aanpak dient er desalniettemin rekening te worden
gehouden met een scenario waarbij de tijdelijke bescherming na 4 maart 2025 in EU-verband
niet wordt verlengd, of de beslissing hiertoe of voor een andere EU-gecoördineerde
oplossing langer uitblijft.
Nu het conflict voortduurt neemt tevens de noodzaak toe om het tijdelijke karakter
van de voorzieningen voor ontheemden uit Oekraïne onder de RTB te herzien. Het kabinet
blijft inzetten op het bevorderen van de zelfredzaamheid en participatie van ontheemden
in de Nederlandse samenleving. Dit verlicht de huidige druk op maatschappelijke voorzieningen
en draagt bij aan het draagvlak voor de opvang van deze groep. Daarom zal de komende
periode worden ingezet op het beter laten aansluiten of laten overeenkomen met het
voorzieningenniveau van ontheemden onder de RTB met dat van andere groepen in de maatschappij.
Waarbij in ieder geval een verdere verkenning uitgevoerd zal worden naar opvang en
huisvesting, zorg, verstrekkingen en onderwijs. Dit betekent onder meer dat ontheemden
zullen gaan bijdragen aan hun opvang wanneer ze daar genoeg inkomen voor hebben. Ook
wordt gekeken naar mogelijkheden voor taalonderwijs en vrijwillige inburgering, zodat
ontheemden ook op het niveau aan de slag kunnen waar ze in Oekraïne voor zijn opgeleid.
Deze mogelijkheden zullen integraal worden bezien door het kabinet.
Aangezien ontheemden uit Oekraïne in Nederland een asielaanvraag hebben ingediend,
zou dit kunnen betekenen dat de Nederlandse migratieketen op het moment dat de RTB
niet wordt verlengd, wordt geconfronteerd met een groot aantal asielaanvragen waarover
moet worden beslist. Een en ander vormt niet alleen een enorme uitdaging voor toelating,
opvang en terugkeer, maar raakt ook gemeenten en andere stakeholders. Bovendien is
het nog niet duidelijk of ontheemden uit Oekraïne in Nederland onder de huidige condities
in aanmerking kunnen komen voor een asielstatus op grond van de situatie in Oekraïne.
Een scenario waarbij enerzijds het Nederlandse asielsysteem nog verder wordt belast
en anderzijds onvoldoende perspectief wordt geboden aan ontheemden terwijl het conflict
mogelijk nog niet voorbij is, vindt het kabinet onwenselijk. Hierom is de afgelopen
periode verder verkend of en op welke wijze een tijdelijke nationale verblijfstitel
zou kunnen worden toegepast zolang de terugkeer van ontheemden naar Oekraïne nog niet
aan de orde is en EU-gecoördineerde aanpak uitblijft. Om tijdig de benodigde voorbereidingen
te treffen voor de verschillende departementen en uitvoeringsorganisaties, dienen
de benodigde beleidsopties uiterlijk medio 2024 gereed te zijn. Hierbij dient ook
rekening gehouden te worden met een transitieperiode vanwege de forse transitieopgave
voor verschillende departementen bij de keuze voor de nationale terugvaloptie.
In deze verkenning naar een mogelijke tijdelijke nationale verblijfstitel wordt, naast
een asielvergunning als mogelijke verblijfstitel, tevens gekeken naar de mogelijkheden
van reguliere vormen van verblijf zoals op grond van arbeid, studie of een humanitaire
status. Daarbij wordt opgemerkt dat er op korte termijn een aantal aanvullende beleidskeuzes
moeten worden gemaakt ten aanzien van de duur van de humanitaire status en de rechten
en plichten die deze status met zich meebrengt.
De komende periode worden de gevolgen van beide opties – verlenging van de tijdelijke
bescherming na 4 maart 2025 en een eventuele nationale terugvaloptie na 4 maart 2025
– op de verblijfsrechtelijke aspecten en bijbehorende voorzieningen nader uitgewerkt.
Met de Nederlandse inzet op een EU-gecoördineerde aanpak op verblijf en terugkeer
en, indien aan de orde, een nationale terugvaloptie, geeft het kabinet gehoor aan
de oproep – onder meer gedaan door de Adviescommissie Migratie3, het rapport van de Commissie Meijers4 en het rapport van speciaal rapporteur voor Oekraïne de heer Asscher5 – om tijdig te zijn voorbereid op de periode na maart 2025. Dit belang is ook genoemd
in de evaluatie van het programma DG-Oekraïense ontheemden en Nationale Opvangorganisatie
«Steeds de juiste maatvoering weten te vinden.», waarover ik u in mijn verzamelbrief Oekraïne van 24 november 2023 heb geïnformeerd.6
Opvolging toezegging over Oekraïense psychologen en de problemen door nieuwe vereisten
voor basispsychologen vanaf 2024
Tijdens het commissiedebat van 20 december 2023 ben ik ingegaan op de inzet van Oekraïense
psychologen in de curatieve GGZ en de gevolgen van de nieuwe vereiste van de LOGO-verklaring
per 1 januari 2024. Ik heb aangegeven hier voor het begrotingsdebat van 29 januari
a.s. op terug te komen. Ik benadruk nogmaals dat ik erg blij ben met de inzet van
Oekraïense psychologen in de curatieve GGZ. Op dit moment wordt door JenV, in samenspraak
met VWS, verkend hoe zijn hun werk kunnen voortzetten, zeker nu psychische hulp aan
ontheemden hard nodig blijft. Vanuit het Ministerie van JenV wordt gekeken op welke
wijze de inzet van Oekraïense psychologen in de curatieve GGZ, al dan niet tijdelijk,
gefinancierd kan blijven, bijvoorbeeld door een vergoeding hiervoor mogelijk te maken
onder de RMO.
Conclusie
Tot slot benoem ik wederom dat de ontwikkelingen op het gebied van migratie en aangrenzende
werkvelden die zich ten gevolge van de oorlog in Oekraïne razendsnel kunnen opvolgen,
zowel op nationaal, Europees als internationaal niveau. Ik blijf mij, samen met mijn
collega’s, inspannen om uw Kamer tijdig en adequaat te blijven informeren.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
E. van der Burg
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid