Brief regering : Reactie op het verzoek van het lid Keijzer, gedaan tijdens het debat over de Begroting van Algemene Zaken en de Begroting van de Koning op 18 januari 2024, over informatie die betrekking heeft op het rapport uit 2015 over de begroting van de Koning en de rationale van de belastingvrijdom en de hoogte van de Grondwettelijke uitkering
36 410 I Vaststelling van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2024
Nr. 12
BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 januari 2024
In het debat over de Begroting van Algemene Zaken en de Begroting van de Koning heeft
het lid Keijzer (BBB), in het licht van de motie van het lid Sneller c.s. over het
opheffen van de vrijstelling van inkomstenbelasting voor de leden van het Koninklijk
Huis (Kamerstuk 36 410 I, nr. 11), verzocht om informatie die betrekking heeft op het rapport uit 2015 over de begroting
van de Koning en de rationale van de belastingvrijdom en de hoogte van de Grondwettelijke
uitkering. In reactie hierop heb ik gezegd dat ik dit rapport aan de Kamer zal zenden,
tezamen met enkele andere stukken die in dit kader relevant zouden kunnen zijn. Bijgevoegd
bij deze brief vindt u:
− Het rapport van de Stuurgroep herziening stelsel kosten Koninklijk Huis (Commissie
Zalm) (2008);
− De voorlichting van de Raad van State over de ministeriële verantwoordelijkheid voor
de Koning en leden van het koninklijk huis ten aanzien van de bescherming van hun
persoonlijke levenssfeer, in het bijzonder in relatie tot de inlichtingenplicht van
de regering jegens de Staten-Generaal (2010);
− Het rapport van ABD Topconsult «Begroting van de Koning» Evaluatie begroting van de Koning en onderzoek rationale van belastingvrijdom en hoogte
grondwettelijke uitkeringen (2015);
− De voorlichting van de Raad van State over de ministeriële verantwoordelijkheid voor
begrote gelden die overeenkomstig de Wet financieel statuut van het koninklijk huis
worden besteed, gegeven de vrijheid van de Koning om zijn Huis, met inachtneming van
het openbaar belang, in te richten (2016);
− Het inkomen van de Koning De totstandkoming en ontwikkeling van het financieel statuut van het koninklijk huis (1972), Van Baalen e.a., (2017);
− De voorlichting van de Raad van State over de B-component van het inkomen van de Koning
(2023).
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
M. Rutte
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Rutte, minister van Algemene Zaken