Brief regering : WODC-rapport 'Evaluatie Wet clausuleren recht op contact of omgang na partnerdoding'
34 518 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het clausuleren van het recht op contact of omgang na partnerdoding
Nr. 14
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 januari 2024
Hierbij bied ik uw Kamer het WODC-rapport «Evaluatie Wet clausuleren recht op contact
of omgang na partnerdoding» aan. Deze wet is sinds 1 januari 2018 van kracht en regelt
dat in geval van (vermoedelijke) partnerdoding de kinderrechter altijd oordeelt of
contact of omgang in het belang van het kind is. De kinderrechter doet dit op basis
van een verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming.
Het evaluatieonderzoek is op aanvraag van het Ministerie van Justitie en Veiligheid
uitgevoerd. Het onderzoek is uitgevoerd door onderzoekers van het onderzoeksbureau
Regioplan en Avans Hogeschool. De begeleidingscommissie werd voorgezeten door prof. dr. C.H.C.J. Nijnatten
van de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit Utrecht.
Ik heb het rapport op 12 december jl. ontvangen en ben het WODC, het onderzoeksteam
en de begeleidingscommissie zeer erkentelijk voor het onderzoek. Momenteel bestudeer
ik de conclusies van het rapport en beraad ik mij in overleg met de betrokken actoren
– waaronder de Raad voor de Kinderbescherming – op de inhoud daarvan. Ik verwacht
uw Kamer in het eerste kwartaal van 2024 een inhoudelijke reactie te doen toekomen.
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming