Brief regering : Staat van de Digitale Infrastructuur
26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Nr. 1119
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 januari 2024
Onze maatschappij en ons persoonlijke leven zijn onlosmakelijk verbonden met de digitale
wereld. De digitale infrastructuur is de ruggengraat van die digitale wereld. Ik heb
het dan over telecomnetwerken, (zee)kabels, internet exchanges, hostingpartijen en
cloudaanbieders. De digitale infrastructuur maakt mogelijk dat data over de hele wereld
elk van ons bereikt. En zo kunnen we op alle mogelijke manieren met elkaar communiceren,
hebben we als consument toegang tot ongekende hoeveelheden informatie, muziek, films,
games en andere content, kunnen we online bankieren, onze overheidszaken regelen en
met veel gemak onze inkopen doen. Voor bedrijven maakt de digitale infrastructuur
het mogelijk om hun producten en diensten op een ongekend efficiënte en effectieve
manier aan hun klanten aan te bieden, nieuwe markten aan te boren, hun interne processen
optimaal te organiseren en hun werknemers moeiteloos overal vandaan te laten werken
(thuis of op locatie).
We zien overal in de maatschappij slimme, verbonden apparaten hun intrede doen. Deze
online apparaten krijgen een steeds grotere plek in onze fysieke wereld. We staan
pas aan het begin van deze ontwikkeling, maar merken dit al in elke sector en in alle
aspecten van ons dagelijkse leven. Deze toepassingen kunnen onze levenskwaliteit verhogen
en ons leven duurzamer maken. Denk aan smart homes en smart cities, autonome voertuigen,
e-health, precisielandbouw of «industry 4.0», om maar wat voorbeelden te noemen. Dit
alles draait om connectiviteit. In een wereld waarin alles via netwerken verbonden
wordt speelt een betrouwbare, veilige, hoogwaardige digitale infrastructuur een onmisbare
rol.
Weinig landen hebben een digitale infrastructuur die zo geavanceerd, betrouwbaar en
veilig is als de onze. Nederland is niet voor niets een van de meest veerkrachtige
economieën gebleken tijdens de corona-epidemie. We konden als samenleving relatief
eenvoudig omschakelen naar online alternatieven. Dat had alles te maken met onze sterke
digitale infrastructuur en onze vaardigheden om deze te gebruiken.
Wat van waarde is, moeten we niet voor lief nemen. Wanneer we zo sterk kunnen rekenen
op onze digitale infrastructuur is er een risico dat we deze als vanzelfsprekend gaan
beschouwen. Een innovatieve, hoogwaardige, betaalbare, weerbare, betrouwbare, veilige
en duurzame digitale infrastructuur vereist echter voortdurende inspanning van de
bedrijven in de sector en de overheid. Allerlei recente gebeurtenissen zoals geopolitieke
dreigingen, oorlogssituaties en de pandemie onderstrepen dat het geen vanzelfsprekendheid
is. Daarom vind ik het belangrijk om de digitale infrastructuur met de bijgevoegde
«Staat van de Digitale Infrastructuur» centraal te zetten. Het document is een uitwerking
van pijler vier (Versterking van de digitale infrastructuur) van de vorig jaar aan
uw Kamer toegezonden Strategie Digitale Economie.1
De Staat van de Digitale Infrastructuur geeft een overzicht van de huidige situatie
en werpt een blik op de toekomst. De bestaande overkoepelende visie- en beleidsdocumenten
over digitale infrastructuur zijn inmiddels geruime tijd geleden opgesteld. Bijvoorbeeld
het Actieplan digitale connectiviteit uit 2018.2 De digitale wereld is in de tussentijd aanzienlijk veranderd. Ons beleid heeft zich
daarin mee-ontwikkeld. Het afzonderlijke beleid brengen we al op veel verschillende
manieren naar buiten. Deze publicatie is een aanvulling daarop. Dit schrijven geeft
een integraal overzicht van het uiteenlopende beleid rond de digitale infrastructuur.
Ook verduidelijkt het de samenhang tussen het beleid. De digitale infrastructuur vormt
in feite een sterk samenhangend ecosysteem. Precies daarom vereist het een integrale
aanpak. Dit sluit ook aan bij aanbevelingen van het Rathenau Instituut. Rathenau wees
onder andere op het belang van een integraal, nationaal beleidskader voor de digitale
infrastructuur.3 Ik licht graag een aantal zaken uit de Staat van de Digitale Infrastructuur toe.
De digitale infrastructuur is van groot belang voor Nederland
Ik heb onderzoeksbureau Ecorys gevraagd om het belang van de digitale infrastructuur
te kwantificeren. Ecorys heeft in kaart gebracht wat de bedrijven in de digitale infrastructuur
en hun directe afnemers en toeleveranciers bijdragen aan onze economie. Volgens Ecorys
bedraagt dit 24,2 miljard euro per jaar. Hoewel dit op zichzelf al een grote bijdrage
is, schuilt het grootste belang van de digitale infrastructuur in het mogelijk maken
van digitalisering in onze hele maatschappij. Digitalisering kan onze maatschappij
verbinden, verrijken, verduurzamen en efficiënter maken, ons leven aangenamer en gemakkelijker
maken. Deze grote maatschappelijke bijdrage laat zich niet eenvoudig in euro’s uitdrukken.
Het Ecorys-onderzoek geeft echter wel kwalitatief inzicht in de bijdrage van de digitale
infrastructuur aan de brede welvaart in verschillende sectoren. Het onderzoeksteam
van Ecorys stelt dat het kunnen beschikken over digitale infrastructuur geen doel
op zich is. In plaats daarvan moet digitale infrastructuur juist gezien worden als
een middel om brede welvaartseffecten te realiseren. Het onderzoeksteam heeft daarbij
specifiek gekeken naar toepassingen op het vlak van onder andere landbouw, energie,
zorg, transport, onderwijs en veiligheid.
De digitale infrastructuur vormt een samenhangend ecosysteem
Vaak wordt er gekeken naar de losse onderdelen van de digitale infrastructuur. We
hebben het dan bijvoorbeeld alleen over telecomnetwerken, over datacenters of cloudtoegang.
Het risico is dat we dan uit het oog verliezen dat al die onderdelen nauw met elkaar
samenhangen en elkaar nodig hebben. Telecomnetwerken, (zee)kabels, datacenters, hosting,
internet exchanges en cloudtoegang zijn allemaal onmisbare schakels die nodig zijn
om burgers, bedrijven en de overheid met elkaar te verbinden via de digitale wereld.
Deze onderdelen van de digitale infrastructuur moeten gezamenlijk goed functioneren,
zoals ook het bijgevoegde rapport van Dialogic laat zien.
Ik vind het daarom heel belangrijk dat we ons in het beleid niet blindstaren op de
losse onderdelen, maar steeds oog blijven hebben voor de samenhang. Dialogic laat
bijvoorbeeld zien dat datakabels, datacentra, internetknooppunten, peering-, hosting-
en clouddienstverleners profiteren van elkaars lokale aanwezigheid. Onze internetaansluiting
kan nog zo goed werken, maar als de cloud even niet werkt, hebben we toch geen toegang
tot onze gegevens en applicaties. In de bijgevoegde Staat van de Digitale Infrastructuur
wordt dit ecosysteem en het daaraan gekoppelde beleid op een toegankelijke manier
uitgelegd.
De footprint van de digitale infrastructuur verdient aandacht, maar is in relatieve
zin beperkt
De digitale infrastructuur is continu in bedrijf. Dat betekent dat onderdelen zoals
telecomnetwerken en datacenters 24 uur per dag aan het werk zijn voor burgers, bedrijven
en overheid. Uiteraard gaat dit ook gepaard met energieverbruik en ruimtebeslag. Omdat
er allerlei verschillende beeldvorming is over de footprint van de digitale infrastructuur,
heb ik Ecorys gevraagd om de feiten goed in kaart te brengen. Daaruit komt naar voren
dat de digitale infrastructuur minder dan 1 procent (0,65 procent) van het totale
Nederlandse energieverbruik voor zijn rekening neemt. Enerzijds is dit minder dan
vaak wordt gedacht. Als we kijken naar het aantal werkzame mensen en de economische
bijdrage is het een van de minst energie-intensieve sectoren. Ook vormt de digitale
infrastructuur natuurlijk een randvoorwaarde voor andere sectoren om te verduurzamen.
Anderzijds gaat het evengoed om een flinke bijdrage aan ons nationale energieverbruik.
Daarom blijf ik stimuleren dat de sector deze footprint verder weet te beteugelen
en terug te dringen.
De digitale infrastructuur is volop in beweging
De digitale infrastructuur heeft zich de afgelopen twintig jaar voortdurend en in
hoog tempo ontwikkeld. De snelheid en de kwaliteit van netwerken heeft een enorme
vlucht genomen: van internet-inbellen met een trage modem, naar razendsnel internet
via glasvezel en 5G. In relatief korte tijd zijn veel van onze applicaties en gegevens
naar de cloud verhuisd. In plaats van alleen bellen, sms’en en analoge televisie kunnen
we inmiddels kiezen uit een zeer groot aanbod van online diensten en content. We zien
dat trends zoals virtualisering, softwarisering, open-RAN, cloudificatie maar ook
kunstmatige intelligentie de potentie hebben om netwerken sterk te transformeren.
Dit zet doorlopend de status quo in de sector onder druk, maar leidt ook tot innovatie
en kansen om de digitale infrastructuur beter, sneller, veiliger, betrouwbaarder en
duurzamer te maken. Ik zie het als een belangrijke uitdaging om dit soort ontwikkelingen
goed te volgen, te benutten en waar nodig in goede banen te leiden.
Het beleid groeit mee met de belangrijke thema’s
De Staat van de Digitale Infrastructuur laat het huidige beleid op de digitale infrastructuur
in samenhang zien. Om te komen tot een innovatieve, hoogwaardige, betaalbare, weerbare,
betrouwbare, veilige en duurzame digitale infrastructuur werken we aan beleid op veel
verschillende thema’s:
• Vanaf de introductie van concurrentie op de telecommarkten (eind jaren ’90) hebben
we hard gewerkt aan beleid op het thema Goed werkende markten. Daarbij kijken we al lang niet meer alleen naar telecomnetwerken, maar doen we bijvoorbeeld
ook veel om de cloudmarkt beter te laten werken.
• We willen ook dat iedereen kan profiteren van connectiviteit. Om die reden spannen
we ons in voor het thema Een open internet voor iedereen. Het gebruik van de digitale infrastructuur moet voor iedereen mogelijk zijn, ook
wanneer de markt hier niet zelf in voorziet.
• Met onze toenemende maatschappelijke afhankelijkheid van connectiviteit is ook het
thema Weerbaarheid steeds belangrijker geworden. Alle onderdelen van de keten moeten bestand zijn tegen
onverwachte schokken. Specifiek hebben we daarbij veel oog voor geopolitieke risico’s.
Het bewaken van de Nederlandse en Europese digitale open strategische autonomie is
een prioriteit.
• Het thema Duurzaamheid heeft al lange tijd veel aandacht bij de bedrijven in de digitale infrastructuur.
Het is belangrijk dat we het ambitieniveau met elkaar steeds verder opschroeven. Dit
vraagt om een sterke inzet bij de overheid en bij het bedrijfsleven. Het gaat daarbij,
vanwege het grensoverstijgende karakter, om inzet op nationaal, Europees en internationaal
niveau.
• We zien veel uitdagingen op lokaal niveau. Die vatten we onder het thema Lokale inpassing. We willen als samenleving veel maar moeten daarbij steeds vaker moeilijke keuzes
maken. De openbare ruimte is beperkt en het stroomnet raakt overbelast. De lokale
inpassing van de digitale infrastructuur moet daarom op een zorgvuldige manier gebeuren,
met voldoende oog voor draagvlak en zonder haar grote maatschappelijke belang uit
beeld te verliezen.
• Het thema Vestigingsklimaat en innovatie verdient voortdurende aandacht. Een hoogwaardige digitale infrastructuur is een belangrijke
vestigingsvoorwaarde voor bedrijven. Het is essentieel dat we blijven bewaken dat
Nederland aantrekkelijk is voor bedrijven om zich te vestigen, juist door te investeren
in de kracht van onze digitale infrastructuur. Daarvoor is duidelijk en voorspelbaar
beleid nodig. Nederland moet internationaal relevant blijven door voorop te lopen
in het ontwikkelen en toepassen van sleuteltechnologieën, waaronder 6G. 6G is de opvolger
van 5G als wereldwijde mobiele netwerktechnologie en zal weer sneller, slimmer en
duurzamer zijn dan 5G. Met het groeifondsprogramma 6G Future Network Services (FNS)
creëert Nederland een belangrijke positie in deze ontwikkeling.
Caribisch Nederland
Ik vind het belangrijk dat we ook specifiek aandacht besteden aan de situatie in Caribisch
Nederland. Deze wijkt in veel opzichten af van de situatie in Europees Nederland,
met name door de geografische ligging en de kleine schaal. Dit zorgt voor hogere kosten.
In de afgelopen jaren hebben we met structurele subsidies de betaalbaarheid van vast
internet verbeterd. Ook zien we dat met name op Saba en Sint Eustatius de kwaliteit,
ondanks alle stappen die gezet zijn, nog niet op een voldoende niveau is. De snelheid
van het internet is relatief laag. De aanleg van glasvezel levert een belangrijke
bijdrage aan het verbeteren van de kwaliteit. We houden daarnaast ook oog voor nieuwe
ontwikkelingen zoals internet via satellietnetwerken. We willen samen met het eilandbestuur
en de lokale bedrijven onder meer werk gaan maken van glasvezeluitrol. We hebben voor
2024 een bedrag van 3 miljoen euro vrijgemaakt om hier mee aan de slag te gaan.
Tot slot: vertrekpunt voor verdere beleidsstappen
Met de «Staat van de Digitale Infrastructuur» is in kaart gebracht wat het belang
is van onze digitale infrastructuur, en wat er wordt ondernomen om de digitale infrastructuur
nu en in de toekomst optimaal te laten werken. Ik zie dit als een foto van de huidige
situatie. Daarom beschouw ik dit overzicht als een stevig vertrekpunt voor een nieuw
kabinet om op nationaal en Europees niveau verder te werken aan nieuwe beleidsstappen
om onze digitale infrastructuur te behouden en verder te versterken. Belangrijke aandachtspunten
voor de toekomst zijn onder andere: het in goede banen leiden van impactvolle technologische
ontwikkelingen, het daarbij behouden van concurrentie, innovatie en een goed vestigingsklimaat,
het verder versterken van de weerbaarheid en onze strategische open digitale autonomie,
en er samen met andere overheden voor zorgen dat het belang van de digitale infrastructuur
steeds voldoende wordt meegenomen als het gaat om lastige knelpunten rondom de lokale
inpassing.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens
Indieners
-
Indiener
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.