Brief regering : Onderzoeksrapport naar de evaluatie van de Fraudehelpdesk
36 410 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2024
Nr. 23
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 januari 2024
Bijgaand zend ik u het onderzoeksrapport naar de evaluatie van de Fraudehelpdesk.
                  Het onderzoek werd in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Kenniscentrum
                  uitgevoerd door een onderzoeksteam van Pro Facto, bestaande uit prof. dr. H. Winter,
                  mr. C. Veen, mr. C. Bartlema, J. Cazemier Msc. De Fraudehelpdesk heeft aan het onderzoek
                  medewerking verleend.
               
Voor de volledigheid informeer ik u met deze brief over de aanleiding van het onderzoek
                  en de vat ik de belangrijkste bevindingen van de onderzoekers samen. Ik ga deze met
                  de Fraudehelpdesk en andere betrokken partijen bestuderen en bespreken en informeer
                  uw Kamer naar verwachting medio 2024 over de opvolging van het onderzoek.
               
Aanleiding
De Fraudehelpdesk bestaat inmiddels ruim tien jaar. De aanleiding voor de oprichting
                  destijds was een behoefte aan meer inzicht in de aard en omvang van horizontale fraude
                  en de daarbij gebruikte modus operandi.1 Ook werd het noodzakelijk geacht meer fraudebewustzijn onder burgers en kleine ondernemers
                  te creëren en slachtoffers te ondersteunen. Na het wegvallen van de subsidie van het
                  Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) is het Ministerie van Justitie en
                  Veiligheid (JenV) vanaf 2023 de enig overgebleven subsidieverstrekker van de Fraudehelpdesk.
               
Het evaluatieonderzoek beoogt de besluitvorming te ondersteunen bij het herijken van
                  de rol van de Fraudehelpdesk en de subsidierelatie. Met deze evaluatie is ook invulling
                  gegeven aan het hiaat dat een doelmatigheidsonderzoek naar de subsidieverstrekking
                  aan de Fraudehelpdesk ontbrak.2
Belangrijkste onderzoeksresultaten
De evaluatie bestond uit een planevaluatie in de vorm van een reconstructie van de
                  beleidstheorie en een procesevaluatie waarin is ingezoomd op de uitvoering van de
                  werkzaamheden van de Fraudehelpdesk, de naamsbekendheid, de waardering en op knelpunten
                  bij de uitvoering van de werkzaamheden van de Fraudehelpdesk. Tenslotte is onderzocht
                  in welke mate de Fraudehelpdesk zich onderscheidt van andere meldpunten voor horizontale
                  fraude.
               
Beleidsreconstructie
Doelen bij het oprichten van de Fraudehelpdesk waren de ondersteuning van slachtoffers
                  van fraude en vergroting van de weerbaarheid van burgers en bedrijven tegen pogingen
                  tot oplichting en fraude. Deze doelen zouden bereikt moeten worden door de inrichting
                  van een centraal meldpunt met als (basis)diensten: 1. de registratie van meldingen
                  van fraude, 2. het verstrekken van informatie over verschijningsvormen van fraude
                  en 3. het doorverwijzen van slachtoffers. In de huidige Fraudehelpdesk staan deze
                  diensten nog steeds centraal.
               
Ten aanzien van de effectiviteit van de inrichting van een centraal laagdrempelig
                  meldpunt voor het doorverwijzen en verstrekken van informatie aan slachtoffers van
                  fraude is in de literatuur onderbouwing gevonden.3 Slachtoffers hebben behoefte aan een single point of contact waar zij hun melding over fraude doen en waar hen wordt verteld wat zij vervolgens
                  kunnen verwachten. Het gevoel doorverwezen te worden, verhoogt de stress bij slachtoffers.
               
Wat betreft haar doelstellingen van ondersteuning en vergroting van de weerbaarheid
                  van slachtoffers van fraude onder burgers en bedrijven, wordt de effectiviteit van
                  de Fraudehelpdesk beperkt door de weigering van de Autoriteit Persoonsgegevens om
                  een vergunning te verstrekken voor het verwerken van strafrechtelijke persoonsgegevens
                  ten behoeve van derden. Hierdoor mag de Fraudehelpdesk geen persoonsgegevens van vermoedelijke
                  oplichters met betrekking tot fraudemeldingen delen met politie en openbaar ministerie.
               
Verder verwijzen de onderzoekers naar wetenschappelijke literatuur waarin kritische
                  kanttekeningen worden geplaatst bij de effectiviteit van publiekscampagnes. De Fraudehelpdesk
                  zet dit instrument regelmatig in om het publiek te informeren over nieuwe vormen van
                  fraude. De onderzoekers merken daarover op dat het delen van alleen kennis over fraude
                  en oplichting niet of slechts beperkt effectief is in het veranderen van online gedrag
                  van mensen.
               
Financiering
Sinds de oprichting van de Fraudehelpdesk verstrekten de Ministeries van JenV en EZK
                  subsidie aan de Fraudehelpdesk waarbij jaarlijks besloten werd over continuering van
                  de subsidieverstrekking. EZK bouwde in 2021 en 2022 haar subsidieverstrekking af en
                  vanaf 2023 is het Ministerie van JenV de enig overgebleven subsidieverstrekker. In
                  2023 is € 1.084.168,– aan subsidie verstrekt.
               
Bijdrage aan preventie en bestrijding van horizontale fraude
De bijdrage van de Fraudehelpdesk aan de gestelde doelen, ondersteuning van slachtoffers
                  van fraude en het vergroten van de weerbaarheid, is lastig vast te stellen, mede omdat
                  een nulmeting ontbreekt. Beide worden beïnvloed door een groot aantal factoren. Om
                  deze redenen is in het onderzoek gekeken naar de wijze waarop de Fraudehelpdesk invulling
                  geeft aan het bereiken van de doelen en naar de beoordeling van de dienstverlening
                  door melders en ketenpartners.
               
Het vragenlijstonderzoek onder melders van fraude bij de Fraudehelpdesk levert een
                  indicatie op over de mate van ondersteuning die zij door de Fraudehelpdesk hebben
                  ervaren. De helft van de respondenten zegt tevreden te zijn over de hulp van de Fraudehelpdesk
                  en ruim 60% van de respondenten heeft het gevoel naar de juiste organisatie te zijn
                  doorverwezen. Van de ontevreden respondenten was een deel van de melders in de veronderstelling
                  dat de Fraudehelpdesk actie zou ondernemen tegen de fraudeur.
               
Een directe informatiebron die meetbaar maakt of de bijdrage van de Fraudehelpdesk
                  bijdraagt aan het weerbaarder maken van burgers en bedrijven tegen (pogingen tot)
                  oplichting is niet beschikbaar. Wel geven ketenpartners in de interviews aan dat het
                  aannemelijk is dat de voorlichting van de Fraudehelpdesk bijdraagt aan het vergroting
                  van de weerbaarheid van burgers en bedrijven en aan de preventie tegen fraude, hoewel
                  uit onderzoek ook blijkt dat alleen publieksinformatie onvoldoende is voor het veranderen
                  van het (online) gedrag van mensen.4
Positie van de Fraudehelpdesk in het landschap van meldpunten voor horizontale fraude
Momenteel zijn er circa 65 meld- en hulppunten voor horizontale fraude. Dit is sterk
                  in tegenspraak met het oorspronkelijke idee voor het inrichten van de Fraudehelpdesk
                  als dé centrale helpdesk voor fraude. Wel onderscheidt de Fraudehelpdesk zich van
                  veel van de andere meldpunten (veelal onderdeel van grotere bedrijven, instellingen
                  of publieke meldpunten) doordat het zich richt op preventie en ondersteuning van slachtoffers
                  van alle vormen van fraude. De Fraudehelpdesk verleent geen diensten die uniek zijn,
                  maar de combinatie van diensten en de brede oriëntatie op alle vormen van fraude maakt
                  de dienstverlening van de Fraudehelpdesk uniek.
               
(Verdere) verbetering van de doelbereiking van de Fraudehelpdesk
Volgens ketenpartners impliceert de naam «Fraudehelpdesk» dat slachtoffers van fraude
                  er ook hulp kunnen krijgen. Van de respondenten gaf 22% aan (zeer) ontevreden te zijn
                  over de dienstverlening van de Fraudehelpdesk. Een belangrijke oorzaak hiervoor was
                  de verwachting dat er door de Fraudehelpdesk actie zou worden ondernomen. Omdat dit
                  slechts beperkt het geval is, is de Fraudehelpdesk eerder te kenschetsen als melddesk
                  dan als helpdesk.
               
Tijdens de expertmeeting georganiseerd door de onderzoekers kwamen enkele mogelijkheden
                  voor betere ondersteuning van slachtoffers door de Fraudehelpdesk naar voren: het
                  bieden van hulp bij het doen van aangifte, het invullen van formulieren of het verhalen
                  van schade. Daarnaast zouden slachtoffers van fraude geholpen zijn wanneer de Fraudehelpdesk
                  «warm» zou kunnen doorverwijzen. Omdat dan persoonsgegevens overgedragen zouden moeten
                  worden stuit dit op juridische bezwaren.
               
De onderzoekers beschrijven dat er in de afgelopen jaren beperkt inhoudelijke afstemming
                  is geweest tussen het Ministerie JenV en de Fraudehelpdesk. Ook de gestelde subsidievoorwaarden
                  lijken weinig richting te geven. Er gelden bijvoorbeeld geen output/outcome-afspraken
                  over de te leveren diensten. Het ministerie heeft de ambitie uitgesproken om in de
                  toekomst meer vraaggestuurd te gaan samenwerken vanuit een meerjarige beleidsvisie.
                  Deze beleidsvisie moet nog vorm krijgen.
               
De jaarlijks terugkerende onzekerheid over continuering en hoogte van de subsidieverstrekking
                  bemoeilijkt de langetermijnplanning van de Fraudehelpdesk, beperkt de Fraudehelpdesk
                  in haar ontwikkelambities en maakt de organisatie kwetsbaar. Een meerjaren subsidiesystematiek
                  zou de Fraudehelpdesk meer stabiliteit kunnen geven en minder kwetsbaar maken.
               
Voor het verwerken van persoonsgegevens van strafrechtelijke aard ten behoeve van
                  derden is een vergunning van de Autoriteit Persoonsgegevens (hierna: AP) vereist.
                  De AP heeft de aanvraag van de Fraudehelpdesk daartoe afgewezen. De AP acht het niet
                  noodzakelijk dat de Fraudehelpdesk voor het adviseren van melders persoonsgegevens
                  van strafrechtelijke aard dient te verwerken. Voor de Fraudehelpdesk betekent dit
                  een belemmering in haar dienstverlening omdat zij persoonsgegevens van vermoedelijke
                  oplichters niet mogen doorgeven aan de politie. Slachtoffers kunnen uiteraard wel
                  zelf aangifte doen.
               
De meningen van ketenpartners ten aanzien van het delen van persoonsgegevens tussen
                  organisaties zijn verdeeld. Een aantal zag de meerwaarde van het delen van gegevens
                  over fraudeurs, omdat het fraude beter bestrijdbaar maakt. Andere ketenpartners zagen
                  niet direct deze noodzaak. Uit de beleidsreconstructie volgt dat de Fraudehelpdesk
                  met name is opgericht met een preventiedoelstelling, gericht op de voorkant van de
                  bestrijdingsketen. Met het delen van persoonsgegevens over fraudeurs met andere organisaties
                  zou de Fraudehelpdesk meer actief aan de achterkant van de bestrijdingsketen worden.
                  Gelet op de doelstellingen die uit de beleidsreconstructie naar voren kwamen (meldfunctie,
                  informatieverstekking en doorverwijzing) lijkt een actieve rol van de Fraudehelpdesk
                  bij het aangifteproces of de opsporing volgens de onderzoekers niet voor de hand te
                  liggen.
               
Ontwikkelrichtingen
Voor de toekomst van de Fraudehelpdesk achten de onderzoekers verschillende ontwikkelrichtingen
                  mogelijk. Indien de Fraudehelpdesk haar dienstverlening op de huidige wijze voortzet,
                  zal het een zekere maar lastig vast te stellen bijdrage leveren aan de preventie van
                  fraude en de ondersteuning van fraudeslachtoffers.
               
Een andere mogelijkheid is dat de Fraudehelpdesk in de toekomst verdwijnt. In dat
                  geval kan er op termijn een lacune op het gebied van fraudepreventie ontstaan. Uit
                  het deelonderzoek naar het landschap van fraudemeldpunten blijkt dat de Fraudehelpdesk
                  de enige organisatie is die zich richt op alle vormen van fraude en ook een overkoepelend
                  beeld heeft van trends en ontwikkelingen op het terrein van fraude. Ketenpartners
                  lieten in het onderzoek weten dat ze deze informatie nuttig achten, onder meer met
                  het oog op preventie.
               
Een laatste mogelijke ontwikkelrichting is dat de Fraudehelpdesk de huidige dienstverlening
                  verder ontwikkelt en uitbouwt. Gedacht kan worden aan het (praktisch) ondersteunen
                  van slachtoffers en het bij elkaar brengen van informatie van ketenpartners op het
                  gebied van trends en ontwikkelingen.
               
Opvolging
De Fraudehelpdesk heb ik verzocht om alvast in samenwerking met andere meldpunten
                  en organisaties werk te maken van het warm(er) doorverwijzen van slachtoffers, ook
                  voor het doen van aangifte bij de politie.
               
Aan de hand van een nadere analyse van de uitkomsten en het overleg met de Fraudehelpdesk
                  en diverse partners in het fraude-werkveld zal ik uw Kamer naar verwachting medio
                  2024 informeren wat mijns inziens de gewenste ontwikkelrichting is en wat dat eventueel
                  betekent voor beleidskeuzes in de prioriteiten, capaciteit en middelen die daarvoor
                  nodig zijn.
               
De Minister van Justitie en Veiligheid,
                  D. Yeşilgöz-Zegerius
Indieners
- 
              
                  Indiener
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid