Brief regering : Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO)
29 389 Vergrijzing en het integrale ouderenbeleid
Nr. 123
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 december 2023
De veranderende demografie is een van de grootste uitdagingen voor de (nabije) toekomst.
De bevolking van Nederland zal de komende decennia snel gemiddeld ouder worden. Naarmate
mensen ouder worden neemt de kans toe op chronische aandoeningen en daarmee ook de
vraag naar ondersteuning en zorg. Oplopende zorgkosten en toenemende tekorten op de
arbeidsmarkt zijn het gevolg. De groei van het aantal ouderen kan de kwaliteit, toegankelijkheid
en betaalbaarheid van de zorg onder druk zetten. Niets doen is geen optie. Hoe benutten
we de kracht van een groter wordende groep ouderen? En hoe stimuleren we de samen-
en zelfredzaamheid?
1 Langjarige transitie
Samen met ruim dertig partijen heb ik vorig jaar het programma Wonen, Ondersteuning
en Zorg voor Ouderen (WOZO) gepresenteerd. Met het Integraal Zorg Akkoord (IZA), het
Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) en het programma Toekomstbestendige Arbeidsmarkt
Zorg en Welzijn (TAZ) vormt WOZO het langjarige transitieprogramma om Nederland voor
te bereiden op een ouder wordende bevolking.
Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen-programma (WOZO)
Inmiddels zijn er 37 partijen bij WOZO aangesloten. Een overzicht is bijgevoegd (bijlage
1). Aan de hand van de volgende vijf actielijnen wordt gewerkt aan de toekomstbestendige
organisatie van wonen, ondersteuning en zorg voor ouderen.
– Samen vitaal ouder worden
– Sterke basiszorg voor ouderen
– Passende Wlz zorg
– Wonen en zorg voor ouderen
– Arbeidsmarkt en innovatie
Integraal Zorg Akkoord (IZA)
Op 16 september 2022 is het IZA ondertekend. Het IZA richt zich op gezondheid en welzijn.
Het zet zich, net als het WOZO-programma, in op het versterken van de zelfredzaamheid
van mensen. Doelstellingen zijn versterking van de organisatie van de eerstelijnszorg,
bevordering van de samenwerking van het sociaal domein met de huisartsenzorg en herkenbare
teams wijkverpleging.
Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA)
Begin 2023 is het GALA gesloten, waarin wordt ingezet op een lokale en regionale aanpak
op het gebied van preventie, gezondheid en sociale basis. In dit akkoord zijn afspraken
gemaakt tussen VWS, VNG, GGD GHOR Nederland en ZN. Vitaal ouder worden is een voornaam
onderdeel van het GALA, onder andere door in te zetten op versterking van de sociale
basis en bevordering van een gezonde leefomgeving die uitnodigt tot bewegen en ontmoeten.
Toekomstbestendige Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn (TAZ)
De arbeidsmarktproblematiek speelt breed en vraagt om een samenhangende aanpak. TAZ
is het verbindende element in de arbeidsmarktaanpak in de gehele sector zorg en welzijn.
De doelstelling is ervoor te zorgen dat de juiste zorgmedewerker op de juiste plek
gemotiveerd en met plezier zijn werk kan doen. Daartoe wordt gewerkt aan voldoende
ruimte voor innovatieve werkvormen en technieken die bijdragen aan het behoud van
medewerkers en voor leren en ontwikkelen. Daardoor blijft de sector zorg en welzijn
een fijne sector om in te (blijven) werken.
De combinatie van de vergrijzing die de komende tijd snel zal toenemen en de tekorten
die nu al bestaan op de arbeidsmarkt maken het een complexe opgave. Met de partijen
die een specifieke positie en verantwoordelijkheid hebben in de WOZO-beweging is een
regiegroep gevormd om deze opgave op te pakken. De regiegroep bestaat uit de Seniorencoalitie1, LHV2, V&VN, SWN, ActiZ, VNG, ZN en VWS. Met genoemde partijen geef ik sturing aan de uitvoering
van het WOZO-programma.
2 Resultaten en vooruitkijken
Per actielijn volgen hierna enkele van de resultaten die tot nu toe zijn geboekt en
hetgeen u de komende periode kunt verwachten. Voor een compleet overzicht van de stand
van zaken wordt verwezen naar bijlage 2. Hieruit blijkt dat de uitvoering in volle
gang is en de eerste resultaten worden geboekt. Tegelijkertijd is er nog veel te doen
om te komen tot een toekomstbestendige organisatie van ondersteuning en zorg.
Actielijn 1: samen vitaal oud worden
Actielijn 1 bevordert dat mensen samen vitaal oud kunnen worden, in een omgeving die
aansluit op hun behoeften. Dit doe ik onder andere door mensen te stimuleren om eerder
na te denken over later, het samenwonen tussen jong en oud te stimuleren en in te
zetten op kennisontwikkeling en opschaling van het toepassen van reablement.
– Reablement
Op mijn verzoek is ZonMw in 2023 gestart met het programma Reablement. Het programma
is gericht op het ophalen, bundelen, ontwikkelen en delen van kennis en ervaring uit
de praktijk. De kennis en ervaring die wordt opgedaan geeft inzicht in de randvoorwaarden,
verschijningsvormen, kansen en belemmeringen van reablement. Voor het programma van
ZonMw heb ik voor 2023, 2024 en 2025 € 1 mln per jaar beschikbaar gesteld.
In april jl. is vanuit het programma een eerste subsidieoproep opengesteld. De subsidie
is inmiddels aan vier partijen toegekend met als doel het doorontwikkelen van een
bestaand reablement zorgaanbod of interventieprogramma gericht op thuiswonenden ouderen.
Begin 2024 volgt een tweede subsidieoproep gericht op partijen die minder of geen
ervaring hebben met reablement, een betekenisvolle rol zouden kunnen spelen en bereid
zijn om die rol te vervullen.
Een mooi voorbeeld van de dynamiek in het veld is dat van de stichting Reable Nederland3 waarbij de zorgaanbieders de handen ineenslaan om de beweging naar reablement vorm
te geven.
– Intergenerationeel wonen
Door in te zetten op intergenerationeel wonen (waarbij jongeren betaalbaar kunnen
samenleven met ouderen) wordt ontmoeting tussen jong en oud aangemoedigd. Dit leidt
tot verbeterde sociale cohesie, minder eenzaamheid, meer samenredzaamheid en het verhoogt
de gezondheid en het welzijn van ouderen. Op 17 juli is de subsidieregeling intergenerationeel
wonen opengesteld, er zijn 9 aanvragen ingediend met een totale waarde van bijna € 1
mln. Vanaf 2 januari 2024 is het weer mogelijk om subsidie aan te vragen. Als bijlage
3 treft u een inspiratiegids met voorbeelden van resultaten.
– Sociale basis en mantelzorgagenda
Op 6 juli hebben de Staatssecretaris van VWS en ik uw Kamer geïnformeerd4 over de aanpak sociale basis, inclusief de mantelzorgagenda 2023–2026. Lopende acties
zijn onder meer de volgende:
– Het Adviesteam Mantelzorg is in 2021 opgezet door VWS, de VNG, Movisie en MantelzorgNL,
met de opdracht om gemeenten te adviseren over het inrichten van het mantelzorgbeleid.
Het team (bestaande uit medewerkers van MantelzorgNL en Movisie) heeft 75 pilots bij
gemeenten ondersteund. De resultaten zijn in opdracht van VWS gemonitord. Het eindrapport
is bijgevoegd (bijlage 4).
– Samen met de Minister van SZW, de Minister van OCW en de Staatssecretaris van Fiscaliteit
en Belastingdienst is een adviesaanvraag aan de SER opgesteld over de combinatie van
werk en mantelzorg5. Aan de SER is verzocht om voorstellen te doen voor toekomstscenario’s en ingrepen
in het stelsel die nodig zijn voor een betere balans tussen arbeid, mantelzorg en
andere informele activiteiten. Ook is gevraagd op welke wijze een evenwichtige verdeling
van zorgtaken en arbeid kan worden bevorderd tussen mannen en vrouwen. De SER heeft
aangegeven heel 2024 nodig te hebben voor het opstellen van het advies.
– Publiekscampagne Praat vandaag over morgen
Mensen stimuleren na te denken over later en zich hierop voor te bereiden is een belangrijk
thema binnen het WOZO-programma. Samen met ActiZ en andere WOZO partijen werk ik aan
landelijke opschaling van de bestaande campagne «Praat vandaag over morgen». Met deze
campagne willen we bereiken dat meer «jonge ouderen» bewust nadenken en met hun sociale
netwerk praten over later en over wat zij zelf kunnen doen om ouder te worden zoals
zij zelf willen. Thema’s die aandacht krijgen in de campagne zijn: bezig blijven,
sociaal netwerk onderhouden en versterken, omzien naar elkaar, gezond leven, en nadenken
over de plek waar je woont. De planning is dat de campagne begin 2024 van start gaat.
– Maatschappelijke dialoog
Meer Nederlanders moeten zich er bewust van worden dat wonen, ondersteuning en zorg
gaan veranderen. Door het voeren van een maatschappelijke dialoog kan duidelijk worden
welke ondersteuning mensen zelf of met hun naasten kunnen opvangen (bijvoorbeeld door
zo lang mogelijk vitaal te blijven) en welke investeringen in de sociale basis zij
nodig hebben om daartoe in staat te worden gesteld. Deze maatschappelijke dialoog
is inmiddels gestart en zal in de periode die voor ons ligt aan breedte winnen. Daartoe
gebeurt het volgende:
– Op diverse plaatsen in het veld is de maatschappelijke dialoog spontaan van start
gegaan. Een in het oog springend voorbeeld is dat van de Zeeuwse zorgcoalitie. Deze
en andere voorbeelden zijn te vinden op de website «Praat vandaag over morgen»6.
– De Seniorencoalitie organiseerde in 2023 reeds twee bijeenkomsten om ervaring op te
doen met het spreken met senioren zelf over de noodzakelijke veranderingen. Mede op
basis van wat bij deze bijeenkomsten is geleerd zullen in 2024 vele andere bijeenkomsten
worden georganiseerd.7
– Eveneens in 2024 starten KBO-Brabant, KBO Limburg, KBO-Overijssel en KBO Zeeland het
initiatief «Senioren Zelf aan Zet – Van vergrijzingsangst naar samenredzaamheid en
draagvlak!» om met senioren de dialoog aan te gaan.
– Ook zal in 2024 «Ouderworden2040»8 worden voortgezet. Daarbij spreken partijen van binnen en buiten de zorg over wat
een gemiddeld oudere bevolking voor hen betekent.
Actielijn 2: Sterke basiszorg voor ouderen
Sterke en effectieve basiszorg zorgt ervoor dat ouderen zorg en behandeling krijgen
die bijdragen aan gezondheid en kwaliteit van leven en van zorgprofessionals die met
plezier hun werk doen. Deze actielijn bevordert goede samenwerking binnen de zorg
en het sociaal domein en richt zich op het versterken van de organisatiegraad in de
eerste lijn.
– Visie op de eerstelijnszorg
Sterke eerstelijnszorg die nauw samenwerkt met het sociaal domein is cruciaal om huidige
en toekomstige generaties de zorg te bieden die zij nodig hebben. Daarom zijn afspraken
over de versterking van de eerstelijnszorg een belangrijk onderdeel van WOZO en het
IZA. In het IZA is afgesproken dat VWS samen met partijen uit de eerstelijnszorg komt
tot een visie op de eerstelijnszorg in 2030 en hierbij is ook beschreven aan welke
eisen deze visie moet voldoen. De visie en de bijbehorende veranderstrategie en routekaart
zijn eind november 2023 in concept afgerond. Er zijn belangrijke stappen gezet voor
de eerstelijnszorg. Ik heb u samen met de Minister van VWS hierover recent geïnformeerd.9
Het komen tot een goede visie vraagt om het loslaten van bestaande posities en belangen.
Voor visievorming moeten verschillende perspectieven worden meegenomen. Het maken
van deze visie kostte daarom tijd en was niet eenvoudig. Ik heb veel waardering voor
de inzet van alle betrokkenen. De visie is ambitieus. Samen met de Minister van VWS
heb ik eerder heb aangegeven deze van groot belang te vinden.10
De concept documenten liggen op dit moment voor bij de achterbannen van de betrokken
partijen. Na deze achterbanconsultatie zullen de betrokken partijen begin volgend
jaar de documenten gezamenlijk definitief vaststellen in de Bestuurlijk Overleggen
(BO) Eerstelijnszorg en het IZA. Omdat het belangrijk is dat de visie tot positieve
veranderingen in de praktijk leidt is niet alleen een visie, maar ook een veranderstrategie
met partijen opgesteld. Deze strategie beschrijft wat er op welk niveau (lokaal, regionaal
en landelijk) moet veranderen om de visie in 2030 werkelijkheid te maken. Deze visie
op de brede eerstelijnszorg is uniek. Ik ben trots op het resultaat en het harde werk
van alle betrokken partijen, die bereid waren verder te kijken dan hun eigen belang.
Met een sterke eerstelijnszorg maken we het samen mogelijk dat mensen langer verantwoord
thuis kunnen blijven wonen omdat ook thuis, de zorg in de wijk, goed geregeld is.
– Herkenbare en aanspreekbare teams wijkverpleging
Het voorgaande betekent dat steeds meer complexe en ongeplande zorg thuis geboden
zal moeten worden. In meerdere regio’s en wijken geven zorgaanbieders invulling aan
de afspraken over de invoering van herkenbare en aanspreekbare (H&A) teams wijkverpleging.
Het RIVM monitort de beweging in de praktijk en brengt hierover sinds 2021 jaarlijks
een publicatie uit. In de Kamerbrief over de stand van zaken wijkverpleging van maart
202311 heb ik u geïnformeerd over de meest recente ervaringen en lessen uit de praktijk.
Eerder werd al duidelijk dat passende bekostiging ontbrak voor het goed functioneren
van H&A teams. Met partijen is daarom gewerkt aan het concretiseren van passende bekostiging,
wat heeft geleid tot een nieuwe betaaltitel per 2024 genaamd «centrale coördinatie
van zorg ten behoeve van herkenbare en aanspreekbare wijkverpleging».
Met de komst van de betaaltitel systeemfunctie onplanbare nachtzorg per 2022 en de
betaaltitel voor de systeemfunctie van centrale coördinatie en herkenbare en aanspreekbare
teams wijkverpleging doe ik de motie van het lid Ellemeet12 over het invoeren van een specifieke betaaltitel voor systeemfuncties in de wijkverpleging
af. De NZa neemt het contracteren van de nieuwe betaaltitels in de evaluatie van de
bekostiging van wijkverpleging mee. Daarnaast zal de verdere implementatie van de
H&A teams gestimuleerd worden. Onder andere binnen de visie op de eerstelijnszorg.
– Handreiking kwetsbare ouderen thuis
Kwetsbare ouderen thuis hebben persoonsgerichte, proactieve en samenhangende zorg
en ondersteuning nodig van professionals met verschillende expertises. Ik ondersteun
daarom de implementatie van de Handreiking kwetsbare ouderen thuis, zodat deze breed
bekend is en gebruikt wordt als leidraad voor goede zorg door professionals uit het
sociaal en medisch domein, alsook door zorgorganisaties, zorgverzekeraars en gemeenten.
Ik stimuleer de doorontwikkeling en implementatie van de Handreiking kwetsbare ouderen
via een subsidie. Partijen zijn sinds medio september gezamenlijk aan de slag met
de herijking van de handreiking, bestaande uit de werkgroep Laego, SWN, ActiZ, V&VN,
Verenso, KNGF/PPN en de Patiëntenfederatie. Hierbij wordt de verbinding gelegd met
lopende trajecten zoals de visie eerstelijnszorg, medisch generalistische zorg en
de implementatie zorgstandaard dementie.
– Verbeteren van gegevensuitwisseling
Ook is sinds september, als onderdeel van het implementatieplan van de handreiking
kwetsbare ouderen thuis, een kwartiermaker gestart voor het traject rondom gegevensuitwisseling.
Dit traject richt zich op een implementatieplan voor de beschikbaarheid van een toolkit
voor gegevensuitwisseling rondom kwetsbare thuiswonende ouderen. Deze toolkit beschrijft
onder andere mogelijkheden in huidige systemen en structuren om informatie uit te
wisselen in het netwerk rondom de kwetsbare oudere. Daarnaast beschrijft het geleerde
lessen bij regionale samenwerking rond het delen van informatie en de juridische context.
De komende periode staat in het teken van een verkenning van de noodzakelijke stappen
in de komende jaren.
– Mondgezondheid voor thuiswonende kwetsbare ouderen
In veel gevallen neemt de mondgezondheid af naarmate men ouder wordt. Dit kan een
negatief effect op de algehele gezondheid hebben. De schatting van het Nivel is dat
300.000 65-plus ouderen en ruim 200.000 75-plus ouderen die thuis wonen, een slechte
mondgezondheid hebben. VWS heeft met een groot aantal partijen het «Plan van aanpak
Mondgezondheid voor thuiswonende kwetsbare ouderen 2023–2026» inhoudelijk vormgegeven
en vervolgens vastgesteld. Het plan is bijgevoegd als bijlage 5. Doel van alle betrokken
partijen is om de mondgezondheid van kwetsbare ouderen thuis te verbeteren.
Actielijn 3: Passende zorg in de Wlz
De doelstelling van actielijn 3 is om op adequate wijze in te spelen op de groeiende
zorgvraag van ouderen die een beroep doen op de Wlz. Hierbij gaat het om het definiëren
en leveren van passende zorg in de Wlz. Daarbij wordt ingespeeld op de trend waarbij
steeds meer Wlz-cliënten zorg zonder verblijf ontvangen en er sprake is van het scheiden
van wonen en zorg. Ook is van belang dat het kwaliteitskompas daarbij aansluit en
domeinoverstijgende samenwerking wordt gestimuleerd. Dit proces wordt ondersteund
door het opzetten van een (regionale) ondersteuningsstructuur via Waardigheid en Trots
en (regio) budgetten bij de zorgkantoren.
– Domeinoverstijgende (DOS) projecten langdurige zorg
In het kader van het WOZO-traject werken zorgaanbieders, gemeenten en wijkverpleegkundigen
samen om beter in de zorgbehoefte van ouderen met een zware zorgvraag te kunnen voldoen.
Het gaat hierbij onder meer om de inzet van een zorgarrangeur die gezamenlijke intake
van Wmo en wijkverpleging op zich neemt en ook de verbinding met welzijnsactiviteiten
legt. Bij de reeds lopende initiatieven is vastgesteld dat hierdoor het gebruik van
Wlz zorg voor ouderen wordt uitgesteld. Deze werkwijze was geconcentreerd bij drie
initiatieven (Dongen, Hollandsche Veld en Ede). In 2023 zijn 17 nieuwe projecten gestart
die deze succesvolle werkwijze hebben overgenomen. Ook voor 2024 wordt voorzien in
een verdere toepassing van deze werkwijze. Daarom worden in december en januari vijf
regionale werksessies georganiseerd om partijen te helpen met het opstellen van een
DOS-plan voor uitbreiding van de domeinoverstijgende samenwerking.
– Eerste resultaten/effecten van de inzet van regiobudgetten
De zorgkantoren hebben vanaf 2022 de beschikking over twee regiobudgetten, te weten:
een transitiebudget van € 40 mln voor Scheiden Wonen Zorg (SWZ) en een regionaal investeringsbudget
van € 30 mln voor innovatie en technologie, goed werkgeverschap en domeinoverstijgende
samenwerking13. Uit een overzicht van ZN (juli 2023) blijkt dat het budget voor 2022 vrijwel volledig
is ingezet (93% bij het budget SWZ en 95% bij het regiobudget). Ook in 2023 (stand
juli) is een belangrijk deel toegekend (76% bij het budget SWZ en 81% bij het regiobudget).
In totaal gaat het om ruim 200 trajecten. In 2022 en het eerste half jaar van 2023
zijn in totaal ruim 200 trajecten door de zorgkantoren gehonoreerd. Onderstaand enkele
voorbeelden:
• Modern Werkgeverschap: 31 trajecten gericht op investeren in behoud werknemers, werkklimaat,
regionaal werkgeverschap en zzp-vraagstukken.
• Inzet technologie: 26 trajecten gericht op technologische innovaties die de kwaliteit
van leven van de cliënten verbeteren en arbeidsbesparend zijn.
• Domeinoverstijgende samenwerking: 24 trajecten gericht op de samenwerking in de keten,
zorgen voor de juiste zorg op de juist plaats, afspraken over complexe zorgsituaties.
– Waardigheid en Trots
Het eindverslag van de «Waardigheid en Trots op locatie» over de periode 2018–2023
treft u bijgevoegd (bijlage 6) aan. Het eindverslag laat zien tot welke grote stappen
de sector in staat is. Uit dit verslag blijkt dat de kwaliteit van de verpleegzorg
sterk is verbeterd. Op locatieniveau zijn zorgaanbieders ondersteund door hen de benodigde
kennis aan te reiken en hen te ondersteunen bij het doorvoeren van de benodigde verbeteringen.
In het bijgevoegde eindverslag is te zien dat op de verschillende thema’s van het
kwaliteitskader door de deelnemende zorgaanbieders grote stappen zijn gezet. Het totale
bereik van het programma ligt op respectievelijk 53 duizend zorgmedewerkers (21,5
procent van het totale aantal) en 30 duizend bewoners in verpleeghuizen (24,8% van
het totale aantal). Met ondersteuning van Waardigheid en Trots op locatie hebben verpleeghuizen
hard gewerkt aan de kwaliteit van zorg. Tegelijkertijd blijft bij enkele thema’s ruimte
voor verbetering, via bijvoorbeeld een implementatieagenda bij het kwaliteitskompas.
Ook kunnen zorgaanbieders een beroep blijven doen op Waardigheid en Trots. Met deze
stand van zaken naar aanleiding van het toezichtsrapport van de IGJ beschouw ik de
toezegging aan het lid Mohandis, gedaan op 29 september 2022, als afgedaan.
Begin dit jaar is het kennisprogramma Waardigheid en Trots omgevormd van het sec ondersteunen
van zorgaanbieders bij het realiseren van het kwaliteitskader, naar breed ondersteunen
van zorgaanbieders in de transitie zoals bedoeld in WOZO. Inmiddels hebben ca. 70
zorgaanbieders aangegeven ondersteuning te willen en daarbij vooral de slag naar meer
ruimte voor informele zorg te willen maken. Ook biedt Vilans ondersteuning door het
aanrijken van kennis bij inhoudelijke onderwerpen. Daarbij werkt Vilans samen met
onder andere Movisie. Kortheidshalve verwijs ik naar bijlage 7 met de voortgangsrapportage.
– VPT is uitgewerkt naar aanleiding van advies NZa
Met de brief van 21 augustus 202314 heb ik de NZa-rapporten «Scheiden wonen en zorg in de verpleging en verzorging» en
«Positionering behandeling voor Wlz-cliënten» aan uw Kamer toegezonden. Beide rapporten
hebben als belangrijkste strekking dat politieke keuzes nodig zijn bij de vormgeving
van de Wlz en adviseren om de Wlz aan te passen.
– Doorontwikkeling kwaliteitskader naar kwaliteitskompas
Veldpartijen hebben het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg doorontwikkeld naar een Generiek
Kompas dat zowel de verpleeghuiszorg als de wijkverpleging betreft. Op 30 november
jl. is het Generiek Kompas «Samen werken aan kwaliteit van bestaan» door partijen
ingediend bij het Zorginstituut. Het kwaliteitskompas bestaat uit vijf bouwstenen,
te weten: een open gesprek, het bouwen van netwerken, het werk organiseren, leren
en ontwikkelen, en inzicht in kwaliteit. Het Zorginstituut voert zoals gebruikelijk
een toetsing uit op het kwaliteitskompas. Na afronding van de toetsing door het Zorginstituut
zal ik uw Kamer informeren.
– Omslagpunt verblijf
Het Zorginstituut heeft verkend of het mogelijk is om binnen de Wlz objectieve criteria
uit te werken tot een werkbare cesuur voor de praktijk, aan de hand waarvan beoordeeld
kan worden welke personen met een V&V-indicatie aangewezen zijn op verblijf met integrale
zorg zoals die alleen in het verpleeghuis geboden kan worden. Het Zorginstituut heeft
hiertoe in de periode juni tot en met september 2023 met betrokken veldpartijen gesproken.
Het Zorginstituut heeft in september aangegeven dat op basis van gesprekken, data-analyses
en (literatuur)onderzoek de komende tijd wordt bezien tot welke objectieve criteria
is te komen vanuit het perspectief vanuit de verpleeghuissetting, de thuissituatie
en de sociale omgeving. Hiervoor zullen er gesprekken plaatsvinden met stakeholders
zoals zorgorganisaties, gemeenten, patiënten- en mantelzorgverenigingen en belangen-
en beroepsorganisaties. Uiteindelijk zal dit in maart 2024 leiden tot een advies over
objectieve criteria.
Actielijn 4: Wonen en zorg voor ouderen
Actielijn 4 heeft als doel om samen met het Ministerie van BZK voldoende woonruimte
voor ouderen te realiseren. De doelstelling is om van de 900.000 woningen die tot
en met 2030 gebouwd worden, er minstens 290.000 woningen voor ouderen te maken (nultredenwoningen:
170.000, geclusterde woningen: 80.000 en zorggeschikte woningen: 40.000). Hierdoor
kunnen ouderen in een voor hen geschikte woning kunnen wonen. Door een toename van
het aantal verhuisbewegingen van ouderen realiseren we tevens doorstroming in de algehele
woningvoorraad. Daarnaast leidt dit tot een woning waarbij ook de leefomgeving passend
is voor ouderen. Sinds de start van het programma is samen met verschillende betrokken
koepelorganisaties en medeoverheden veel in gang gezet. Alle partijen zijn ervan doordrongen
van de noodzaak om verantwoordelijkheid te nemen om niet vrijblijvende afspraken te
maken.
De aantallen benodigde woningen voor ouderen zijn doorberekend naar provinciaal en
gemeentelijk niveau. Per gemeente is nu een indicatie van de bouwopgave voor ouderen.
Op regionaal niveau spreken tenminste provincie, gemeenten, zorgkantoren en corporaties
over concrete afspraken over aantallen benodigde woningen voor ouderen per gemeente,
afspraken over het inpassen van die benodigde aantallen in de bouwprogrammering en
de manier waarop zicht wordt gehouden op de planvorming en uitvoering van deze bouwopgave.
In de komende periode bestendigen de gemeenten en de provincies de Woondeals met deze
afspraken. We ondersteunen gemeenten en provincies bij het voeren van bovenstaande
regionale gesprekken. Dit doen we onder meer via het Aanjaagteam Wonen Welzijn en
Zorg voor Ouderen.
Aangezien de specifieke woningtypen voor ouderen niet eerder in de bouwmonitoring
zijn meegenomen, wordt momenteel door BZK gewerkt aan een goede monitoring van de
realisatie van de te bouwen woningen voor ouderen. Verschillende bronnen zullen aan
elkaar gekoppeld moeten worden. Er wordt nu geïnvesteerd in een goede basis voor een
duurzame dataverzameling. Dit varieert van definitieafbakening, monitoringsopties
verkennen en de juist partijen aanhaken. De verwachting is dat eind 2024 de eerste
resultaten vanuit deze monitoring zichtbaar worden op een datadashboard. Deze resultaten
zullen dan ook aan de Tweede Kamer worden gezonden.
– Stimuleringsregeling zorggeschikte woningen
Om een stimulans te geven aan de bouw van 20.000 geclusterde zorggeschikte woningen
in de sociale huur (van de 40.000 in totaal), heb ik per 15 september de stimuleringsregeling
zorggeschikte woningen opengesteld. Deze geclusterde woningen zijn bedoeld voor mensen
die een zware zorgvraag hebben (Wlz-indicatie) en in de huidige situatie vaak in een
verpleeghuis terechtkomen. Voor de eerste tranche tot en met 31 oktober 2024 is € 75
mln beschikbaar gesteld. In totaal is de komende jaren maximaal € 312 mln euro beschikbaar.
In de eerste twee maanden dat de regeling beschikbaar was (stand 21 december) zijn
er al 21 aanvragen ingediend voor het realiseren van in totaal 983 zorggeschikte woningen.
Het totale beslag hiervan is € 12 mln euro.
– Stimuleringsregeling Ontmoetingsruimte in Ouderenhuisvesting
De Stimuleringsregeling Ontmoetingsruimten in Ouderenhuisvesting (SOO) is een subsidie
om ontmoetingsruimten in geclusterde woonvormen voor ouderen te stimuleren. Bij de
1e tranche is met 173 aanvragen € 24,7 mln van het beschikbare budget van € 28 mln ingezet.
Bij de 2e tranche (2023) waren er 212 aanvragen en is het beschikbare budget € 26 mln overschreden.
Als we uitgaan van een gemiddelde van 50 woningen per complex, levert de subsidie
ruim 19.000 woningen op met een ontmoetingsruimte.
– Regionale woondeals worden gesloten
De aantallen benodigde woningen zijn doorberekend naar provinciaal en gemeentelijk
niveau. Per gemeente is een indicatie van de bouwopgave voor ouderen. In de lokale
woonzorgvisie worden de regionale afspraken lokaal uitgewerkt en verankerd in beleid.
Op dit niveau zal de bouwopgave voor ouderen ook moeten terugkomen in prestatieafspraken
met bouwers, inkoopprocedures met zorgpartijen en resulteren in specifieke bouwlocaties.
Samen met de Minister van BZK heb ik het Aanjaagteam Wonen Welzijn en Zorg voor Ouderen
opdracht gegeven om partijen in wonen en zorg te helpen om de regionale samenwerking
te organiseren en te voeden.
Daarmee geef ik uitvoering aan de motie van het lid Eerdmans15 die vraagt dat werk gemaakt moet worden van de herintroductie van een tussenvoorziening
tussen thuis en het verpleeghuis en de motie van het lid Sahla c.s.16 over het opstellen van plannen om te voldoen aan de uitbreidingsopgave in de verpleegzorg.
– Verpleegzorg plekken
Bij de invulling van de bouwambitie van 290.000 woningen voor ouderen, zal ook voor
een groot deel uit betaalbare woningen bestaan. Specifiek voor de 40.000 verpleegzorgplekken
zullen 20.000 plekken betaalbaar zijn doordat zij worden gerealiseerd voor een huurprijs
onder de grens van de huurtoeslag. Ook van de overige 250.000 woningen zal een groot
deel betaalbaar zijn. Daarnaast komen er in de komende jaren 5.800 extra verpleeghuisplekken
beschikbaar. In de kaderbrief Wlz zijn extra middelen beschikbaar gesteld om deze
extra plaatsen te kunnen exploiteren. Ook in algemene zin zijn er voldoende middelen
beschikbaar binnen het Wlz-kader17 om te zorgen voor een behaaglijke temperatuur in verpleeghuizen, waarmee ik invulling
geef aan de motie van de leden Agema en Maeijer18.
– Conceptueel Bouwen
Door betrokken koepelorganisaties en bouwers wordt verkend of (standaard) concepten
voor ouderenhuisvesting kunnen worden ontwikkeld. Professionele afnemers, gemeenten
en aanbieders in de bouw kunnen hiermee op een eenvoudige manier woningconcepten vinden
en vergelijken, wat naar verwachting het bouwproces kan bespoedigen.
– Bereikbaarheid Specialisten Ouderengeneeskunde
Bij de ontwikkeling van extra zorggeschikte woningen voor ouderen speelt ook het vraagstuk
van de beschikbaarheid van specialisten ouderengeneeskunde (SO’s). Op 28 maart 2023
heeft uw Kamer de motie van de leden Bevers, Grinwis, Mohandis en Sahla aangenomen19. Deze motie vraagt de regering om «in kaart te brengen in welke gebieden in Nederland
er nog blinde vlekken zijn als het gaat om de beschikbaarheid van een specialist ouderengeneeskunde»
en wordt tevens gevraagd om «samen met aanbieders van verpleegzorg thuis te bezien
hoe de beschikbaarheid van een specialist ouderengeneeskunde geborgd kan worden, bijvoorbeeld
middels een vergunningplicht bij kleinschalige woonvormen voor Wlz-zorg, en hen daar
ook op aan te kunnen spreken». Bij deze informeer ik u over de uitvoering van deze
motie.
Voor het eerste deel van de motie heb ik het Capaciteitsorgaan20 gevraagd om op regionaal niveau inzichten in zorgvraag en zorgaanbod van onder meer
specialisten ouderengeneeskunde mee te nemen in het meerjarige Integrale Overzicht
dat het Capaciteitsorgaan elke drie jaar opstelt21. Het Capaciteitsorgaan heeft aangegeven dat zij voornemens is om deze regionale inzichten
in de komende rapportage, die eind 2025 wordt verwacht (gezien de driejaarlijkse verschijning
hiervan), mee te nemen. Voor het tweede deel van de motie is in het kwaliteitskader
verpleeghuiszorg (waar ook kleinschalige woonvormen voor Wlz-zorg onder vallen) opgenomen
dat een Specialist Ouderengeneeskunde indien nodig snel ingeroepen kan worden. Tegelijkertijd
is er een tekort aan onder andere huisartsen en specialisten ouderengeneeskunde. Daarom
is het van belang dat de beroepsgroepen onderling afspraken maken over taak- en verantwoordelijkheidsverdeling
tussen huisartsen en specialisten ouderengeneeskunde zodat een specialist ouderengeneeskunde
ook daadwerkelijk beschikbaar is voor kleinschalige verpleeghuiszorg en verpleegzorg
thuis. Het veldpartijen traject, waarin onder andere LHV en Verenso vertegenwoordigd
zijn, beoogt tot dergelijke afspraken te komen en deze regionaal te implementeren.
– Medisch Generalistische Zorg
Ik ondersteun het Vilans programma Medisch Generalistische Zorg (MGZ) in de regio22 dat ertoe dient om de zorg op het snijvlak van huisartsenzorg en de zorg die specialisten
ouderengeneeskunde leveren te bevorderen. Voor wat betreft het voorstel om een vergunningsplicht
in te voeren bij kleinschalige woonvormen voor Wlz-zorg merk ik op dat voor woonvormen
met meer dan tien zorgverleners reeds een vergunningsplicht bestaat. Voor kleinere
woonvormen is het uiteraard ook belangrijk dat zij goede en veilige zorg leveren.
Ik vind het daarom van belang om de screening ook van deze zorgaanbieders te verbeteren,
waarbij ik zowel naar de meldplicht als de vergunningsplicht kijk (uiteraard rekening
houdend met het beperken van de administratieve lasten). In mijn brief over de invoeringstoets
Wtza (van september 2023) heb ik aangegeven dat ik de komende tijd hier interventies
verder voor ga uit werken23.
– Haalbaarheid vastgoed opgave
Op grond van de motie van de leden Sahla en Den Haan24 en een «manifest» over de haalbaarheid van de vastgoedopgave in de zorg is overleg
geweest met NZa, ZN, branches en stellers van het manifest. De veldpartijen en de
branches geven aan dat over de breedte van de nieuwbouwinitiatieven voor uitbreiding
of vervanging, het steeds moeilijker is geworden bestaande businesscases rond te krijgen
en de nhc-vergoeding naar hun mening onvoldoende rekening houdt met huursituaties.
Overigens meld ik dat, anders dan de motie veronderstelt, er geen sprake is van een
daling van de nhc van 8%, maar circa 4%. Daarbij is de nhc-systematiek niet gericht
op kortlopende conjuncturele ontwikkelingen als gestegen prijzen van materialen in
de bouw. De recente grote verschuiving in de rentestanden en de prijzen van bouwmaterialen
kon niemand voorzien. Dit zijn in hun aard doorgaans relatief kort-cyclische conjuncturele
elementen, die worden meegenomen in de herijking van tarieven op basis van langjarige
gemiddelden. Verder constateer ik dat de rente over Wfz geborgde leningen, ook na
de voorgenomen verlaging, nog steeds lager is dan de rentevergoeding in de nhc.
Desalniettemin begrijp ik de zorgen over de vastgoedopgave op lange termijn. Met de
partijen heb ik daarom afgesproken dat in NZa-verband wordt gekeken naar drie onderdelen
van de nhc-systematiek, te weten: de normen voor de bouw, de verwerking van de huursituatie
ten opzichte van eigendomssituaties in de systematiek en de correcte verwerking van
gewijzigde regelgeving (bouwbesluit/duurzaamheid). Met mijn antwoord beschouw ik de
motie als afgedaan.
Actielijn 5: Arbeidsmarkt en innovatie
Met actielijn 5 van WOZO zet ik in op de transitie naar een toekomstbestendige arbeidsmarkt
die nodig is om betaalbare, toegankelijke en kwalitatief goede zorg voor ouderen in
de toekomst te waarborgen. De medewerkers die er zijn willen we, onder andere door
meer zeggenschap en ruimte voor persoonlijke ontwikkeling, graag behouden voor de
sector. Met behulp van technologische en sociale innovaties zetten we deze medewerkers
op zo’n manier in dat ze zo effectief mogelijk met hun tijd kunnen omgaan en zoveel
mogelijk kwetsbare ouderen kunnen helpen. Hier wordt ook met de uitwerking van het
programma Toekomstbestendige Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn (TAZ) een belangrijke bijdrage
aan geleverd, die een integraal onderdeel vormt van actielijn 5 van WOZO25. Om te voorkomen dat de wijkverpleging een (nog) groter tekort aan zorgprofessionals
krijgt, heb ik met het Investeringsakkoord Opleiden Wijkverpleging middelen beschikbaar
gesteld voor het meer en anders opleiden in de wijkverpleging.
Recent heb ik uw Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van de nieuwe arbeidsmarktprognose
voor de sector zorg en welzijn26. Hieruit blijkt dat het verwachte personeelstekort, met name in de sector VVT, de
komende jaren onverminderd groot blijft en naar verwachting vooral na 2025 verder
zal toenemen. Het is niet realistisch om te veronderstellen dat het personeelstekort
(binnen afzienbare tijd) volledig kan worden opgelost. De sector zorg en welzijn zal
zich – net als andere sectoren economiebreed – genoodzaakt zien zich voor te bereiden
op aanhoudende tekorten. Ik zal mij samen met alle relevante partijen binnen zorg
en welzijn maximaal inspannen om de tekorten zoveel mogelijk terug te dringen.
– Uitwerking Investeringsakkoord Opleiden Wijkverpleging
Met Actiz, Zorgthuisnl, V&VN en ZN heb ik op 17 maart het Investeringsakkoord Opleiden
Wijkverpleging ondertekend waarmee drie jaar geïnvesteerd wordt in het samen anders
opleiden van helpenden (naar verzorgenden), verzorgenden IG en verpleegkundigen en
verpleegkundig specialisten voor de wijkverpleging. Hier is in de jaren 2023 t/m 2026
€ 150 mln voor beschikbaar. Het Investeringsakkoord moet leiden tot vernieuwde opleidingsstructuren
waarin op innovatieve, toekomstbestendige en efficiënte wijze vorm en inhoud wordt
gegeven aan opleiden en scholing in de wijkverpleging. Per 1 augustus 2023 is de bestaande
subsidie SectorplanPlus-TAZ voor 2023–2024 geopend, met als toevoeging een opslag
voor samenwerking rond opleiden in de wijkverpleging. Hier is € 20 mln voor. Er wordt
toegewerkt naar een vervolgregeling voor de periode daarna. Ook is een aantal onderzoeken/verkenningen
gestart rond de thema’s transmuraal opleiden (1), opleiden van Verpleegkundige Specialisten
in de wijkverpleging (2) en naar scholing en opleiding van mantelzorgers (3). Om een
nieuwe opleidingsstructuur ook goed te kunnen blijven benutten is structurele financiering
noodzakelijk, dit zou per januari 2025 kunnen worden bereikt met de € 60 mln die opnieuw
beschikbaar komt in het Kader. Uiterlijk in het voorjaar van 2024 zullen hier afspraken
over worden gemaakt. Er wordt momenteel door SEO Economisch Onderzoek een onderzoek
gedaan naar benodigde capaciteit om op te leiden voor de wijkverpleging en naar de
kosten en baten van het opleiden. Voor het jaar 2024 richt ZN met de € 60 mln een
«opleidingsfonds wijkverpleging 2024» in. Doel van dit fonds is om de werkgeverskosten
die zorgaanbieders in het jaar 2024 maken als gevolg van het opleiden van leerlingen
in de wijkverpleging te vergoeden.
– Stimuleringsregeling Innovaties TAZ-WOZO (SIT)
De afgelopen jaren heb ik met de Stimuleringsregeling E-health Thuis (SET) ingezet
op het opschalen en duurzaam inzetten van digitale en hybride zorg en ondersteuning
voor ouderen thuis. Bij de heropening van de SET-regeling in 2022 zijn er in 196 subsidieaanvragen
ingediend, waarbij er 112 subsidies verleend zijn. Hierna was het subsidieplafond
van € 12,5 mln euro bereikt. Hoewel veel van deze projecten nog volop bezig zijn met
het implementeren van digitale en hybride zorg en ondersteuning, kunnen ook steeds
meer organisaties hun projecten afronden. Op dit moment werk ik, ook vanuit het programma
TAZ, aan een opvolger op de SET-regeling, de Stimuleringsregeling Innovatie TAZ-WOZO
(SIT). Met de SIT-regeling beoog ik het transformeren en anders organiseren van zorg-
en ondersteuning, met behulp van digitale en hybride processen, te stimuleren.
– Slimme Zorg Estafette 2024
In februari 2023 vond de derde editie van de jaarlijkse Slimme Zorg Estafette (SZE)
plaats. Tijdens deze maand organiseerden partijen uit verschillende zorgdomeinen ruim
200 activiteiten met in totaal 3.427 deelnemers met als doel om van elkaar te leren,
elkaar te inspireren en samen de zorg te transformeren. 85 procent van de deelnemers
uit de evaluatie zou een volgende editie weer meedoen. Bovendien zouden alle organisatoren
uit de evaluatie volgend jaar weer een activiteit organiseren. De SZE vindt in 2024
wederom plaats van 29 januari tot en met 23 februari. SZE heeft als doel om van elkaar
te leren, elkaar te inspireren en samen de zorg te transformeren, om zo de ontwikkeling,
implementatie en opschaling van slimme zorg écht verder te brengen.
– Landelijk Platform Digitale Zorg
Vilans heeft halverwege 2023 voor de langdurige ouderenzorg aanvullende subsidie gekregen
om tien waardebepalingen te doen voor digitaal/hybride toepassingen. De uitkomsten
worden eind dit jaar bekend gemaakt en worden volgend jaar, indien de waardebepaling
positief uitvalt, al door zorgkantoren gebruikt bij de inkoop 2025. De zorgkantoren
accepteren de uitkomst van deze waardebepalingen.
3 Monitoring
De monitoring van WOZO vindt op meerdere niveaus plaats. Het gaat om:
– Voortgang uitwerking van de beleidsmaatregelen. Deze monitor treft u als bijlage 8 aan. Voor het leeuwendeel loopt de uitwerking
van de beleidsmaatregelen op schema.
– De resultaten van de beleidsmaatregelen. Het tweede onderdeel betreft de resultaten van de beleidsmaatregelen. Zoals eerder
toegezegd treft u ook deze aan bij deze brief (bijlage 9). Aangezien de meeste voorgenomen
beleidsmaatregelen nog niet geëffectueerd zijn, is het nog niet mogelijk over de uitkomsten
te rapporteren. In onderstaand figuur is aangegeven van welke indicatoren de resultaten
zijn af te leiden en wanneer de verwachting is dat over andere indicatoren gerapporteerd
kan worden. In toekomstige voortgangsbrieven WOZO zal de monitor steeds verder ingevuld
worden.
– Resultaten in de samenleving. Voorts gaat het om de transitie zoals deze zich in de samenleving moet gaan voltrekken.
Zoals ik in mijn vorige voortgangsbrief WOZO heb aangegeven, heb ik hierover contact
met diverse kennisinstellingen zoals RIVM, SCP, TNO, Vilans, Nivel, RVS en Movisie.
De gesprekken met genoemde partijen om een geschikte monitor te ontwikkelen zijn nog
gaande.
4 Tot slot
Zoals aangegeven in de inleiding van deze brief stelt de veranderende demografie en
opbouw van de bevolking ons voor grote uitdagingen voor de (nabije) toekomst. De bevolking
van Nederland zal de komende decennia snel gemiddeld ouder worden. Ik heb aangegeven
dat dit oplopende zorgkosten en toenemende tekorten op de arbeidsmarkt tot gevolg
heeft. In 2022 en in 2023 zijn goede stappen gezet om de transitie die noodzakelijk
is te maken. Tegelijkertijd is deze transitie langjarig.
Op 3 oktober jl. heeft uw Kamer de motie27 van het lid Mohandis aangenomen. Deze motie verzoekt te inventariseren welke organisaties
in de ouderenzorg overwegen personeel te ontslaan. In mijn brief28 over de uitvoering van deze motie heb ik aangegeven dat ik aan Zorgverzekeraars Nederland
(ZN) gevraagd heb om een inventarisatie uit te voeren onder zorgkantoren naar dergelijke
signalen. Inmiddels heeft deze inventarisatie plaatsgevonden. Daaruit blijkt dat tot
medio november jl. één organisatie in de ouderenzorg zich bij het zorgkantoor gemeld
heeft. Het betreffende zorgkantoor is in gesprek met deze aanbieder waarbij er afspraken
op maat worden gemaakt. Het inkoopbeleid van zorgkantoren voorziet erin dat dergelijke
situaties bij zorgaanbieders worden voorkomen. In het geval dat er toch een zorgorganisatie
in financiële moeilijkheden komt en ontslagen dreigen, zal het zorgkantoor dit signaleren,
contact leggen en goede afspraken maken. Verder zijn er bij het UWV tot en met het
3e kwartaal 2023 geen meldingen binnen gekomen over voorgenomen collectieve ontslagen.
Het mag duidelijk zijn dat ik dit op de voet volg.
Dat de noodzakelijke verandering gestalte begint te krijgen zie en hoor ik tijdens
de voorbeelden die ik op mijn werkbezoeken tegenkom en de gesprekken die ik daar voer.
Het is belangrijk om op koers te blijven met de ingezette transitie en aan te blijven
sluiten bij het enthousiasme en de betrokkenheid die ik in deze gesprekken proef.
Graag wil ik alle partijen die zich bij WOZO hebben aangesloten bedanken voor hun
inzet. Met nadruk wil ik alle zorgverleners, leden van cliëntenraden, gemeenten, zorgverzekeraars,
zorgkantoren en anderen bedanken voor hun inzet. Voor de zomer van 2024 kunt u een
nieuwe voortgangsbrief verwachten.
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder
Indieners
-
Indiener
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport