Brief regering : Uitvoering van de motie van de leden Strolenberg en Inge van Dijk over een tussenregeling voor sportduikers die geen arbeid verrichten waarbij bijzondere gevaren voor de veiligheid of de gezondheid bestaan (Kamerstuk 25883-474)
25 883 Arbeidsomstandigheden
Nr. 479 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2023
Vrijwilligers leveren een belangrijke bijdrage aan de maatschappij. Ik heb waardering
                  voor vrijwilligersinitiatieven zoals bij SIGNI. Van belang is natuurlijk dat dit veilig
                  gebeurt.
               
Tijdens het tweeminutendebat op 3 oktober 2023 (Handelingen II 2023/24, nr. 7, item 27) is door de leden Strolenberg (VVD) en Inge van Dijk (CDA) een motie ingediend die
                  de regering verzoekt te bekijken of een tussenregeling gemaakt kan worden voor sportduikers
                  die geen arbeid verrichten waarbij bijzondere gevaren voor de veiligheid of de gezondheid
                  bestaan (Kamerstuk 25 883, nr. 474). Dit zodat zij buiten de Arbeidsomstandighedenwet- en regelgeving vallen.
               
Ik heb tijdens dit debat toegezegd dat ik na ontvangst van het advies op hoofdlijnen
                  over vrijwilligerswerk en duiken, dat door de Stichting Werken onder Overdruk (SWOD)
                  zou worden uitgebracht, zou bekijken of en in hoeverre een tussenregeling wenselijk
                  en mogelijk is.
               
Een speciale projectgroep van SWOD heeft dit advies voorbereid en op 4 oktober jl.
                  uitgebracht. Aan de projectgroep heeft de Nederlandse Onderwatersport Bond (NOB) als
                  vertegenwoordiger van de vrijwilligers deelgenomen. Het advies heb ik als bijlage
                  bij deze brief gevoegd. Ik dank SWOD hartelijk voor dit bruikbare advies.
               
Het advies is een bijzondere prestatie gelet op de verschillen in belangen van alle
                  deelnemende partijen. Het advies schetst de contouren van een eenduidig en samenhangend
                  stelsel op basis van risico’s voor de veiligheid en de gezondheid van duikers bij
                  het uitvoeren van werkzaamheden als professionele duiker of als vrijwilliger.
               
De projectgroep heeft zich voor het advies gebogen over een vraagstelling van mijn
                  departement. De projectgroep verwoordt deze vraagstelling als volgt: «De vraag die
                  voorligt is op welke wijze (regelgeving, documenten, procedures en deelname aan de
                  fora waarin hiervoor voorstellen worden ontwikkeld) de werkzaamheden van sport-duikende
                  vrijwilligers en wetenschap duikers ingepast kunnen worden in de huidige wetgeving
                  gebaseerd op basis van een risico-inschatting van de activiteiten.»
               
De projectgroep heeft bij de analyse van knelpunten en mogelijke oplossingen getracht
                  een zo generiek mogelijke oplossing te zoeken die goed uitlegbaar is aan alle belanghebbenden.
               
De voorgestelde oplossingen zijn van belang vanwege drie typen knelpunten:
• Knelpunten in het Arbeidsomstandighedenbesluit en -regeling
• Knelpunten in de Arbocatalogus
• Knelpunten in het certificatie/registratie systeem
Het advies bevat ook het voorstel om nader te bezien of bij de uitwerking van oplossingen
                  zoveel mogelijk kan worden aangesloten bij al bestaande normering en opleidingen voor
                  recreatief duiken, internationale documenten en richtlijnen, medische beoordelingen
                  en feitelijke activiteiten en omstandigheden waarin deze worden uitgevoerd. Het voordeel
                  daarvan is dat daar waar mogelijk wordt aangesloten bij bestaande kwalificatiesystemen
                  in de professionele duikwereld en de recreatieve duikwereld. Dat kan ook het draagvlak
                  voor de oplossingen versterken.
               
De uitwerking van dit advies is veelomvattend en vergt een forse inspanning van de
                  genoemde projectgroep. Mijn departement zal, net als voor het bijgaande advies, enige
                  financiële ondersteuning geven voor het inhuren van een professionele voorzitter.
                  De inschatting van SWOD is dat de werkzaamheden in het derde kwartaal van 2024 afgerond
                  kunnen worden. De projectgroep zal een pakket van uitgewerkte voorstellen opleveren
                  die geïmplementeerd kunnen worden. Daarna kunnen eventuele noodzakelijke aanpassingen
                  in de regelgeving worden voorbereid.
               
Desgevraagd heeft SWOD aangegeven dat zij het niet wenselijk acht als de leden van
                  de projectgroep ingezet moeten worden voor het realiseren van een door uw Kamer gevraagde
                  tussenregeling. Niet alleen is op dit moment onvoldoende duidelijk hoe deze er dan
                  uit zou moeten zien, maar de noodzakelijke inzet daarvoor van de projectgroep-leden
                  van SWOD zou ook de uitwerking van het hoofdlijnenadvies sterk vertragen.
               
Een tussenregeling is om die reden niet wenselijk en vanwege vertragingseffecten ook
                  niet verstandig. Van SWOD is kortgeleden een projectvoorstel voor de uitwerking van
                  het hoofdlijnenadvies ontvangen, met het verzoek hier financiële ondersteuning voor
                  te verlenen. Momenteel wordt de opdrachtverlening voorbereid. Ik kijk uit naar de
                  uitwerking van het hoofdlijnenadvies.
               
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid