Brief regering : Invulling informatieverzoek motie van het lid Valstar c.s. over inzichtelijk maken wat er nodig is om binnen de Duits-Nederlandse samenwerking een eigen tankbataljon op te richten (Kamerstuk 27830-410)
27 830 Materieelprojecten
Nr. 422
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 december 2023
Uw Kamer heeft middels de motie Valstar c.s. (Kamerstuk 27 830, nr. 410) verzocht inzichtelijk te maken wat er nodig is om binnen de Duits-Nederlandse samenwerking
een eigen tankbataljon op te richten om te voldoen aan de NAVO-capaciteiten. Met deze
brief geven wij invulling aan dat informatieverzoek.
Context
Defensie wil standaardisatie versterken en daarmee de Europese interoperabiliteit
en samenwerking vergroten. Daarnaast streeft Nederland naar een nauwe afstemming met
NAVO-bondgenoten, waaronder Duitsland, in de invulling van de zware capaciteiten.1 Nederland en Duitsland treden als gevolg van het NATO New Force Model en ter versterking van de bondgenootschappelijke afschrikking en verdediging operationeel
geïntegreerd op in grotere militaire internationale verbanden (divisies binnen een
legerkorps). Materiële interoperabiliteit door gebruik van identieke wapensystemen
versterkt de effectiviteit. Een eventueel nieuw tankbataljon zou worden vormgegeven
binnen de Nederlands-Duitse samenwerking. De uitvoering hiervan, inclusief opleiding
en training, behoeft zowel Nederlandse als Duitse bijdragen.
In 2018 zijn door Defensie meerdere capaciteitenopties waaronder een tankbataljon
uitgewerkt om invulling te geven aan de vijf prioritaire capaciteitendoelstellingen
van de NAVO.2 In de Defensienota 2022 is op basis van de beschikbare financiële middelen en het
nationale militaire advies besloten de slagkracht gericht te versterken.3 Daarom is binnen de keuzes van de Defensienota 2022 geen tankbataljon opgericht.
Sinds 2022 is de veiligheidssituatie verder verslechterd. Tegen de achtergrond van
de aanhoudende Russische aanvalsoorlog in Oekraïne en de sterk toegenomen dreiging
richting het NAVO-verdragsgebied, hebben de bondgenoten daarom tijdens de NAVO-top
in Vilnius met de Defence Investment Pledge afgesproken om minimaal 2 procent van het BBP uit te geven aan Defensie (Kamerstuk
28 676, nr. 440). In de beoordeling van de aan Nederland toegewezen capaciteitendoelstellingen stelt
de NAVO vast dat Nederland geavanceerde, inzetbare en interoperabele eenheden inbrengt
in het bondgenootschap, waarvan een groot deel van hoge kwaliteit. Tegelijkertijd
stelt NAVO vast dat er blijvende tekortkomingen zijn waarvoor op de korte termijn
niet in een oplossing is voorzien. Daarbij noemt NAVO onder andere de prioriteitsdoelstellingen
voor het leveren van een zware en een medium infanteriebrigade (Kamerstuk 28 676, nr. 421).
Een tankbataljon
Conform de NAVO-standaard bestaat een tankbataljon uit 44 tanks voor een operationele
eenheid, aangevuld met 8 tanks voor opleiden en trainen (O&T) en logistieke reserve.4 Voortschrijdende technologische ontwikkelingen en inzichten uit de oorlog in Oekraïne
maken een bataljon waarin bemande en onbemande systemen geïntegreerd optreden op middellange
termijn mogelijk en wenselijk.5 Het bataljon is dan opgebouwd uit een combinatie van 2/3 bemande gevechtstanks en
1/3 onbemande systemen met vergelijkbare offensieve capaciteiten.
Een tankbataljon, inclusief de bijbehorende ondersteuning (combat support & combat service support), bestaat uit circa 350 vte’n voor de bemensing van de drie gevechtseskadrons, de
organieke logistieke en gevechtsondersteunende capaciteiten en de bataljonsstaf. Dit
personeel zal bij oprichting van een tankbataljon moeten worden geworven. Binnen Defensie
is veel relevante operationele en instandhoudingservaring van het Leopard-2 systeem
aanwezig.6 Dit verkort de tijd waarbinnen het tankbataljon initial operational capable (IOC) kan zijn.
Defensie heeft in 2018 een productvergelijking uitgevoerd tussen vijf moderne gevechtstanks.
Destijds bleek dat de Leopard-2A7+ gevechtstank als enige Military Off The Shelf (MOTS) tank aan de operationele eisen voor een Nederlands tankbataljon voldeed.7 Daarnaast heeft het Leopard-2 platform als gevolg van «familievorming» en samenwerking
met Duitsland instandhoudingsvoordelen: de krijgsmacht heeft al tientallen genie-,
bergings- en brugleggende tanks op basis van dit onderstel in gebruik. Inmiddels heeft
de producent de Leopard 2A7+ vervangen door de Leopard 2A8, een modernere variant.
Ten opzichte van de uitkomst van productvergelijking uit 2018 kent de Leopard 2A8
main battle tank voordelen op het gebied van levertijd, prijs en Europese interoperabiliteit.
Een tankbataljon omvat in materiële zin naast gevechtstanks ook, op de taak gedimensioneerde,
organieke gevechtsondersteunende capaciteiten (combat support) en logistieke capaciteiten (combat service support). Dit zijn momenteel onder meer Fennek voertuigen voor verkenningstaken, 12kN Manticore
en Boxer pantserwielvoertuigen voor command & control en gewondenafvoer, Scania vrachtwagens voor bevoorrading en onderhoudstaken en gepantserde
bergingsvoertuigen.8
Interoperabiliteit en samenwerking met NAVO-bondgenoot Duitsland
Een main battle tank met een grote gebruikersgroep in Noord-Europa9, zoals de Leopard-2, kent voordelen voor training, instandhouding10 en reservedelen-voorziening. Daarnaast kan gezamenlijke verwerving meer NAVO- en
Europese interoperabiliteit (één model voor alle deelnemende landen) garanderen, tijdige
leveringen faciliteren en de prijs-per-stuk drukken. Ook zorgt gezamenlijke verwerving
voor een minimaal beslag op de verwervingscapaciteit van de deelnemende landen en
wordt de schaarse productiecapaciteit van de Europese industrie effectief gebruikt.
Mede naar aanleiding van de sterk toegenomen Europese vraag naar zware wapensystemen
na februari 2022, is de Duitse productielijn voor nieuwe Leopard tanks heropend.11 Duitsland heeft daarom medio 2023 een aantal partnerlanden, onder wie Nederland,
uitgenodigd deel te nemen aan de gezamenlijke verwerving van tanks via een vraagbundelingsinitiatief:
het Europese Leopard 2A8 Procurement Initiative. Om zowel productiesnelheid als bredere Europese interoperabiliteit te bevorderen
wordt de productie beperkt tot één variant: de Leopard-2A8. Voor alle afnemende landen
is de tank identiek – dus zonder land-specifieke eisen – met als enige uitzondering
de voorzieningen voor nationale command & control middelen.
Ruimte
Een tankbataljon heeft ruimte nodig om te kunnen trainen, maar ook voor legering,
les- en kantoorgebouwen, logistieke magazijnen en technische ruimtes voor instandhouding.
De oefen- en schietterreinen bij de Nederlandse kazernes bieden onvoldoende ruimte
om realistisch met een tankbataljon te kunnen trainen of – met oog voor de veiligheidsaspecten
van de omgeving – de benodigde live firing exercises te kunnen faciliteren. Stationering van een tankbataljon op NATO Training Area (NTA) Bergen-Hohne in Duitsland, op 400 km van Utrecht, ligt dan voor de hand. Ook
operationeel zou dit wenselijk zijn.12 Direct aangrenzend aan deze oefenlocatie is kazernecapaciteit beschikbaar met groeiruimte
voor nieuwe eenheden en zou geen beslag leggen op schaarse bouw-, stikstof- en geluidsruimte
in Nederland.13
Financiële aspecten
Een tankbataljon vraagt een jaarlijkse uitgave in de bandbreedte tussen
€ 260–315 miljoen.14 Dit omvat over een planperiode van 15 jaar zowel de investeringskosten, de materiële
en personele exploitatiekosten als gerelateerde kosten voor zogeheten «tweede en derde
orde effecten». Deze middelen zijn thans niet begroot.
De investeringskosten omvatten de tankcapaciteit, ondersteunende voertuigen, command & control systemen, een intieel pakket reservedelen en de inzetvoorraad munitie. De exploitatiekosten
omvatten zowel personele exploitatie-uitgaven voor loonkosten en buitenlandtoelage
als materiële exploitatie-uitgaven, waaronder onderhoud en de kosten voor gereedstelling
(brandstof, oefenmunitie).
Tweede en derde orde effecten omvatten onder meer proportionele meerkosten voor kleding
en uitrusting, IT-aansluitingen, gebouwenonderhoud, militaire politietaken en veiligheidsonderzoeken.
Met deze informatiebrief geven wij invulling aan de motie Valstar c.s. (Kamerstuk
27 830, nr. 410) om inzichtelijk te maken wat er nodig is om binnen de Duits-Nederlandse samenwerking
een tankbataljon op te richten om te voldoen aan de NAVO-capaciteiten.
De Minister van Defensie,
K.H. Ollongren
De Staatssecretaris van Defensie,
C.A. van der Maat
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie -
Mede ondertekenaar
C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie