Brief regering : Evaluatie wet elektronische dienstverlening burgerlijke stand
27 859 Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA)
Nr. 179
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 december 2023
Aanleiding
Hierbij bied ik u de evaluatie van de Wet elektronische dienstverlening burgerlijke
stand aan. Deze wet vormt sinds 1 juli 2015 het kader voor invoering, door gemeenten
die dat willen, van de mogelijkheid tot elektronische aangifte van overlijden, sinds
1 juli 2016 voor de melding voorgenomen huwelijk en registratie partnerschap en, sinds
1 januari 2020 de elektronische geboorteaangifte. Het uitgangspunt daarbij is dat
de wet faciliteert en gemeenten zelf besluiten deze elektronische dienstverlening
al dan niet aan te bieden, op eigen verantwoordelijkheid.
Bij de inwerkingtreding van de onderdelen van deze wet betreffende de elektronische
geboorteaangifte heb ik aangekondigd de wet na drie jaar te zullen evalueren (Stb. 2019, nr. 419, p. 5). Overeenkomstig mijn toezegging bij de behandeling van de Wet introductie
gecombineerde geslachtsnaam is in deze evaluatie tevens aandacht besteed aan de vraag
wat de ervaringen met digitale aangiftemogelijkheden leren over de mogelijkheid van
een digitale geslachtsnaamskeuze.1
In deze brief geef ik een korte samenvatting van de resultaten van de evaluatie en
ga ik in op de mogelijkheden voor digitale geslachtsnaamskeuze.
Resultaten evaluatie
De evaluatie is in opdracht van het WODC uitgevoerd door advies- en onderzoeksbureau
Significant APE.2 Bij deze evaluatie is gebruik gemaakt van een breed scala aan onderzoeksmethoden,
waaronder een geautomatiseerde doorzoeking van websites van gemeenten en een enquête
onder alle gemeenten en een grote groep uitvaartondernemers. Uit de evaluatie blijkt
dat 90% van de gemeenten één of meer vormen van digitale dienstverlening aanbiedt.
De helft van alle gemeenten (n=177) biedt digitale aangifte/melding aan voor zowel
geboorte, overlijden als voorgenomen huwelijk/geregistreerd partnerschap. 90 gemeenten
bieden twee soorten en 40 gemeenten één soort digitale dienstverlening aan. 34 gemeenten
bieden nog geen enkele vorm van digitale dienstverlening aan. De mogelijkheid tot
digitale aangifte van overlijden is het vaakst (n=290) mogelijk bij gemeenten, gevolgd
door de mogelijkheid van aangifte van geboorte (n=236) en tot slot de melding van
voorgenomen huwelijk/geregistreerd partnerschap (n=226). Gemeenten die (nog) geen
gebruik maken van de mogelijkheid tot digitale aangifte/melding geven aan dat zij
nog geen tijd hebben gehad voor de implementatie en/of dat de organisatie er nog niet
klaar voor is. Daarnaast wegen de implementatiekosten (voor kleine gemeenten) vaak
niet op tegen de lage aantallen aangiften/meldingen per jaar.
Uit de enquête onder gemeenten blijkt dat de meeste gemeenten tevreden en/of zeer
tevreden zijn over de implementatie van de digitale dienstverlening. Burgers geven
weinig signalen of klachten over het gebruik van de diensten. Gemeenten geven daarnaast
aan dat digitale aangifte leidt tot tijdsbesparing die kan worden ingezet voor andere
werkzaamheden zoals het signaleren van fraude of herstelwerk. Uitvaartondernemers
geven aan dat ze met de invoering van de digitale aangifte van overlijden ook een
tijdsbesparing realiseren omdat er geen reistijd naar en wachttijd bij de gemeente
is.
De ondervraagde gemeenten zien geen belemmeringen om de elektronische dienstverlening
uit te breiden naar andere onderdelen van de burgerlijke stand, zoals het elektronisch
verstrekken van uittreksels en afschriften van akten van de burgerlijke stand. Daarbij
verdient opmerking dat de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken inmiddels een standpunt
heeft ingenomen over een mogelijke uitbreiding van de elektronische dienstverlening
met het elektronisch verstrekken van uittreksels en afschriften en de digitale opslag
van akten van de burgerlijke stand.3 Daarin wordt gesteld dat een dergelijke verdere uitbreiding van de digitalisering
wenselijk is, maar ook dat de digitale opslag van (bestaande papieren) akten van de
burgerlijke stand een grote inspanning vergt van gemeenten en een uniforme werkwijze
in heel Nederland. Dat laatste strookt niet met het uitgangspunt van het huidige wettelijke
kader dat gemeenten zelf besluiten tot het al dan niet openstellen van elektronische
dienstverlening. Dit vergt wetswijziging en daarnaast een aanzienlijke inzet van capaciteit
en middelen. Ik verwacht u in de tweede helft van 2024 te kunnen informeren over een
mogelijk vervolg dat hieraan wordt gegeven.
Digitale geslachtsnaamskeuze
Uit de evaluatie kwam ook naar voren dat gemeenten weinig problemen zien in de invoering
van een digitale verklaring van de geslachtsnaamkeuze mits beide ouders die bevestigen
via hun persoonlijke DigiD. In het kader van de voorbereiding van de Wet Introductie
Gecombineerde Geslachtsnaam is bij mij tevens een verzoek binnengekomen om via een
pilot een dergelijke digitale naamskeuze mogelijk te maken, nu deze wet naar verwachting
zal leiden tot een toename van het aantal ouders dat een naamskeuze zal willen doen.
Hierop heb ik het wettelijk kader tegen het licht gehouden om te bezien of die ruimte
biedt voor een digitale geslachtsnaamskeuze. Geslachtsnaamskeuze kan op verschillende
momenten worden gedaan. Als de keuze wordt gedaan ter gelegenheid van de erkenning
of na de erkenning bij het sluiten van het huwelijk of de registratie van het partnerschap
van de ouders wordt een akte van naamskeuze opgemaakt. Naamskeuze kan ook worden gedaan
bij de gerechtelijke vaststelling ouderschap of de adoptie. In die gevallen wordt
de naamskeuze op zitting door de ouders gedaan en wordt vervolgens vermeld in de desbetreffende
rechterlijke beschikking. Bij een binnen huwelijk of geregistreerd partnerschap geboren
kind, kan de naamskeuze vóór de geboorte worden gedaan, waarna een akte van naamskeuze
wordt opgemaakt, of op zijn laatst bij de geboorteaangifte, waarbij de naamskeuze
direct in de geboorteakte wordt opgenomen. Een akte van naamskeuze moet door beide
ouders worden getekend. Een digitale naamskeuze heeft daardoor in die gevallen geen
meerwaarde. Het laten vervallen van de eis van ondertekening van de akte van naamskeuze
of het doen van naamskeuze vergt wijziging van het Besluit burgerlijke stand 1994.
Bij naamskeuze ten tijde van de aangifte van geboorte binnen huwelijk of geregistreerd
partnerschap wordt enkel een geboorteakte opgemaakt, waarvoor het wettelijk kader
niet vereist dat deze door ouders wordt ondertekend.4 Ik zie op basis daarvan ruimte voor een pilot met digitale geslachtsnaamskeuze. De
gemeente Rotterdam heeft aangegeven bereid te zijn om gedurende een jaar in de digitale
naamskeuze in die gevallen mogelijk te maken, waarbij als randvoorwaarde geldt dat
beide ouders via DigiD inloggen en via digitale weg ten overstaan van de ambtenaar
van de burgerlijke stand gezamenlijk verklaren de naamskeuze te wensen. Mogelijk sluiten
nog andere gemeenten op basis van dezelfde randvoorwaarden aan bij de pilot. Als de
resultaten van deze pilot bekend zijn, kunnen die worden betrokken bij de besluitvorming
over het al dan niet wettelijk verankeren van een bredere mogelijkheid tot digitale
geslachtsnaamskeuze.
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming