Brief regering : CBS Monitor Loonverschillen mannen en vrouwen 2022
27 099 Gelijke beloning
Nr. 24
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 december 2023
Gelijke beloning voor vrouwen en mannen zou een vanzelfsprekendheid moeten zijn. Helaas
blijkt uit de cijfers dat dit niet de realiteit is. Ik hecht er grote waarde aan dat
vrouwen en mannen een gelijkwaardige positie hebben op de arbeidsmarkt en daarvoor
ook gelijk worden beloond. Vrouwen verdienen gemiddeld per uur aanzienlijk minder
dan mannen. Uit de nieuw gepubliceerde CBS-cijfers blijkt dat het gaat om een verschil
in gemiddeld uurloon van 16,9 procent in het bedrijfsleven en 5,1 procent bij de overheid.
Wanneer dit wordt vertaald naar een werknemer met een bruto modaal inkomen komt deze
loonkloof neer op € 6.560 op jaarbasis in het nadeel van vrouwen in het bedrijfsleven
en € 2.040 bij de overheid. Ook wanneer rekening wordt gehouden met factoren die invloed
hebben op lonen van werknemers blijven significante loonverschillen tussen vrouwen
en mannen bestaan, die zorgen voor reële verschillen in inkomen tussen vrouwen en
mannen. Afgezet tegen een modaal inkomen, kan dit worden vertaald in € 2.760 in het
nadeel van vrouwen in het bedrijfsleven en bij de overheid in € 720. Deze loonverschillen
nemen slechts zeer langzaam af.
Loonverschillen tussen vrouwen en mannen vind ik onacceptabel. De loonkloof (het ongecorrigeerde
beloningsverschil) laat zien dat vrouwen nog geen gelijkwaardige positie hebben ten
opzichte van mannen. Zo stromen zij bijvoorbeeld minder vaak door naar hogere functies
en zijn zij vaker werkzaam in lager betaalde banen. Het gecorrigeerde loonverschil
laat zien dat ook bij gelijkwaardig werk er loonverschillen tussen vrouwen en mannen
blijven bestaan. Deze verschillen kunnen we niet accepteren. Dit vraagt dan ook om
een stevige aanpak van ons allemaal: werkgevers, overheid en werknemers.
Om de loonverschillen in beeld te brengen voert het Centraal Bureau voor de Statistiek
(CBS) in opdracht van het Ministerie van SZW periodiek onderzoek uit naar loonverschillen
tussen vrouwen en mannen in Nederland. Hierbij deel ik de meeste recente Monitor Loonverschillen,
Monitor Loonverschillen mannen en vrouwen, 2022 (Monitor Loonverschillen 2022) met uw Kamer. Dit onderzoek bevat een vernieuwde opzet
ten opzichte van eerdere edities. In onderstaande ga ik eerst in op de belangrijkste
uitkomsten uit de Monitor Loonverschillen. Vervolgens ga ik in op de vernieuwde opzet
van de monitor. Tenslotte geef ik mijn reactie op de cijfers en ga ik in op de maatregelen
die ik neem om de loonverschillen tegen te gaan.
Monitor Loonverschillen 2022
De Monitor Loonverschillen 2022 bevat gegevens over loonverschillen bij de overheid
en in het bedrijfsleven en de ontwikkeling hiervan ten opzichte van eerdere jaren
(2014–2022). In de rapportage is aandacht voor de loonverschillen tussen vrouwen en
mannen, de gecorrigeerde loonverschillen, kenmerken van de werknemer, werkgever en
de baan en verklarende factoren. Ook wordt ingegaan op de vernieuwing van de methode.
Door de methodewijziging komen de cijfers in de Monitor Loonverschillen 2022 niet
meer precies overeen met die van eerdere edities en kunnen deze dus niet een-op-een
aan elkaar worden gerelateerd. Wel is in de nieuwe Monitor Loonverschillen een tijdreeks
opgenomen vanaf 2014. Anders dan in eerdere edities van de Monitor Loonverschillen
zijn de ongecorrigeerde en gecorrigeerde cijfers binnen de publicatie rechtstreeks
in deze Monitor Loonverschillen vergelijkbaar.
Ongecorrigeerde loonverschillen tussen vrouwen en mannen (loonkloof)
Uit de Monitor Loonverschillen 2022 blijkt dat het uurloon van vrouwen in het bedrijfsleven
in 2022 gemiddeld 16,4 procent lager lag dan dat van mannen. Het relatieve verschil
in uurloon tussen vrouwen en mannen is sinds 2014 afgenomen.1 In 2014 bedroeg dit verschil 19,2 procent. Vrouwen hadden in 2022 een gemiddeld uurloon
van € 22,90, terwijl dat van mannen gemiddeld € 27,40 per uur bedroeg. Het absolute
verschil in gemiddeld uurloon is tussen 2014 en 2022 gelijk gebleven en bedroeg al
die jaren ongeveer € 4,50. Bij de overheid lag in 2022 het uurloon van vrouwen 5,1 procent
lager dan dat van mannen. Dit relatieve verschil in uurloon is ten opzichte van 2014
gehalveerd. Uit de rapportage blijkt dat ook het absolute verschil in gemiddeld uurloon
bij de overheid kleiner is geworden. In 2022 ging het om een verschil van € 1,60,
in 2014 om een verschil van € 2,60. In 2022 verdienden vrouwen bij de overheid een
uurloon van gemiddeld € 29,70, terwijl mannen gemiddeld € 31,30 verdienden.
Gecorrigeerde loonverschillen tussen vrouwen en mannen
Naast het ongecorrigeerde loonverschil tussen vrouwen en mannen is ook het gecorrigeerde
loonverschil in kaart gebracht. Hierbij heeft het CBS getracht uurlonen te vergelijken
tussen vrouwen en mannen met vergelijkbare achtergrondkenmerken en vergelijkbare banen.
Gekeken is in welke mate geslacht nog een rol speelt in de beloning wanneer rekening
wordt gehouden met factoren die invloed hebben op de hoogte van lonen. Deze factoren
kunnen worden onderverdeeld in drie categorieën, namelijk kenmerken van de werknemer
(zoals leeftijd, opleidingsniveau, aantal jaren in dienst bij huidige werkgever),
kenmerken van de werkgever (bedrijfstak, aantal werkzame personen) en kenmerken van
de baan (zoals beroepsniveau en -richting, contract voor bepaalde/onbepaalde tijd,
leidinggevende functie).
In 2022 lag in het bedrijfsleven het gecorrigeerde uurloon van vrouwen 6,9 procent
lager dan dat van mannen. Tussen 2014 en 2020 is het gecorrigeerde uurloonverschil
tussen mannen en vrouwen in het bedrijfsleven afgenomen, van bijna 10 procent naar
ongeveer 7 procent. Tussen 2020 en 2022 is dit verschil vrijwel gelijk gebleven. Bij
de overheid lag in 2022 het gecorrigeerde uurloon van vrouwen 1,8 procent lager dan
dat van mannen. Tussen 2014 en 2022 is het gecorrigeerde uurloonverschil elke twee
jaar ongeveer met een procentpunt afgenomen. Het CBS geeft aan dat of en in hoeverre
de loonverschillen tussen vrouwen en mannen het gevolg zijn van ongelijke behandeling,
in de publicatie niet kan worden vastgesteld. Het onverklaarde loonverschil tussen
vrouwen en mannen geeft volgens het CBS een voorzichtige indicatie van het bestaan
van beloningsdiscriminatie, maar vormt hiervoor geen bewijs.
Vernieuwde opzet Monitor Loonverschillen
Vanaf 2010 doet het CBS in opdracht van het Ministerie van SZW tweejaarlijks onderzoek
naar de loonverschillen tussen mannen en vrouwen. Omdat één van de belangrijkste doelen
van de Monitor Loonverschillen is de trend in loonverschillen te onderzoeken, is de
opzet sinds 2010 nauwelijks veranderd. Gezien gaandeweg op meerdere punten verbeteringen
aan de opzet mogelijk bleken, heeft het CBS in opdracht van SZW de methode aangepast.
De gewijzigde opzet heeft meerdere voordelen. Zo zijn de resultaten niet langer gebaseerd
op een steekproef met mogelijke selectiviteit, maar op alle werknemers uit de onderzoekspopulatie.
Ook zijn de onzekerheidsmarges van de uitkomsten aanzienlijk kleiner. Met de vernieuwde
opzet zijn verder de populatie en de achtergrondkenmerken gebaseerd op actuele inzichten
in factoren die de loonverschillen kunnen verklaren. Daarnaast kan de Monitor Loonverschillen
nu al worden gepubliceerd binnen een jaar na afloop van het verslagjaar, waar dit
voorheen pas twee jaar na afloop van het verslagjaar kon. Daarmee bevat de Monitor
Loonverschillen vanaf dit moment actuelere informatie dan in het verleden het geval
was.
Als bijlage bij deze brief is de Methodewijziging Monitor Loonverschillen mannen en vrouwen gevoegd. Hierin beschrijft het CBS de aanpassingen die zijn gedaan in de methode en
de overwegingen die tot de aanpassingen hebben geleid. Ook wordt een vergelijking
weergegeven van de resultaten volgens de oude en de nieuwe methode.
Reactie op de Monitor Loonverschillen 2022
Ik hecht er grote waarde aan dat loonverschillen tussen vrouwen en mannen worden opgeheven.
Daarvoor is het van belang zicht te hebben op de loonverschillen, zowel op de loonkloof
als op de gecorrigeerde loonverschillen. Met de nieuwe Monitor Loonverschillen en
de aanpassingen in de methode, heeft het CBS verbeteringen aangebracht in het in kaart
brengen van loonverschillen. Ook zie ik het als een positieve ontwikkeling dat door
de nieuwe methode de Monitor Loonverschillen vanaf nu recentere informatie over loonverschillen
bevat.
Helaas laten ook de uitkomsten uit de nieuwe Monitor Loonverschillen zien dat de loonverschillen
in Nederland maar langzaam dalen en dat het verschil in het gecorrigeerde uurloon
in het bedrijfsleven tussen 2020 en 2022 zelfs vrijwel gelijk is gebleven. Ter illustratie,
wanneer de cijfers van het CBS vertaald worden naar een gemiddelde werknemer met een
bruto modaal inkomen van € 40.000, is er op jaarbasis (bij het ongecorrigeerde verschil)
een verschil van gemiddeld € 6.560 ten nadele van een vrouwelijke werknemer (16,9
procent verschil). Bij de overheid is het nadeel van een vrouwelijke werknemer gemiddeld
€ 2.040 euro per jaar. Voor het gecorrigeerde verschil komt dit bij een modaal inkomen
neer op gemiddeld € 2.760 in het nadeel van vrouwen in het bedrijfsleven en bij de
overheid op € 720. Vrouwen krijgen dus voor gelijkwaardig werk significant minder
betaald. Deze loonverschillen vind ik onacceptabel en dit onderstreept het belang
stevig in te blijven zetten op het verder laten afnemen van zowel de loonkloof (het
ongecorrigeerde loonverschil) als het gecorrigeerde loonverschil.
De nieuwste cijfers over de loonkloof laten zien dat er nog geen sprake is van een
gelijkwaardige positie op de arbeidsmarkt van vrouwen. Om de loonkloof te laten afnemen
vind ik het van groot belang de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt verder te versterken.
Vrouwen zouden bijvoorbeeld evenveel kans moeten maken om door te stromen naar hogere
functies en op een vast contract als mannen.
Deze kabinetsperiode zijn verschillende maatregelen genomen om te werken aan een gelijkwaardige
positie op de arbeidsmarkt. Zo is het uitkeringspercentage van het op 2 augustus 2022
in werking getreden betaald ouderschapsverlof verhoogd van 50% naar 70% van het dagloon.
Ook wordt gewerkt aan het aanpakken van zwangerschapsdiscriminatie door in te zetten
op bewustwording door het verbeteren van de informatievoorziening, zowel richting
(zwangere) werknemers als werkgevers. Daarnaast is in september dit jaar de dialoog
«Samenspraak» gestart om meer inzicht te krijgen in de ervaringen van mensen rondom
gendergelijkheid op de arbeidsmarkt. Met verschillende groepen in de samenleving wordt
in gesprek gegaan over de verdeling van arbeid en zorg, en de verwachtingen in de
samenleving over mannen en vrouwen op het werk, in het gezin en breder op de arbeidsmarkt.
Het doel van de dialoog SamenSpraak is om beter te begrijpen hoe de huidige genderongelijkheid
op de arbeidsmarkt, waaronder de loonkloof, een rol speelt in de levens van mensen.
Vervolgens willen we in gesprek met burgers en werkgevers bespreken hoe we de knelpunten
kunnen aanpakken en welke rol daarin is weggelegd voor burgers, werkgevers en de overheid.
Verder zet ik mij in voor het vergroten van bewustwording ten aanzien van de positie
van vrouwen op de arbeidsmarkt en werk ik aan het bevorderen van gelijkwaardige kansen.
Ook de aanpak van arbeidsmarktdiscriminatie zoals draagt hieraan bij. In de voortgangsrapportage
over het Actieplan Arbeidsmarktdiscriminatie heb ik uw Kamer geïnformeerd over de
inzet op dit terrein.2
Om de loonverschillen verder tegen te gaan ben ik blij dat de richtlijn loontransparantie
in Europa is aangenomen. Hiermee is een belangrijke stap gezet in de aanpak van loonverschillen
tussen vrouwen en mannen. Tijdens de onderhandelingen heb ik mij ingezet voor een
goed resultaat en snelle aanname van de richtlijn. Momenteel werk ik aan spoedige
implementatie van deze richtlijn. Ik verwacht dat het wetsvoorstel ter implementatie
van deze richtlijn in de tweede helft van 2024 aan uw Kamer kan worden aangeboden.
Met deze nieuwe wetgeving moeten werkgevers transparanter zijn over de beloning en
loonverschillen binnen hun organisaties. Ik geloof dat deze transparantie kan bijdragen
aan een betere positie van werknemers doordat zij meer inzicht krijgen in mogelijke
loonverschillen. Het zorgt ervoor dat werkgevers transparant moeten zijn over loonverschillen
en actie moeten ondernemen op het moment dat deze verschillen bestaan. Ook voorziet
de richtlijn erin dat hier toezicht op moet worden gehouden. Loontransparantie draagt
zo bij aan het tegengaan van onacceptabele loonverschillen. Zodat werkgevers hun verantwoordelijkheid
nemen en zich stevig en langdurig inzetten om de loonverschillen tegen te gaan.
De meest recente Monitor Loonverschillen laat zien dat blijvende aandacht nodig is
voor het aanpakken van loonverschillen tussen vrouwen en mannen. Hier blijf ik mij
de komende periode voor inzetten.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid