Brief regering : Publicatie CBS Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest - derde kwartaal 2023
33 037 Mestbeleid
Nr. 522
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 december 2023
Met deze brief informeer ik de Kamer dat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
op 23 november 2023 de derde kwartaalrapportage 2022 over de fosfaat-en stikstofexcretie
door de Nederlandse veestapel gepubliceerd heeft.1 Het CBS stelt op mijn verzoek na afloop van ieder kwartaal een berekening samen van
de verwachte fosfaat- en stikstofexcretie van de Nederlandse veestapel.
De derde kwartaalrapportage 2023 geeft een momentopname van de verwachte fosfaat-
en stikstofexcretie over geheel 2023 op basis van de op 1 oktober 2023 beschikbaar
gekomen nieuwe en actuele gegevens over de omvang van de rundveestapel, de melkproductie
per koe en de beschikbaarheid en samenstelling van krachtvoer en ruwvoer. De voor
2023 verwachte fosfaat- en stikstofexcretie van de Nederlandse veestapel is weergegeven
in tabel 1.
Tabel 1: Momentopname van de verwachte fosfaat- en stikstofexcretie van de Nederlandse
veestapel over 2023 (in miljoen kg)
Fosfaat
Stikstof
Plafond1
1e kw
2e kw
3e kw
Plafond1
1e kw
2e kw
3e kw
Natonaal
150,7
146,3
147,3
146,5
489,4
477,2
475,7
472,2
Melkvee
(84,9)
72,5
73,9
74,2
(281,8)
278,7
276,7
276,3
Varkens
(39,7)
33,9
34,4
33,2
(99,1)
87,4
88,6
85,5
Pluimvee
(27,4)
22,8
22,5
22,4
(60,3)
53,6
53,9
53,3
Overig2
(20,9)
17,1
16,5
16,7
(63,2)
57,5
56,5
57,1
N.B. Door afrondingen kan de som van de cijfers afwijken van het totaal
1) Betreft het op grond van de derogatiebeschikking 2022–20252 geldende nationale plafond en, tussen haakjes, de in de Meststoffenwet vermelde sectorale
plafonds.
2) Voor «overig» is in de Meststoffenwet geen sectoraal plafond vermeld. Het vermelde
plafond is afgeleid van het nationaal plafond en de drie vermelde sectorale plafonds.
Uit tabel 1 blijkt dat het CBS, op basis van de nu beschikbare gegevens, verwacht
dat in 2023 het geldende nationale plafond voor fosfaat en stikstof niet overschreden
zal worden.
Met de melkveesector is in het kader van de stikstofproblematiek afgesproken om op
sectorniveau ernaar te streven het ruweiwitgehalte (RE-gehalte) in het melkveevoerrantsoen
te verlagen en deze in 2025 niet hoger te laten zijn dan 160 gram RE/kg droge stof.
Om de voortgang hierop te monitoren heeft het CBS in zijn publicatie ook een prognose
opgenomen van het ruweiwitgehalte in het melkveevoerrantsoen. Deze prognose is weergegeven
in tabel 2.
Tabel 2: RE-gehalte in het melkveevoerrantsoen (melk- en kalfkoeien en bijbehorend
jongvee) in 2022 en het verwachte RE-gehalte in 2023 (in g/kg droge stof)
2022
2023
1e kw
2e kw
3e kw
Melkveevoerrantsoen
161
–1
165
165
X Noot
1
Er waren onvoldoende gegevens beschikbaar om een indicatie te kunnen geven
Uit tabel 2 blijkt dat het CBS, op basis van de nu beschikbare gegevens, verwacht
dat het RE-gehalte van het melkveevoerrantsoen in 2023 hoger uit zal komen dan in
2022. Experts uit onderzoek en bedrijfsleven bevestigen dat als gevolg van de natte
weersomstandigheden in het voorjaar van 2021, het RE-gehalte van de in 2021 aangelegde
en in 2022 vervoederde graskuilen lager is dan normaal.
Dat verklaart dan wel het lage RE-gehalte in het melkveevoerrantsoen van 2022 en ook
het verwachte, hogere RE-gehalte in 2023. Maar de deelnemers aan de voerpilot Koe
en Eiwit3 laten zien dat het goed mogelijk is om met gerichte maatregelen het RE-gehalte in
het melkveevoerrantsoen desondanks toch te verlagen. Ik roep de sectorpartijen in
de melkveesector en hun toeleveranciers bij deze nadrukkelijk op focus te houden op
het streefdoel van 160 gram RE/kg droge stof in 2025 en daarbij gebruik te maken van
de ervaringen die nu al zijn opgedaan in Koe en Eiwit en die ook actief uit te dragen.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit