Brief regering : Geannoteerde agenda Energieraad 19 december 2023
21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Nr. 1049 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 december 2023
Bijgevoegd vindt u de geannoteerde agenda voor de Energieraad van 19 december 2023
in Brussel.
De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten
Geannoteerde agenda Energieraad 19 december 2023
Op 19 december vindt in Brussel de formele Energieraad plaats. Op de agenda staat
met name de mogelijke verlenging van een aantal noodverordeningen centraal die in
2022 zijn aangenomen om de verstoring van de Europese gasmarkt te verlichten. Daarnaast
staat nog een aantal diversenpunten op de agenda.
Verlenging noodverordeningen
Naar aanleiding van de structurele verstoring in de aanvoer van Russisch gas en de
daaropvolgende stijgende energieprijzen hebben de Raad en de Europese Commissie vorig
jaar een aantal noodverordeningen aangenomen om de effecten hiervan te mitigeren,
de energietransitie te versnellen en de solidariteit tussen lidstaten te bevorderen.
De noodverordening die ziet op gasbesparing is reeds met een jaar verlengd tijdens
de Energieraad van 28 maart 2023. Op de Energieraad van 19 december zal naar verwachting
een voorstel voor de tijdelijke verlenging van de drie nog lopende noodverordeningen
voorliggen. Het gaat respectievelijk om de noodverordeningen die zien op het versnellen
van vergunningprocedures voor energieprojecten1, het komen tot vraagbundeling en het bevorderen van solidariteit tussen lidstaten2 en het marktcorrectiemechanisme voor de groothandelsmarkt voor gas3. Voor de laatste twee noodverordeningen zijn de voorstellen gepubliceerd.4
Het Spaans voorzitterschap en de Commissie hebben besloten de verlenging van deze
drie noodverordeningen als één pakket voor te leggen voor een eenmalige verlenging
voor een periode van een jaar en streven naar een politiek akkoord in de Raad. De
verlenging geschiedt op basis van artikel 122 VWEU dat de Raad de mogelijkheid geeft
om ten tijde van een (energie)crisis op voordracht van de Commissie noodmaatregelen
te treffen zonder dat daarvoor de instemming van het Europees Parlement noodzakelijk
is.
Nederland is geen voorstander van de gekozen systematiek voor de verlenging van deze
noodverordeningen. Nederland is van mening dat hier een gedegen juridische analyse
en onderbouwing aan ten grondslag moeten liggen, ook voor het wederom gebruiken van
artikel 122 VWEU als rechtsbasis, gevolgd door brede consultatie. Nederland hecht
aan inspraak van het Europees Parlement in het wetgevingsproces, zeker nu de acute
zorgen over leveringszekerheid en energieprijzen minder groot zijn dan vorig jaar.
Nederland kan inhoudelijk instemmen met verlenging van de voornoemde noodverordeningen,
mits deze ongewijzigd blijven. Vooralsnog lijkt dit het geval te zullen zijn. Momenteel
lijkt een meerderheid van de lidstaten voorstander van verlenging te zijn zonder grote
inhoudelijke wijzigingen door te voeren in de verordeningen.
Hieronder vindt u per noodverordening de Nederlandse positie met betrekking tot de
verlenging voor de periode van 1 jaar, een inhoudelijke appreciatie en, een duiding
van het krachtenveld. Aangezien er geen inhoudelijke wijzigingen zijn doorgevoerd,
is de appreciatie van de verlenging van deze noodverordeningen hetzelfde als de vorig
jaar aan uw Kamer gezonden Kamerbrieven en geannoteerde agenda’s met daarin de appreciatie
van de drie oorspronkelijke noodverordeningen.5 Deze eerdere appreciaties en de onderhavige geannoteerde agenda komt in plaats van
de reguliere BNC-fiches.
Noodverordening bevorderen solidariteit
Met de verordening bevorderen solidariteit wordt onder meer het volgende geregeld:
• Een betere coördinatie van gasaankopen door onder meer vraagbundeling.
• Maatregelen om het gebruik van LNG-installaties, gassopslaginstallaties en pijpleidingen
te bevorderen, dit onder meer door vergrote transparantie.
• Additionele solidariteitsmaatregelen in het geval van een noodsituatie. Dit betreft
onder meer extra solidariteitsverplichtingen voor lidstaten met LNG-installaties en
standaardregels voor solidariteit voor aanpalende lidstaten die geen solidariteitsovereenkomst
met elkaar hebben gesloten.
Hoewel Nederland kritisch was op specifieke onderdelen van de verordening is indertijd
toch ingestemd met de verordening om een gezamenlijke aanpak niet in de weg te staan
mocht het komen tot een gascrisis (een groot fysiek tekort aan gas dat niet door de
markt kan worden opgevangen). Deze Nederlandse kritiek spitste zich toe op de verplichtingen
voor lidstaten om te zorgen voor een bepaalde mate van vraagbundeling en de daaraan
gekoppelde monitoringsverplichting. Hiermee werd er aan voorbijgegaan dat lidstaten
geen gas inkopen en ook niet over mogelijkheden beschikken om bedrijven voor te schrijven
hoe en waar zij hun gas inkopen. Een ander kritiekpunt betrof de extra solidariteitsverplichtingen
voor lidstaten met LNG-installaties, dit omdat de uitvoering daarvan erg complex is
door onder meer de hiervoor noodzakelijke afspraken over transit door andere lidstaten
naar een lidstaat die op deze een bepaling een beroep doet.
Hoewel deze kritiekpunten nog steeds gelden, heeft het kabinet om dezelfde reden als
vorig jaar toch besloten om wederom akkoord te gaan met verlenging. Daarbij speelt
mee dat het krachtenveld ook zodanig is dat de voorgestelde verlenging breed wordt
gesteund.
Daarnaast speelt mee dat een aantal van de elementen uit de noodverordening inmiddels
in aangepaste vorm zijn weg heeft gevonden naar het decarbonisatiepakket. Meer in
het bijzonder gaat het om zowel de vraagbundeling, maar dan zonder verplichtingen
voor lidstaten en uitsluitend op vrijwillige basis, en een aantal van de bepalingen
over solidariteit. Bij dit laatste komen onder meer de extra verplichtingen voor lidstaten
met LNG-installaties te vervallen. Omdat het decarbonisatiepakket nog niet in werking
is getreden wordt met de verlenging van de noodverordening voorkomen dat er in de
overgangsperiode tijdelijk een gat ontstaat. Uiteraard zal er daarbij nog wel goed
bekeken worden of er, vanaf de inwerkintreding van het decarbonisatiepakket, geen
overlap ontstaat tussen de verordeningen.
Noodverordening versoepeling vergunningprocedures
De noodverordening stelt dat hernieuwbare energieprojecten als een hoger openbaar
belang moeten worden beschouwd onder meer in relatie tot de Vogel- en Habitatrichtlijn.
Verder bevat deze noodverordening bepalingen omtrent het versnellen van het vergunnen
van projecten voor zonne-energie en omtrent de repowering van installaties voor de productie van energie uit hernieuwbare bronnen.
Naar verwachting zal het voorstel ongewijzigd worden voorgelegd en is een meerderheid
van de lidstaten voornemens hiermee in te stemmen. Indien lidstaten toch wijzigingsvoorstellen
doen, zal Nederland voorstellen die de vergunningverlening van hernieuwbare energieprojecten
aanzienlijk versnellen of het overstijgend belang van deze projecten eventueel kunnen
steunen. Naar verwachting zal de Commissie enkel nog een aantal bepalingen juridisch
moeten actualiseren die inmiddels ook door de RED worden gedekt. Dergelijke technische
wijzigingen beschouwt het kabinet niet als wezenlijke inhoudelijke wijzigingen die
de strekking van de noodverordening veranderen. Nederland staat positief ten aanzien
van een verlenging met één jaar van de noodverordening omtrent vergunningsprocedures
in haar huidige vorm.
Noodverordening Marktcorrectiemechanisme
Het marktcorrectiemechanisme (MCM) is een «dynamisch prijsplafond» op derivatencontracten
van Title Transfer Facility (TTF)-dat beoogt buitensporig hoge prijsstijgingen op
de gasmarkt te voorkomen. Het mechanisme wordt gedeactiveerd indien de TTF-maandvooruitprijs
gedurende drie werkdagen onder de € 180 per megawattuur ligt. Het MCM wordt ook gedeactiveerd
wanneer de Commissie, overeenkomstig de verordening inzake leveringszekerheid gas,
een noodsituatie afkondigt. Opschorting van het MCM is mogelijk indien er zich onbedoelde
marktverstoringen voordoen, zoals aantasting van de leveringszekerheid of de financiële
stabiliteit van de gasmarkt.
Nederland heeft bij de onderhandelingen over het MCM in het najaar van 2022, zorgen
geuit bij het voorstel voor een prijsplafond. Deze zagen met name over de mogelijke
impact op leveringszekerheid, financiële stabiliteit en het functioneren van de gasmarkt.
Toch leek een MCM in enige vorm onvermijdelijk, gelet op het krachtenveld in de Raad.
Wel heeft Nederland getracht extra parameters in te bouwen die zorgen dat het instrument
enkel in uiterste gevallen ingezet kan worden en zo negatieve effecten te mitigeren.
Hoewel de hierboven benoemde zorgen over de MCM nog steeds bestaan bij Nederland,
deelt het kabinet wel het beeld van de Commissie dat er in het afgelopen jaar nog
geen directe negatieve impact van het MCM op de markten is waargenomen.6 Ondanks het huidige marktbeeld zijn de potentiële risico’s van het MCM echter niet
geweken. Zoals ook de Europese toezichthouders ACER en ESMA stelden, kunnen de negatieve
effecten van het MCM – zoals de impact op de leveringszekerheid, financiële stabiliteit
en het functioneren van de gasmarkt – zich mogelijk pas voordoen naarmate de activatieprijs
dichterbij komt of wanneer het mechanisme daadwerkelijk is geactiveerd.7
Ik constateer dat het krachtenveld onze positie, nog minder dan in 2022, niet ondersteunt.
Andere voormalig kritische landen van het MCM lijken momenteel de ongewijzigde verlenging
te steunen. Indien het krachtenveld niet op onze hand is, zou Nederland kunnen instemmen
met een eenmalige verlenging met één jaar. Minimale eis is hierbij dat de MCM verordening
ongewijzigd blijft met uitzondering van eventueel enkele technische aanpassingen.
Dit betekent onder andere dat 1) er geen aanpassingen aan de toepassings- en (de)activatievoorwaarden
plaatsvinden en (2) de waarborgen voor opschorting gehandhaafd worden en (3) de verordening
voor maximaal één jaar verlengd wordt.
Diversenpunten
Naast dit besluitvormende punt staat ook nog een aantal diversenpunten op de agenda.
Zo zullen ten eerste de lopende en afgeronde trilogen worden besproken. Op het moment
van schrijven zijn de trilogen rondom Regulation on wholesale Energy Market Integrity and Transparency (REMIT) en rondom de methaanverordening succesvol afgerond. Nederland heeft hier
haar belangrijkste inzet weten te behouden. Zo is binnen REMIT nu geregeld dat bedrijven
uit derde landen met minder strenge vestigingseisen te maken krijgen dan eerder beoogd.
Tevens heeft Nederland in de methaanverordening de uitvoerbaarheid met betrekking
tot lekkage controles weten te versoepelen.
Met betrekking tot het decarbonisatiepakket vinden de trilogen op het moment van schrijven
nog steeds plaats. Het Europees Parlement en het Spaans voorzitterschap hebben nog
enkele plooien glad te strijken. De belangrijkste inzet voor Nederland zag onder andere
toe op goede implementatie van bepalingen met betrekking tot correcte opname van bepalingen
uit de hierboven genoemde noodverordening ten behoeve van solidariteit. Nederland
is vooralsnog akkoord met de tekst die in de Coreper is overeengekomen.
Onderhandelingen tussen het Europees Parlement en de Raad over de hervorming van de
elektriciteitsmarkt zijn op het moment van schrijven nog gaande. Indien er voor de
Energieraad van 19 december een compromis bereikt wordt, zal de voorzitter waarschijnlijk
de Energieraad vragen om hiermee akkoord te gaan. Gedurende de trilogen is de Nederlandse
inzet ongewijzigd gebleven. Belangrijkste punten hiervan zijn dat ik mij ervoor inzet
om het gelijk speelveld voor afnemers van elektriciteit zoveel mogelijk te borgen,
zonder dat dit de mogelijkheden van landen om steun te geven aan bestaande of nieuwe
capaciteit elektriciteitsproductie. Op het punt van het prijscrisismechanisme zet
ik mij ervoor in dat dit op basis van objectieve en voldoende hoge criteria geactiveerd
wordt, waarbij de Raad het besluit neemt om het mechanisme te activeren. Indien hier
in voldoende mate aan wordt voldaan zal ik in de raad een eventueel compromis steunen.
Tijdens de Energieraad wordt mogelijk een akkoord gevraagd op deze pakketten. Als
de voorstellen na publicatie van de onderhandelde teksten conform Nederlandse inzet
zijn, kan Nederland hiermee instemmen.
Tevens zal de Commissie updates verlenen omtrent het beleid op externe energiebetrekkingen,
de paraatheid van de gasmarkt voor deze winter en met betrekking tot de implementatie
van de RED en de EED. In principe zal Nederland hier aanhoren. Tot slot zal het inkomende
Belgisch voorzitterschap haar plannen en programma voor het eerste half jaar van 2024
delen.
Indieners
-
Indiener
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.