Brief regering : Reactie op de motie van het lid Thijssen c.s. over de toerekening van eerstejaarsopvangkosten aan ODA-middelen langjarig maximeren en zo snel mogelijk ontkoppelen (Kamerstuk 36350-XVII-6)
36 410 XVII Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2024
Nr. 8 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 december 2023
Bij de behandeling van de Suppletoire begroting Prinsjesdag BHOS 2023 is de motie
van het lid Thijssen c.s. aangenomen. 1 Deze motie vraagt het kabinet de ODA-bijdrage aan eerstejaarsopvangkosten langjarig
te maximeren. Met deze brief zet ik uiteen hoe het kabinet met deze motie omgaat.
Het langjarig maximeren van de ODA-bijdrage aan eerstejaars asielopvang is één van
de varianten om fluctuaties binnen het ODA-budget te verminderen en daarmee de rust
binnen de BHOS-begroting te vergroten. In de Kamerbrief als reactie op de Motie van
der Graaf en in de technische briefing over de ODA-systematiek wordt de ODA-systematiek
uitgebreid uiteengezet.2, 3
Het kabinet zal de motie niet uitvoeren, gegeven de demissionaire status van het kabinet.
Uitvoering van de motie zal budgettaire gevolgen hebben die niet gedekt zijn en die
in dit stadium niet inzichtelijk zijn.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking