Brief regering : Beleidsreactie op het inspectiebezoek Justitieel Complex Zeist 8september 2023
24 587 Justitiële Inrichtingen
Nr. 927
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 december 2023
Op 29 november 2023 heb ik van de Inspectie Justitie en Veiligheid, de Inspectie Gezondheidszorg
en jeugd, de Inspectie van het Onderwijs en de Nederlandse Arbeidsinspectie (hierna:
de inspecties) een brief ontvangen. Aanleiding van deze brief was een inspectiebezoek
op 8 september 2023 aan Justitieel Complex Zeist (hierna: JC Zeist). De inspecties
hebben naar aanleiding van dit bezoek een aantal aanbevelingen gedaan. In deze brief
ga ik in op de uitkomsten van het inspectiebezoek en geef ik een reactie op de aanbevelingen
van de inspecties.
Achtergrond
In JC Zeist verblijven sinds afgelopen juni jongvolwassen verdachten (18+) in preventieve
hechtenis bij wie de officier van justitie voornemens is op grond van het adolescentenstrafrecht
het jeugdstrafrecht toe te passen. De inspecties hebben een inspectiebezoek gebracht
aan JC Zeist om zicht te krijgen op de wijze waarop het verblijf van deze jongvolwassenen
daar wordt vormgegeven. De jongvolwassenen die in JC Zeist verblijven zijn op 23 juni
2023 formeel naar deze locatie overgeplaatst vanuit Rijks Justitiële Jeugdinrichting
(RJJI) Horsterveen, omdat RJJI Horsterveen op 22 juni 2023 door lekkage na noodweer
onbruikbaar is geworden.1 In JC Zeist verblijven de jongvolwassenen op dit moment in een Huis van Bewaring
(HvB).
Bevindingen van de Inspectie
De inspecties geven in hun brief aan dat zij beseffen dat de medewerkers van JC Zeist
de afdeling voor de jongvolwassenen in korte tijd moesten realiseren. Ook zien de
inspecties dat de medewerkers hun uiterste best doen om het verblijf van deze jongvolwassenen
vorm te geven. Desondanks oordelen de inspecties als volgt:
1) Het verblijf van de preventief gehechte jongvolwassenen in HvB JC Zeist voldoet onvoldoende
aan de uitgangspunten van het jeugdstrafrecht.
2) Het is tot dusver niet inzichtelijk op welke wijze invulling wordt gegeven aan de
door mij gestelde randvoorwaarde, dat zoveel als mogelijk rekening gehouden wordt
met de specifieke behoeften van deze doelgroep.
3) Er is geen actuele inschatting van risicovolle plekken en situaties op het gebied
van agressie en geweld en ander ongewenst gedrag en andere arbeidsrisico’s. De Risico-inventarisatie
en -evaluatie en plan van aanpak ontbreken voor de afdeling waar de jongvolwassenen
verblijven.
4) In het onwenselijke geval dat de plaatsing van jongvolwassenen in een HvB als noodmaatregel
tot in ieder geval het tweede kwartaal van 2024 voortduurt, roepen de inspecties mij
op om binnen 2 maanden duidelijkheid te verschaffen over wat «zoveel als mogelijk rekening houden met de specifieke behoeften van deze doelgroep» in de praktijk betekent en hoe dit door de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI)
nader moet worden vormgegeven. Dit zodat daarmee de discrepantie tussen een HvB-regime
voor volwassenen en een verblijf in een Justitiële Jeugdinrichting (JJI) wordt verkleind.
Daarnaast vragen de inspecties om inzichtelijk te maken in welke gevallen sprake is
van een «specialistische zorgbehoefte» en welke criteria daarvoor gelden.
Beleidsreactie
Ik ga hieronder puntsgewijs in op de bevindingen van de inspecties.
Het verblijf van de preventief gehechte jongvolwassenen in HvB JC Zeist voldoet onvoldoende
aan de uitgangspunten van het jeugdstrafrecht
Samen met de inspecties ben ik van oordeel dat de plaatsing van jongvolwassenen in
JC Zeist -bij wie de officier van justitie voornemens is het jeugdstrafrecht toe te
passen- een onwenselijke situatie betreft die op gespannen voet staat met de uitgangspunten
van het jeugdstrafrecht. De officier van justitie en de rechter-commissaris hebben
immers aanleiding gevonden om deze jongvolwassenen preventief te hechten in een JJI.
Deze noodmaatregel is echter nodig gebleken vanwege een tekort aan hoogbeveiligde
capaciteit bij de JJI’s. Ik heb uw Kamer hierover in februari en september 2023 geïnformeerd.2
DJI doet wat redelijkerwijs binnen haar mogelijkheden ligt het dagprogramma en het
verblijf zo veel mogelijk te laten aansluiten op de behoeften van deze jongvolwassenen.
Tegelijkertijd kan het gevangeniswezen niet hetzelfde niveau van begeleiding en behandeling
bieden als een JJI. De personele en gebouwelijke mogelijkheden van DJI zijn beperkt
en dwingen tot keuzes. Daarnaast is er op dit moment binnen heel DJI sprake van personele
en capacitaire beperkingen en worden ook bij het gevangeniswezen maatregelen getroffen
om met de plaatsingsdruk om te kunnen blijven gaan. Over dit laatste heb ik uw Kamer
op 30 november jl. geïnformeerd (Kamerstuk 24 587, nr. 926).
Deze noodmaatregel zal – naar verwachting – in ieder geval voortduren tot de geleidelijke
uitbreiding van de JJI-capaciteit in 2024 een feit is. De JJI-capaciteit zal naar
verwachting pas in het eerste kwartaal van 2025 (volledig) zijn opgelost.
Bij het nemen van deze noodmaatregel heb ik een aantal randvoorwaarden geformuleerd,
die ik eerder met uw Kamer heb gedeeld. Hieronder komen een aantal van die randvoorwaarden
aan de orde.
Het is tot dusver niet inzichtelijk op welke wijze invulling wordt gegeven aan de
door mij gestelde randvoorwaarde, dat zoveel als mogelijk rekening gehouden wordt
met de specifieke behoeften van deze doelgroep
Het reguliere HvB-regime in JC Zeist is voor deze specifieke doelgroep aangevuld met
de volgende elementen:
1) De jongvolwassenen worden samengeplaatst en gescheiden gehouden van (andere) volwassen
gedetineerden.
2) Er wordt op de betreffende afdeling gewerkt met zorg en behandel inrichtingmedewerkers
(zbiw) in plaats van met penitentiaire inrichtingwerkers. De zbiw’ers zijn opgeleid
om intensieve en individuele begeleiding te bieden en ontvangen bijscholing op het
gebied van kennis- expertise voor deze doelgroep.
3) De jongvolwassenen ontvangen een dagprogramma, dat meer ruimte biedt voor contact
tussen medewerkers en jongvolwassenen, onderwijs, sport en bezoek dan in een regulier
HvB.
4) Inzet van een activiteitenaanbod door de «Life Changing Group». Dit is een organisatie
die programma’s verzorgt met betrekking tot educatie, sport, vaardigheden, weerbaarheid,
techniek en creativiteitsprogramma’s.3
5) Inzet van een orthopedagoog voor 3,5 dag per week. De orthopedagoog wordt ingezet
voor begeleiding van het personeel op de benadering van de jongvolwassenen.
Deze maatregelen zijn op dit moment nog deels in ontwikkeling. Uiterlijk in januari
2024 zal DJI de inspecties nader informeren over de concrete uitwerking van deze maatregelen,
voordat de inspectie in februari 2024 Zeist weer bezoekt.
Daarnaast vragen de inspecties om inzichtelijk te maken in welke gevallen sprake is
van een «specialistische zorgbehoefte» en welke criteria daarvoor gelden
Jongvolwassenen met een specialistische zorgbehoefte worden niet in een HvB geplaatst
(binnen JC Zeist of elders in het gevangeniswezen). Concreet gaat het om jongvolwassenen
die in een JJI op een zogeheten «landelijke bestemming» geplaatst zouden worden, bijvoorbeeld
meisjes en jongvolwassenen met een psychiatrische stoornis.4 Dit zijn, om verschillende redenen, extra kwetsbare jongvolwassenen die op een landelijke
bestemming de zorg en begeleiding krijgen die op een reguliere kortverblijf leefgroep
niet geboden kan worden.5 De jongvolwassen verdachten die wel in het HvB worden geplaatst, zouden normaliter
in een JJI op een kortverblijf leefgroep geplaatst worden. Mocht na plaatsing in het
HvB blijken dat er alsnog sprake is van een aanvullende of specialistische zorg- of
beveilgingsbehoefte dan wordt de jongvolwassene overgeplaatst naar een JJI.
Ontbreken risico-inventarisatie en -evaluatie in JC Zeist en plaatsing van jongvolwassenen
in andere HvB’s
DJI werkt op dit moment aan het opstellen van een risico-inventarisatie en -evaluatie
en plan van aanpak voor de jongvolwassenenafdeling binnen JC Zeist. Uiterlijk in januari
zal DJI de inspecties hier nader over informeren. Daarbij zal DJI tevens ingaan op
hoe de plaatsing van jongvolwassenen op andere HvB’s is georganiseerd.
Tot slot
Ik informeer uw Kamer in mijn volgende voortgangsbrief in maart 2024 betreffende de
JJI’s en de Kleinschalige Voorziening Justitiële Jeugd over de stand van zaken in
de belangrijkste beleidsontwikkelingen. Daarbij zal ik ook ingaan op hoe het plaatsen
van deze doelgroep in het gevangeniswezen verloopt.
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming