Brief regering : Uitspraak Raad van State over de 24-weken-eis
32 824 Integratiebeleid
35 680
Wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen in verband met het toekomstbestendig maken
van de wetgeving op het terrein van arbeidsmigratie
Nr. 407
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 november 2023
In de Wet arbeid vreemdelingen is geregeld dat asielzoekers maximaal 24 weken in een
periode van 52 weken mogen werken; de zogeheten 24-weken-eis.1 Al enige tijd is er discussie over de vraag of deze regel, waarin de toegang tot
de arbeidsmarkt voor asielzoekers in tijd is beperkt verenigbaar is met Europese regelgeving,
specifiek met de Europese Opvangrichtlijn. Deze richtlijn bevat normen voor de opvang
van asielzoekers en stelt onder andere dat asielzoekers daadwerkelijke toegang dienen
te krijgen tot de arbeidsmarkt.
De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, is in de uitspraak van 18 april 2023
tot het oordeel gekomen dat de 24-weken-eis de effectieve toegang tot de arbeidsmarkt
onnodig beperkt en daarmee in strijd is met de Opvangrichtlijn.2 Op 21 juni 2023 heeft de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, een soortgelijke
uitspraak gedaan en de 24-weken-eis onverbindend verklaard.3
Zoals ik op 17 mei 2023 aan uw Kamer heb gemeld, heeft het UWV hoger beroep ingesteld
tegen deze uitspraken om van de hoogste bestuursrechter helderheid te krijgen over
de vraag of de 24-weken-eis verenigbaar is met de Opvangrichtlijn.4 Dat is de gebruikelijke gang van zaken wanneer een lagere rechter een dergelijke
ingrijpende uitspraak doet waarbij regelgeving onverbindend wordt verklaard. Op 7 september
2023 heeft de zitting in hoger beroep plaatsgevonden over de verenigbaarheid van de
24-weken-eis met de Opvangrichtlijn. Met deze brief informeer ik uw Kamer, zoals toegezegd,
over de uitspraak en de gevolgen daarvan.5
Op 29 november 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna:
de Raad van State) uitspraak gedaan over de 24-weken-eis6. De Raad van State is tot het oordeel gekomen dat de 24-weken-eis in strijd is met
de Opvangrichtlijn. Dit betekent dat de 24-weken-eis onverbindend is en niet meer
zal worden toegepast. In de uitspraak is door de Raad van State aangegeven dat de
24-weken-eis afbreuk doet aan het doel en nuttig effect van de Europese Opvangrichtlijn.
Als gevolg hiervan moet de regelgeving worden aangepast en kan de 24-weken-eis niet
meer in het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2022 en de ministeriële regeling
zijn opgenomen. Het UWV past vanaf de datum van de uitspraak niet langer de 24-weken-eis
toe bij aanvragen om een tewerkstellingsvergunning ten behoeve van asielzoekers. Asielzoekers
van wie de asielaanvraag ten minste zes maanden in behandeling is, mogen werken mits
aan de werkgever een tewerkstellingsvergunning is afgegeven. De tewerkstellingsvergunning
kan vanaf dit moment worden afgegeven voor een duur van langer dan 24 weken. De tewerkstellingsvergunning
heeft een geldigheid van maximaal de duur van het Vreemdelingen Identiteitsbewijs,
waarmee de asielzoeker kan aantonen rechtmatig in Nederland te verblijven.
Tot slot
Op 14 juli jl. heb ik uw Kamer de kabinetsreactie gestuurd op het rapport van Regioplan.
In deze brief heb ik benadrukt dat de arbeidsparticipatie van statushouders wordt
beïnvloed door belemmeringen die zij ervaren als zij nog in de asielprocedure zitten.
Meedoen aan de samenleving door te werken is van belang, niet alleen voor statushouders
zelf, maar ook voor de Nederlandse samenleving. Het hebben van werk draagt onder andere
bij aan een goede integratie. Ik heb per belemmering uitgewerkt welke stappen worden
genomen om de belemmeringen weg te nemen of te beperken. Een van de belemmeringen
die uit het rapport naar voren is gekomen is de 24-weken-eis. Vanwege de politieke
situatie heeft het demissionaire kabinet, in afwachting van de uitspraak van de Raad
van State, daarover geen besluit kunnen nemen. Nu de uitspraak bekend is, zal deze
worden opgevolgd. Dit laat onverlet dat ik, zoals aan uw Kamer heb toegezegd, binnen
de kaders van deze uitspraak verschillende opties zal uitwerken waarover een volgend
kabinet kan besluiten. Deze opties zijn erop gericht om belemmeringen voor asielzoekers
bij de toetreding tot de arbeidsmarkt te beperken of weg te nemen.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid