Brief regering : Resultaten na de uitvoering van de motie van het lid Kwint over op korte termijn werk maken van het wettelijk inperken van woekerhandel in de doorverkoop van toegangskaarten (Kamerstuk 36200-VIII-22)
36 410 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2024
Nr. 32
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 november 2023
Op 6 april 2023 heb ik uw Kamer, mede namens de Minister van Economische Zaken en
Klimaat (EZK), geïnformeerd over mijn acties om de motie van dhr. Kwint uit te voeren.1 In zijn motie vraagt dhr. Kwint om wettelijke maatregelen te nemen zodat de woekerhandel
in de doorverkoop van toegangsbewijzen voor sport- en cultuurevenementen ingeperkt
kan worden.2
Ik heb in mijn brief van 6 april toegezegd dat ik in het najaar van 2023 uw Kamer
zal informeren over de uitkomsten van het nader onderzoek. De resultaten zijn nu bekend.
Deze brief zend ik u mede namens de Minister van EZK, de Minister voor Langdurige
Zorg en Sport en de Minister voor Rechtsbescherming.
Met deze brief deel ik de resultaten van mijn onderzoek met uw Kamer en informeer
ik u over de mogelijke maatregelen. De keuze over óf en welke van die maatregelen
gepast zijn, laat ik aan een volgend kabinet. Ook ga ik in op de kenmerken van deze
markt en op de primaire en secundaire servicekosten die in rekening worden gebracht
bij de aankoop van toegangskaarten door consumenten. Daarmee voldoe ik aan het verzoek
van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bij brief van 20 april
2023.3
In dit kader heb ik onderzoek laten uitvoeren door SEO Economisch Onderzoek naar de
omvang, aard en effecten van koop en doorverkoop van toegangskaarten voor sport- en
cultuurevenementen in Nederland een uitvraag gedaan naar maatregelen in andere landen
en gesprekken gevoerd met stakeholders in de betrokken sectoren. Een samenvatting
van de gesprekken met de stakeholders, de resultaten van de internationale uitvraag
en het onderzoek zijn als bijlagen bij deze brief gevoegd.
De brief kent de volgende opbouw: allereerst schets ik de huidige situatie rondom
de doorverkoop van toegangskaarten in Nederland en de knelpunten die daarbij worden
ervaren. Vervolgens geef ik mijn appreciatie op de servicekosten, marktbeweging en
marktconcentratie. Ik sluit mijn brief af met de opties voor additionele maatregelen
die een volgend kabinet kan overwegen.
Huidige situatie doorverkoop tickets
Allereerst deel ik met uw Kamer de uitkomsten van het onderzoek naar de aard en omvang
van doorverkoop van toegangskaarten in Nederland, de uitkomsten van de uitvraag naar
maatregelen in andere landen en de stakeholdergesprekken.
Er zijn verschillende soorten partijen actief in de Nederlandse kaartverkoopmarkt:
organisatoren, online platforms die als primaire ticketverkoper opereren, handelaren,
fans/consumenten, en online platforms die als secundaire ticketverkoper opereren.
Op een primair platform kopen zowel fans als handelaren kaarten. Daarnaast zijn er
secundaire platforms actief waarop kaarten kunnen worden doorverkocht. Vertegenwoordigers
van alle bovengenoemde partijen hebben hun kennis en ervaringen met ons en met onderzoeksbureau
SEO gedeeld. Daarnaast zijn er partijen die niet direct betrokken zijn bij de kaartverkoopmarkt,
maar wel een andere rol vervullen en ons hebben kunnen voorzien van informatie over
de markt.4
Onderzoek naar de aard, omvang en effecten van de doorverkoop in Nederland
Uit het onderzoek blijkt dat circa 1% van alle verkochte kaarten voor een hogere prijs
is doorverkocht.5 In het onderzoek is niet aangegeven welk deel van deze kaarten particulier of professioneel
is doorverkocht. Op basis van de studie zien we dat indien alleen professionele partijen
hun kaarten voor een hogere prijs doorverkopen (lees: en particulieren dus nooit),
het aandeel professioneel voor een meerprijs doorverkochte kaarten hooguit 1% is.
Gegeven dat óók particulieren kaarten voor een hogere prijs hebben verkocht,6 zal het werkelijke percentage van kaarten dat voor een hogere prijs is doorverkocht
door professionele partijen lager dan 1% liggen.
Internationale uitvraag
Uit de internationale uitvraag en het bronnenonderzoek bij verschillende Europese
landen blijkt dat er alleen in Spanje en Bulgarije een verbod is op de doorverkoop
van tickets. In een aantal landen, waaronder Duitsland, zijn er geen wettelijke restricties
en is er sprake van zelfregulering door de markt. In ongeveer de helft van de onderzochte
Europese landen, waaronder België, het Verenigd Koninkrijk, Denemarken en Frankrijk,
is er sprake van een mogelijkheid tot doorverkoop met restricties. De vorm van die
restricties verschilt van land tot land. De drie hoofdvarianten die naar voren komen
uit de uitvraag: 1) een verbod op het maken van winst op door te verkopen kaarten,
2) een percentueel prijsplafond op door te verkopen kaarten, 3) de doorverkoop van
kaarten geschiedt enkel onder afspraak tussen de organiserende partij en de verkopende
partij(en). De uitvraag heeft helaas vooralsnog onvoldoende inzicht opgeleverd over
de effectiviteit en handhaafbaarheid van de maatregelen in die landen.7
Stakeholdergesprekken
Er zijn stakeholdergesprekken gevoerd. Uit die gesprekken blijkt dat geen van de stakeholders
een verbod op doorverkoop wil. De gesproken stakeholders die zelf evenementen organiseren,
actief zijn als koepelorganisatie, de belangen vertegenwoordigen van artiesten of
podia en zij die zelf actief zijn in het (door)verkopen van toegangskaarten, zijn
voorstander van een wettelijke regeling die organisatoren de mogelijkheid geeft te
bepalen wie primair en secundair toegangskaarten mogen verkopen.8 Unaniem geven de stakeholders aan dat online zoekmachines een grote invloed hebben
op waar mensen hun kaarten kopen. De consument komt via online zoekmachines op online
platforms die als secundaire ticketverkoper opereren en voor disproportionele prijzen
tickets aanbieden,9 waarbij het voor de consument soms onduidelijk is of de website die zij bezoeken
een officieel verkoopkanaal betreft.10 In de stakeholdergesprekken wordt een prijsopslag variërend van 0% tot 20% als redelijk
genoemd.
Appreciatie servicekosten, marktbeweging en marktconcentratie
De Kamercommissie OCW heeft mij gevraagd naar mijn appreciatie op de marktbeweging
en marktconcentratie en op servicekosten die in rekening worden gebracht bij consumenten
bij de aanschaf van toegangskaarten.
Servicekosten
Ik constateer dat ondernemers in Nederland die toegangskaarten verkopen, zowel in
de primaire als de secundaire markt, servicekosten mogen berekenen bij de verkoop
van toegangskaarten. De hoogte is vrij te bepalen door de partij die de kaarten verkoopt.
De servicekosten moeten tijdig en duidelijk worden gecommuniceerd. Het is aan de consument
of de toegangskaart de prijs plus de servicekosten waard is. Ik constateer ook dat
servicekosten niet onomstreden zijn, zoals we recent hebben kunnen zien in de diverse
mediaberichten over dit punt bij de secundaire kaartverkoop voor Lowlands.11
Marktsituatie
Op de markt is het generieke mededingings- en consumentenrecht van toepassing. Indien
de Autoriteit Consument en Markt een overtreding constateert dan kan zij handhavend
optreden. Uit het onderzoek dat is uitgevoerd door SEO blijkt dat sprake is van vijf
tot zeven grote marktpartijen die in Nederland operationeel zijn en gezamenlijk het
grootste deel van de kaartverkoopmarkt afdekken.12 ,
13 Een andere invloedrijke partij in de Nederlandse kaartverkoopmarkt zijn de online
zoekmachines. Uit zowel de gesprekken met de stakeholders als het onderzoek van SEO
komt naar voren dat veel fans hun kaarten online zoeken en kopen.
Als een reactie van organisatoren op online secundaire platforms constateer ik een
beweging in de Nederlandse kaartverkoopmarkt. Er ontstaan meer «gesloten» systemen,
waarbij de organiserende partij bepaalt wie de primaire en de secundaire verkoop faciliteert
namens de organisator. Het voordeel van een gesloten systeem is dat de consument niet
kan kopen van websites die onbekend zijn bij de organisator of te boek staan als onbetrouwbaar
of onveilig: de organisator bepaalt namelijk zelf waar en hoe fans kaarten kunnen
kopen én doorverkopen. Ook heeft een organisator zelf controle over de kaartprijzen
bij doorverkoop, houdt het speculatieve voorverkoop tegen en blijven inkomsten uit
secundaire kaartverkoop binnen de eigen sector. Het nadeel van een gesloten systeem
is dat het de mogelijkheden voor koop- en doorverkoop door consumenten beperkt. Ik
vind het van belang dat consumenten voldoende mogelijkheden houden om kaarten weer
te verkopen, bijvoorbeeld omdat zij het evenement door persoonlijke omstandigheden
toch niet kunnen bijwonen.
Conclusie en maatregelen
Uw Kamer vraagt naar mogelijkheden voor wettelijke maatregelen bij de professionele
doorverkoop van tickets. Ik zie het probleem. Het is hardnekkig en het kan de toegankelijkheid
van bepaalde populaire evenementen in de cultuur en sport beperken voor liefhebbers.
Omdat ik de urgentie van dit onderwerp herken heb ik samen met mijn collega’s van
EZK, VWS en JenV dit onderzoek gedaan naar de aard, omvang en effecten van de doorverkoop
van toegangskaarten.
Na dit onderzoek blijft echter de vraag staan of wettelijke maatregelen hier op zijn
plaats zijn, gelet de omvang van het probleem, en of die maatregelen ook werkelijk
een oplossing bieden. Het onderzoek geeft hier geen eenduidig antwoord op.
Aan de ene kant zie ik dat verschillende landen maatregelen kennen. Een optie die
ik in verschillende landen zie is het wettelijk invoeren van een maximale prijsopslag.
Ook de stakeholders noemen een maximale prijsopslag van tussen de 0% en 20% als optie.
Een tweede optie zou een maatregel zijn waarbij organisatoren wettelijk de bevoegdheid
krijgen om zowel de primaire als de secundaire kaartverkoper aan te wijzen. Daarbij
past de kanttekening dat dit de vrijheid van consumenten inperkt.
Aan de andere kant bevat het onderzoek ook elementen die tegen wettelijke maatregelen
pleiten. Het onderzoek laat immers zien dat de schaal van het probleem relatief beperkt
is. Daarnaast is er weinig zicht op de effectiviteit (handhaafbaarheid) van de maatregelen
zoals die in het buitenland zijn genomen.14 In dat kader noem ik hier ook de al eerder door mij genoemde mogelijkheid van een
oplossing op Europees niveau. Vanwege de landgrensoverschrijdende problematiek zou
die het meest voor de hand liggen. Ik geef een volgend kabinet dan ook in overweging
om los van het besluit over nationale wettelijke maatregelen, ook in te blijven zetten
op een Europese oplossing. Daarnaast worden de ontwikkelingen op de Nederlandse markt
van koop en doorverkoop van toegangskaarten sterk geraakt door technologische ontwikkelingen,
die op zich kunnen bijdragen aan oplossingen. Mijn advies aan een volgend kabinet
is om zicht te blijven houden op deze ontwikkelingen en waar nodig te kijken of het
kabinet deze kan stimuleren.
Slot
Voor mij staat de toegankelijkheid van sport- en cultuurevenementen en de bescherming
van de consument centraal. Met die uitgangspunten in het achterhoofd heb ik, samen
met mijn collega’s van EZK, JenV en VWS, hierboven een aantal oplossingsrichtingen
geformuleerd. Ik vertrouw erop dat een nieuw kabinet een keuze zal maken voor effectieve
maatregelen die recht doen aan de aard en omvang van de problematiek. Vanzelfsprekend
wordt uw Kamer hiervan op de hoogte gehouden.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
G. Uslu
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G. Uslu, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap