Brief regering : Geannoteerde agenda Informele EPSCO-Raad 23 en 24 november 2023
21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
Nr. 729
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 november 2023
Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda van de Informele Raad Werkgelegenheid, Sociaal
Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken (EPSCO-Raad) van 23 en 24 november in
Pamplona voor het onderdeel «sociaal beleid».
Het onderwerp van dit onderdeel van deze informele bijeenkomst van Ministers voor
gelijkheid in Pamplona is het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen. Omdat
gelijktijdig de OJCS-Raad plaatsvindt, zal ik voor de informele bijeenkomst als coördinerend
Minister van Emancipatie vervangen worden door de Secretaris-Generaal van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf
GEANNOTEERDE AGENDA INFORMELE EPSCO-RAAD 24 NOVEMBER 2023
Doel bijeenkomst
De informele Raad van Ministers van Gelijkheid, georganiseerd door het Spaanse Ministerie
van Gelijkheid in het kader van het Spaanse voorzitterschap van de Raad van de EU,
zal op 24 november 2023 plaatsvinden in Pamplona.
Het doel van de bijeenkomst is het bespreken van actuele uitdagingen met betrekking
tot de aanpak van geweld tegen vrouwen in EU-lidstaten.
Het informele overleg beoogt hierbij vooruitgang te boeken op drie centrale kwesties,
verdeeld over twee werkgroepen: het bevorderen van gegevensverzameling over verschillende
vormen van geweld tegen vrouwen, het waarborgen van gespecialiseerde ondersteunende
diensten volgens internationale normen (werkgroep 1) en het bespreken van uitdagingen
en voorstellen met betrekking tot opkomende vormen van geweld tegen vrouwen (werkgroep 2).
Inhoud/achtergrond
Het ministeriële overleg zal Ministers van Gelijkheid uit EU-lidstaten en andere Europese
landen samenbrengen, evenals vertegenwoordigers van relevante EU-instellingen en organisaties.
De focus ligt op het implementeren van internationale en Europese normen, met name
de Istanbul Conventie en de Warschau Conventie. Deze normen verplichten staten onder
andere tot het verzamelen van gegevens over geweld tegen vrouwen en het bieden van
gespecialiseerde hulpverlening aan slachtoffers.
Het overleg reflecteert tevens op de prioriteiten van de EU Gender Equality Strategy
2020–2025, gericht op het bereiken van gendergelijkheid en het aanpakken van gendergerelateerd
geweld. Belangrijke aandachtspunten uit de EU Gender Equality Strategy zijn gegevensverzameling,
hulpverlening en ondersteuning voor slachtoffers, en de aanpak van opkomende vormen
van geweld tegen vrouwen, zoals cybergeweld en institutioneel geweld.
Inzet Nederland
Geweld tegen vrouwen moet krachtig worden bestreden.
Het voorkomen van gendergerelateerd geweld ligt voor een belangrijk deel in het wegnemen
van genderongelijkheid als oorzaak van het geweld. Het kabinet beoogt gendergelijkheid
te bevorderen en maatschappelijke cultuurverandering aan te jagen door in te zetten
op bewustwording, het veranderen van schadelijke gendernormen in gezonde en gelijkwaardige
gendernormen en gendermainstreaming. Hierover zijn doelen opgenomen in de Emancipatienota.1
Om aan deze doelen te werken zijn er in 2023 acht allianties gestart die zich onder
meer richten op het vergroten van duurzame financiële onafhankelijkheid van praktisch
opgeleide vrouwen, gelijke representatie van vrouwen in de Nederlandse politiek en
het bevorderen van gendergelijkheid op de terreinen onderwijs, (sociale) veiligheid,
gezondheid, arbeidsmarkt, media, politiek, recht en leefvormen. Ook houdt het kabinet
met het toepassen van een «gendertoets» rekening met genderverschillen bij het ontwerpen,
implementeren en evalueren van beleid.
Meer specifiek wordt vanuit het Nationaal Actieprogramma Aanpak seksueel grensoverschrijdend
gedrag en seksueel geweld gewerkt aan gedeelde maatschappelijke normen en een gedeeld
beeld over hoe we met elkaar om willen gaan in de samenleving en wat daarvoor nodig
is, met nadrukkelijke aandacht voor genderstereotypering en machtsongelijkheid.
Nederland verwelkomt daarom het feit dat het Spaanse Voorzitterschap stil wil staan
bij actuele uitdagingen met betrekking tot de aanpak van geweld tegen vrouwen. Het
is onze ambitie gendergerelateerd geweld te voorkomen, eerder en beter in beeld te
krijgen, te stoppen en duurzaam op te lossen. Daarom versterken we de aanpak van gendergerelateerd
geweld.2 Hiermee zetten we ook kracht achter de implementatie van afspraken uit het Verdrag
van de Raad van Europa inzake de aanpak van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld
– beter bekend als de Istanbul Conventie.
In lijn met bovenstaande zal het kabinet, daar waar in de discussie en tijdens de
bijeenkomst relevant, genoemde activiteiten inbrengen. Daarnaast draag het kabinet
de boodschap dat het bestrijden van gendergerelateerd geweld zowel op Europees als
nationaal niveau voor ons allemaal een gezamenlijke opdracht is en blijft tijdens
de bijeenkomst actief uit.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap