Brief regering : Verlenging en wijziging van de Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen
32 847 Integrale visie op de woningmarkt
Nr. 1124 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Ter griffie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 20 november 2023.
De wens om over de voorgenomen voordracht voor de vast te stellen ministeriƫle regeling
nadere inlichtingen te ontvangen kan door of namens de Kamer of door ten minste dertig
leden van de Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 16 januari 2024.
De voordracht voor de vast te stellen ministeriƫle regeling kan niet eerder worden
gedaan dan op 17 januari 2024 dan wel binnen veertien dagen na het verstrekken van
de in de vorige volzin bedoelde inlichtingen.
Bij de termijnen is rekening gehouden met de recesperiode van de Tweede Kamer.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 november 2023
Hierbij bied ik u aan de Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
tot verlenging en wijziging van de Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen.
Voor de inhoud van de conceptregeling verwijs ik u naar de toelichting op de regeling.
De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure
in artikel 4.10, zevende lid, van de Comptabiliteitswet en biedt uw Kamer de mogelijkheid
zich uit te spreken over de conceptregeling voordat deze zal worden vastgesteld.
De kern van de regeling betreft de verlenging van de aanvraagperiode van de Stimuleringsregeling
aardgasvrije huurwoningen (SAH). Op grond van de aangehaalde bepaling uit de Comptabiliteitswet
wordt een regeling die strekt tot wijziging van het tijdstip waarop de subsidieregeling
vervalt niet eerder vastgesteld dan 30 dagen nadat het ontwerp van die subsidieregeling
schriftelijk ter kennis is gebracht van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Op grond van het voorgaande eindigt de voorhangtermijn op 19 december 2023. Er wordt
daarmee gevolg gegeven aan aanwijzing 2.38 van de Aanwijzingen voor de regelgeving.
Op grond daarvan dient de voorhangtermijn voor ten minste drievierde deel buiten een
reces van uw Kamer te vallen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties