Brief regering : Uitkomsten Startbouwimpuls
32 847 Integrale visie op de woningmarkt
Nr. 1123 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 november 2023
Veel mensen kunnen op dit moment geen betaalbare woning vinden, terwijl wonen in een
goed, duurzaam en betaalbaar huis in een leefbare wijk een eerste levensbehoefte is.
De urgentie om door te bouwen voor voldoende betaalbare woningen neemt verder toe.
Met de Startbouwimpuls (SBI) stimuleren we dat locaties die vergund zijn zo snel mogelijk starten
met de bouw. Zo kan de bouw op vergunde locaties soms nog dit jaar van start gaan,
wat een dip in de woningbouw beperkt en verkort.
Door veranderde economische omstandigheden zoals gestegen rente en gestegen bouwkosten
is de verwachting dat er met name in 2024 en 2025 een dip in de woningbouwproductie
komt. Om inzicht te krijgen in de effecten van deze veranderende marktomstandigheden
op de business cases van woningbouwprojecten heb ik verdiepend onderzoek naar laten
doen. In het onderzoek (bijlage 1) wordt beredeneerd dat het gemiddelde effect van
de veranderende economische omstandigheden op woningbouwprojecten rond de € 22.000
euro exclusief btw is. Dit tekort kan slechts ten dele door projectoptimalisaties
worden opgevangen.
Deze omstandigheden vragen maximale inzet van alle partijen om de gemaakte afspraken
uit de regionale woondeals ook echt te gaan realiseren. Locaties die inmiddels vergund
zijn moeten zo snel mogelijk starten met de bouw en de locaties die snel kunnen starten
met de bouw moeten zo snel mogelijk vergund worden. Samen met de andere partijen zet
ik in op het creëren van doorbraken op bestaande locaties en op alternatieve locaties
als bestaande locaties vertraging oplopen. Hiertoe zijn extra maatregelen genomen
om de woningbouwproductie te versnellen, zoals beschreven in de Kamerbrief van 22 mei
20221, waaronder de SBI.
Toekenningen
Met het voor de SBI beschikbaar gestelde budget van € 300 miljoen kunnen 367 projecten
met name in 2024 starten, ondanks de economische tegenwind. Hiermee stimuleer ik op
korte termijn de bouw van ruim 31.000 woningen. In alle provincies en 145 gemeenten
zijn projecten gehonoreerd. In mijn besluit over de toekenningen heb ik de geadviseerde
ranking van het beoordelingsteam zoals beschreven in Bijlage 2 voor het overgrote
deel gevolgd. Enige uitzondering hierop zijn de toekenningen in de gemeente Den Haag.
Ik heb hierbij naast de ranking op basis van de genoemde criteria ook het effect van
de projecten op de bredere gebiedsontwikkeling in Den Haag in ogenschouw genomen.
Deze aanpassing heeft geen effect op de ranking buiten de gemeente Den Haag.
Gehonoreerde projecten en regionale spreiding
Op voorhand was vastgesteld dat een regio maximaal 16% van totaal beschikbare budget
kan benutten. De woondealregio met de grootste woningbouwopgave heeft namelijk een
aandeel van 16% van de totale Nederlandse woningbouwopgave. Deze maximering wordt
toegepast met het oog op een evenwichtige regionale spreiding. We zien dat de regionale
spreiding in het algemeen goed is gelukt. In bijlage 3 zijn de projecten en woningen
per gemeente weergegeven. Aangezien er over € 50 mln. van het budget van € 300 mln.
nog besluitvorming moet plaatsvinden in de Eerste Kamer, is de regeling momenteel
nog in voorbereiding. De regeling treedt naar verwachting rond 1 december 2023 in
werking.
Provincie
Aantal Projecten
Aantal Woningen
Totale Bijdrage
Drenthe
8
225
€ 2.471.050
Flevoland
6
405
€ 4.620.000
Fryslân
9
285
€ 2.720.111
Gelderland
34
1.391
€ 13.995.675
Groningen
15
377
€ 4.435.581
Limburg
55
1.944
€ 15.966.311
Noord-Brabant
47
4.545
€ 45.140.263
Noord-Holland
53
6.425
€ 57.584.342
Overijssel
30
1.097
€ 11.710.137
Utrecht
32
4.188
€ 41.639.230
Zeeland
13
560
€ 5.731.090
Zuid-Holland
60
9.988
€ 93.846.604
Eindtotaal
362
31.430
€ 299.860.394
Betaalbare woningen
In het programma van de toegekende woningen is 78% betaalbaar, waarvan 43% sociale
huur, 25% middeldure huur en 10% betaalbare koop. Recentelijk is in de Kamerbrief
van 9 november2 jl. een verruiming van de nieuwbouwopslag aangekondigd in relatie tot het Wetsvoorstel
betaalbare huur. De 7825 middenhuur woningen in 148 projecten kunnen ook met de nieuwbouwopslag
worden geholpen, om ook in de exploitatie de financiële haalbaarheid te vergroten.
Proces richting Startbouwimpuls
Met de brief van 29 augustus3 jl. heb ik het SBI afwegingskader met uw Kamer gedeeld. In aanloop op het openstelling
van de SBI is een inventarisatie gedaan naar bouwbare projecten. De groslijst leverde
2.195 unieke aanmeldingen op vanuit 246 gemeenten, goed voor bijna 260.000 woningen,
met een totaal tekort van € 3,3 miljard. Gezien deze grote belangstelling was de verwachting
dat het beschikbare budget van € 300 miljoen (waarvan 50 mln. budgettair zal worden
verwerkt in de 2e suppletoire begroting) ontoereikend zou zijn, daarom zijn de criteria voor aanmelding
verder aangescherpt. Zo is het maximum van de gevraagde bijdrage per woning gemaximeerd
op € 12.500 en is er een minimum aantal woningen van 11 vastgesteld.
In de aanloop naar het openstellen van de SBI zijn dit jaar in het hele land regio
sessies gehouden, ook daar was de opkomst hoog. Het doel was om verdere toelichting
te geven op de SBI en ook gemeenten en marktpartijen bij elkaar te brengen. Gemeenten
en ontwikkelaars voerden intensieve gesprekken om bouwplannen doorgang te laten vinden.
Daarbij konden ze ook gebruikmaken van de Impulskamers met woningbouw experts, gefaciliteerd
door RVO. Deze gesprekken resulteerden in sommige gevallen in eigen oplossingen (bijv.
optimalisaties) waardoor partijen zelf zijn gestart met bouwen of de businesscase
hebben rondgekregen, zonder dat ze een project voor de SBI hebben aangemeld.
Kwaliteit van de aanmeldingen
De aanmeldperiode voor de SBI liep van 13 september tot en met 13 oktober 2023. In
deze periode zijn 832 projecten aangemeld, voor een totale gevraagde bijdrage van
afgerond € 860 miljoen.
Het beoordelingsteam constateerde dat de kwaliteit van de aanmeldingen vanuit gemeenten
hoog was, ondanks de korte periode waarin de SBI is vormgegeven en de nog kortere
periode waarin projecten door gemeenten konden worden aangemeld. Het beoordelingsteam
ziet de herkenbare problematiek van de tegenwind in de aangemelde projecten. Bij veel
projecten spelen vergelijkbare obstakels een rol in de moeizame route naar start bouw.
De tegenwind wordt door het hele land gevoeld; er zijn projecten ingediend uit bijna
elke woondealregio. Het beoordelingsteam heeft getoetst op drie criteria. Allereerst
is de juridische hardheid van belang. Van alle projecten is de planologische status
bekend, waarbij projecten met een grote zekerheid meer kans maakten op middelen vanuit
de SBI. Ten tweede speelt efficiëntie (gevraagde bijdrage per woning) een rol en hoe
optimalisaties zijn doorgevoerd in de business case. Ook is gekeken naar snelheid
van start bouw. Uit de analyse is gebleken dat als alleen wordt gekeken naar de juridische
hardheid, 515 projecten planologisch gereed zijn om te bouwen in 2024 en 2025. Dit
betreft circa 50.000 woningen. Er zou € 505 miljoen nodig zijn om deze projecten vlot
te trekken.
Tot slot
De noodzaak op doorbouwen is onverminderd hoog. Het is belangrijk dat alle partijen
zich inzetten om door de dip heen te bouwen. We zijn onder de indruk van de mate waarin
betrokken partijen (gemeenten, ontwikkelaars, corporaties) bereid zijn om zich in
te zetten naar een tijdige start van de bouw en daar ook zelf aan bij te dragen. Bij
de aanmeldingen voor de SBI kwam dit heel concreet naar voren.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties