Brief regering : Ministeriële regeling beveiligingsmaatregelen decentrale bestuurders
28 844 Integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie
28 684
Naar een veiliger samenleving
Nr. 271
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 november 2023
Zoals toegezegd op 9 mei 2023 jl. (Kamerstuk 28 844, nr. 266), deel ik hierbij de vernieuwde ministeriële regeling beveiligingsmaatregelen decentrale
bestuurders met uw Kamer. In de bijlage van deze aanbiedingsbrief vindt u de aangepaste
Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers, waarvan artikelen 2.9, 3.9
en 4.9 zien op beveiligingsmaatregelen voor bestuurders van provincies, gemeenten
en waterschappen. Hieronder schets ik beknopt de belangrijkste aspecten van deze vernieuwde
regeling.
Vernieuwde regeling beveiligingsmaatregelen decentrale bestuurders
Steeds meer decentrale bestuurders krijgen in hun ambt te maken met vormen van agressie.
In 2021 maakten 77% van de burgemeesters en 67% van de wethouders een incident met
agressie mee, een sterke stijging ten opzichte van de jaren daarvoor.1 De incidenten vinden niet alleen online of bij het gemeente- of provinciehuis, maar
ook bij de woningen van bestuurders plaats. Deze vormen van agressie en intimidatie
tasten de integriteit van het openbaar bestuur en het goed functioneren van de democratische
rechtsstaat aan. Het is hierom van groot belang om de persoonlijke veiligheid van
decentrale bestuurders en hun gezin te waarborgen en onze lokale democratie weerbaarder
te maken. Om dit te bereiken tref ik aanvullende maatregelen.
Zoals reeds werd aangekondigd in de Kamerbrief Voortgang Programma Weerbaar Bestuur
van 14 maart jl.2 heb ik in nauwe afstemming met de netwerkpartners en doelgroep de ministeriële regeling
omtrent beveiligingsmaatregelen voor decentrale bestuurders uitgebreid. Deze regeling
treedt op 1 januari 2024 in werking. Door de regeling kunnen bestuurders van provincies,
gemeenten en waterschappen een beveiligingsadvies op maat krijgen, waardoor passende
beveiligingsmaatregelen op basis van een situationele risicobeoordeling getroffen
kunnen worden. Het voorheen geldende maximumbedrag en het vaste pakket aan maatregelen
worden losgelaten, zodat de aard van de dreiging waarmee bestuurders worden geconfronteerd
en hun individuele situatie bepalend worden in de beveiligingsadvisering. Zo wordt
meer maatwerk mogelijk en wordt voorkomen dat de noodzaak van beveiligingsmaatregelen
politiek ter discussie kan worden gesteld.
De beveiligingsautoriteit van mijn ministerie zal de beveiligingsadvisering samen
met het Centrum van Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) verzorgen. Het decentrale
bestuursorgaan draagt de verantwoordelijkheid voor het verstrekken van de geadviseerde
beveiligingsmaatregelen aan de betreffende decentrale bestuurder. Aangezien het goed
functioneren van het openbaar bestuur een gezamenlijke inspanning vergt, verstrek
ik aan gemeenten en provincies een structurele tegemoetkoming van 2,5 miljoen euro
per jaar. Dit bedrag wordt gelijkmatig over alle gemeenten en provincies verdeeld
en dekt een groot deel van de kosten van de beveiligingsmaatregelen.
Consultatie van de regeling
Bestuurders hebben behoefte aan uitgebreidere mogelijkheden om beveiligingsmaatregelen
te kunnen treffen. Vanwege het vaste pakket aan maatregelen en het maximumbedrag,
die onderdeel waren van de vorige regeling, konden sommige bestuurders niet de beveiligingsmaatregelen
laten treffen die de aard van de dreiging jegens hen had gerechtvaardigd. Dit blijkt
onder meer uit signalen die ik vanuit de doelgroep ontvang, gesprekken die ik met
beroeps- en belangenverenigingen voer en uit het evaluatieonderzoek van DSP-groep
naar de vorige regeling.3 De uitkomst van de consultatie op de vernieuwde regeling bevestigt dit beeld. Bestuurders
verwelkomen de regeling, aangezien deze aanvullende beveiligingsmaatregelen op basis
van een maatwerkadvies mogelijk maakt, zonder dat politieke discussie kan ontstaan
over de noodzaak en financiering hiervan.
Uit de consultatie kwam de vraag naar voren of de regeling ook zou moeten gelden voor
decentrale volksvertegenwoordigers. Ook zij krijgen immers te maken met vormen van
agressie en geweld. Ik vind het van cruciaal belang om ervoor te zorgen dat decentrale
volksvertegenwoordigers hun ambt veilig en vrij van oneigenlijke druk kunnen uitoefenen.
Daarom zal ik bovenop de bestaande acties vanuit het programma weerbaar bestuur samen
met de politie en het openbaar ministerie op zoek gaan naar manieren om de veiligheid
van deze groep nog verder te verbeteren. Hierover zal ik uw Kamer in de loop van 2024
informeren.
Afsluitend
Decentrale bestuurders moeten midden in de samenleving kunnen staan om hun ambt te
vervullen, juist wanneer de maatschappij lijkt te verruwen. Het is daarom van groot
belang om bestuurders, als dragers van de lokale democratie, en hun naasten te ondersteunen
wanneer hun zichtbaarheid leidt tot vormen van agressie en geweld.
Om te zorgen dat zij veilig en zonder dwang hun ambt kunnen blijven uitoefenen.
Dat beoog ik met de nieuwe regeling te bereiken.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties