Brief regering : Verzamelbrief EU wet- en regelgeving op het gebied van mobiliteitsdata en wegverkeer
31 305 Mobiliteitsbeleid
Nr. 432
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 oktober 2023
Mobiliteit is bij uitstek een onderwerp dat zich over de landsgrenzen heen beweegt.
De (technologische) ontwikkelingen in de mobiliteitssector, waaronder het toenemend
gebruik van mobiliteitsdata en digitale toepassingen, dragen bij aan het verbeteren
van de verkeersveiligheid, de doorstroming en duurzaamheid van ons mobiliteitssysteem.
Deze ontwikkelingen vragen om een gezamenlijke inzet op Europees niveau. Binnen de
EU is er dan ook de nodige aandacht voor wet- en regelgeving op het gebied van mobiliteitsdata
en wegverkeer. Met deze brief wordt de Kamer geïnformeerd over een aantal actuele
onderwerpen, waaronder:
− Rapportages ITS Richtlijn;
○ Nationale voortgangsrapportage ITS (2020–2023)
○ Impactanalyse verordening Real Time Traffic Information (RTTI)
− Voortgang signaalrapportage ILT omtrent velgen; en
− Implementatie EU-wetgeving smart tachograaf.
Rapportages ITS Richtlijn
Toegankelijke en betrouwbare mobiliteitsdata zijn essentieel om mobiliteitsdoelen
als bereikbaarheid, verkeersveiligheid, duurzaamheid en doorstroming te bereiken.
De Europese Richtlijn Intelligente Vervoerssystemen (ITS)1 stelt belangrijke randvoorwaarden en eisen die helpen de noodzakelijke data, zoals
infrastructuurdata, verkeersdata, reisdata en verkeersveiligheidsdata, hiervoor beschikbaar,
vindbaar en toegankelijk te stellen. Iedere drie jaar dienen de lidstaten een voortgangsrapport
op te stellen, om inzicht te geven in de voortgang van de implementatie van deze wetgeving.2
Onder de ITS Richtlijn zijn verschillende verordeningen opgesteld, zoals de verordening
over realtimeverkeersinformatiediensten (RTTI).3 Deze is recent herzien. Het ministerie heeft een impactanalyse laten uitvoeren om
de gevolgen van de herziening in kaart te brengen. In de Kamerbrief van 22 mei jl.
over het Digitaal Stelsel Mobiliteitsdata is toegezegd de Kamer over de resultaten
te informeren.4
Daarom bied ik u de volgende rapporten aan:
1. Nationale voortgangsrapportage ITS (2020–2023)
2. Impactanalyse RTTI
1. Nationale voortgangsrapportage ITS
Het rapport geeft een overzicht van de voortgang die Nederland heeft gemaakt in de
implementatie van de ITS Richtlijn en een overzicht wat Nederland aanvullend doet
op het gebied van ITS, zonder uitputtend te zijn. Deze rapportage is een vervolg op
eerdere voortgangsrapportages opgeleverd in 2014, 2017 en 2020.5 De projecten en activiteiten die in het rapport worden genoemd, worden gezien als
het meest relevant in een Europese context.
De praktijkervaringen die Nederland de afgelopen jaren heeft opgedaan in diverse pilots
en projecten laten de kansen zien die het beschikbaar en toegankelijk maken van mobiliteitsdata
oplevert voor de reiziger, de wegbeheerder en de beleidsmaker. Met behulp van deze
data zijn we beter in staat ons mobiliteitssysteem verkeersveilig en toekomstbestendig
te houden. Deze ervaringen zijn tevens belangrijke input geweest voor de onderhandelingen
over de herziening van de ITS Richtlijn, die binnenkort wordt vastgesteld.
Zoals in de Kamerbrief over het Digitaal Stelsel Mobiliteitsdata verwoord, wordt mede
door de aankomende Europese wet- en regelgeving zoals de ITS Richtlijn toegewerkt
naar een meer toekomstbestendige aanpak van het borgen van mobiliteitsdata.6 In de rapportage wordt ingegaan op deze beleidsinzet. Het DSM zorgt voor een geordend
en samenhangend systeem van landelijke en lokale digitale voorzieningen, standaarden,
gegevens, databronnen en afspraken over (gebruik van) mobiliteitsdata.
Het Nationaal Toegangspunt Mobiliteitsdata (NTM) vloeit voort uit de verplichting
vanuit de ITS Directive om als lidstaat een nationaal toegangspunt in te richten.
Het NTM speelt een faciliterende rol binnen het DSM. De lancering van het NTM vorig
jaar zomer is tevens een van de mijlpalen die in het rapport naar voren komt. De organisatie
werkt samen met marktpartijen en medeoverheden de komende jaren toe naar één toegangspunt
waar op een eenduidige manier een actueel overzicht gegeven wordt van de beschikbare
(multimodale) mobiliteitsdata. In dialoog met alle stakeholders wordt de toepassing
van deze data verbeterd, in lijn met de Europese verplichtingen.
2. Impactanalyse RTTI
In februari 2022 is de herziene verordening over realtimeverkeersinformatie-diensten (RTTI) gepubliceerd.7 Deze verordening gaat over het beschikbaar stellen van verschillende verkeersgegevens
om weggebruikers beter te kunnen informeren over de actuele situatie op de weg. De
herziening gaat verder dan de eerdere RTTI verordening.8 Zo zijn er extra datatypes toegevoegd, die beschikbaar moeten worden gesteld over
het gehele wegennetwerk, indien deze gegevens machineleesbaar beschikbaar en van voldoende
kwaliteit zijn.
Om inzicht te krijgen in de impact van deze regelgeving, heeft het ministerie een
impactanalyse laten uitvoeren. In brief over het Digitaal Stelsel Mobiliteitsdata
is toegezegd de analyse te delen met de Kamer zodra deze gereed is. Bij deze doe ik
deze toezegging gestand.
De impactanalyse geeft inzicht in de haalbaarheid van de RTTI verordening voor Nederland.
Daarnaast worden verschillende implementatiescenario’s beschreven. De impactanalyse
kan gezien worden als een 0-meting, en beschrijft welke RTTI datatypes in Nederland
al beschikbaar zijn, en welke nog niet. De analyse helpt het ministerie om het gesprek
met andere overheden en de markt te voeren over de ambities die we willen behalen,
en wat ervoor nodig is dat te bereiken (op basis van «make, buy, ally»).
Uit de impactanalyse blijkt dat er in Nederland al het nodige georganiseerd is voor
het beschikbaar krijgen van data. Nederland volgt een pragmatische aanpak, waarin
de ontwikkeling van toepassingen van RTTI data centraal staan. Van daaruit wordt bekeken
wat nodig is om bepaalde toepassingen te faciliteren, inclusief aanvullende datatypes.
Het NTM speelt hierin een centrale rol, door het overleg tussen markt en overheid
voor de ontwikkeling van toepassingen structureel te organiseren. Zo kan op basis
van de behoefte aan toepassingen bepaald worden welke data met welke kwaliteit nodig
is, en wie welke rol heeft.
Hiervoor wordt voortgebouwd op praktijkervaringen vanuit publiek-private programma’s
zoals Safety Priority Services (SPS)9. Dankzij SPS worden over zo’n 10% van de gereden kilometers in Nederland, verschillende
waarschuwingen ontvangen, zoals het naderen van een file of aankomende hulpdiensten.
Deze waarschuwingen worden via een navigatieapp, telefoon of direct op het dashboard
doorgegeven. Uit de gegevens blijkt dat 40% van de gebruikers hun snelheid verlaagt
bij ontvangst van een waarschuwing, terwijl 70% aangeeft alerter te rijden.
De nationale voortgangsrapportage ITS en de impactanalyse RTTI zijn een logische aanvulling
op elkaar. Waar de voortgangsrapportage een algemeen beeld geeft van de vorderingen
die Nederland de afgelopen drie jaar op het gebied van ITS heeft gemaakt, gaat de
impactanalyse in op wat Nederland (naast wat reeds al gedaan is) nog te doen heeft.
Daarnaast zijn de rapporten een logisch vervolg op de Kamerbrief Digitaal Stelsel
Mobiliteitsdata.10 De implementatie van deze Europese wet- en regelgeving wordt de komende periode binnen
de governance van het DSM samen met betrokken partijen zoals medeoverheden en wegbeheerders
verder uitgewerkt.
Voortgang signaalrapportage ILT omtrent velgen
De signaalrapportage over het ontbreken van goedkeuringseisen voor een specifieke
categorie velgen en de beleidsreactie daarop, zijn 16 maart jl. met de Kamer gedeeld.
Hierbij wordt de Kamer geïnformeerd over de voortgang van de beleidsinzet, zoals eerder
toegezegd.11
Analyse problematiek
Om de omvang van de problematiek vast te stellen, is de afgelopen maanden een verkenning
uitgevoerd. Er is navraag gedaan over de situatie bij verschillende stakeholders,
waaronder de Dienst Wegverkeer (RDW), de Politie, de Bond van Autohandelaren en Garagehouders
(BOVAG), de Algemene Nederlandse Wielrijdersbond (ANWB) en de bedrijfstakorganisatie
voor de banden- en wielenbranche (VACO). Uit de verkenning bleek dat enkel de VACO
de problematiek, zoals geschetst in het ILT-rapport, signaleert. Het gaat slechts
om een geringe groep consumenten. De betrokken organisaties zijn op de hoogste gesteld
van het mogelijke veiligheidsrisico, zodat zij de consument hierop kunnen attenderen.
Daarnaast zijn andere EU-lidstaten benaderd, waaronder Finland. Hieruit bleek dat
zij de kwestie niet hebben gesignaleerd. Wel hebben zij invulling gegeven aan de nationale
bevoegdheid om eisen te stellen aan de categorie «speciale wielen». Ook Duitsland
heeft nationale eisen gesteld, zoals dat in het ILT-rapport staat aangegeven.
Te nemen maatregelen
Om bewustwording omtrent de velgen te vergroten, wordt verkend welke maatregelen samen
met brancheorganisaties en hun leden genomen kunnen worden. Verder is er een verkenning
in gang gezet om te bekijken of wetgeving eventueel aangepast dient te worden.
Tachograaf
Vanaf 21 augustus 2023 moeten in het kader van de Europese Verordening 165/2014 alle
nieuw geregistreerde voertuigen zwaarder dan 3.500kg een nieuwe smart tachograaf (G2V2)
geïnstalleerd hebben. Een tachograaf registreert de rij- en rusttijden van de chauffeur.
Deze verplichting is onderdeel van het Europese Mobiliteitspakket. De nieuwe tachograaf
maakt het mogelijk om de verschillende regels die uit dit pakket voortvloeien beter
te kunnen handhaven; de automatische registratie (via satellieten) van grensovergangen
zorgt o.a. voor betere handhavingsmogelijkheden van de richtlijn van detachering voor
wegvervoer.
De sector heeft aangegeven dat veel voertuigen in de problemen zouden komen vanwege
deze harde deadline. De nieuwe tachograaf is pas sinds midden juni 2023 op de markt,
wat de sector te weinig tijd gaf om alle nieuwe voertuigen op tijd hiervan te kunnen
voorzien, en om reeds geproduceerde voertuigen op tijd geregistreerd te krijgen met
hun oude tachograaf. Indien ze niet op tijd geregistreerd zouden worden, zouden deze
voertuigen niet de weg op kunnen, wat kan leiden tot economische schade voor betrokken
ondernemers. Duidelijk werd ook dat er niet voldoende tachografen beschikbaar zouden
zijn om tijdig aan de vraag te voldoen. Voornamelijk voertuigen die een lange opbouw
kennen (bijzondere, gespecialiseerde voertuigen) zouden hierdoor mogelijk tijdelijk
de weg niet op kunnen. Bij bijzondere, gespecialiseerde voertuigen kan onder andere
gedacht worden aan vrachtwagens met een ingebouwde kraan, of gespecialiseerde kiepwagens.
Nederland kent veel gespecialiseerde opbouw vrachtwagens.
Eind juli 2023 heeft de RDW een noodoplossing aangeboden aan het ministerie, waardoor
de getroffen voertuigen toch tijdelijk met een oude tachograaf de weg op zouden kunnen,
en waardoor alsnog aan de Europese regels kan worden voldaan. De getroffen voertuigen
kunnen op een eerdere «datum eerste toelating» (ook wel informeel de geboortedatum
genoemd) gezet worden dan gebruikelijk – normaalgesproken worden ze op de keuringsdatum
gezet, ditmaal op de productiedatum)12 – wat ervoor zorgt dat ze toch de weg op mogen met een oudere tachograaf en niet
aan de kant moeten blijven staan.
Om enige nadelen in te perken betreft het een in tijd gelimiteerde, vrijwillige maatregel,
voor een specifieke doelgroep. Alle voertuigeigenaren zijn geïnformeerd over deze
optie door de RDW, en krijgen zelf de keuze om hier gebruik van te maken. Voertuigen
worden door registratie met eerdere productiedatum namelijk onmiddellijk enkele maanden
«ouder», en daardoor sneller in waarde vermindert. De eerdere datum eerste toelating
kan gevolgen hebben voor toekomstige zero-emissiezones en de mogelijke toelating in
deze gebieden (de datum eerste toelating wordt hier als bepalend beschouwd voor het
toelaten van de voertuigen van een zekere leeftijd in die zone). Vanuit het ministerie
werd het voorstel van de RDW, gelet op de omstandigheden en de tijdsdruk, als enige
haalbare oplossing gezien. Ook andere EU-lidstaten hebben tijdelijke maatregelen getroffen.
De EC heeft aangegeven gezien de problematiek ruimhartig met dit soort constructies
om te gaan.
Vanuit de EU is bepaald dat alle bestaande vrachtwagens uiterlijk 19 augustus 2025
hun oude tachograaf vervangen hebben met deze nieuwe tachograaf (de retrofit). Dat
betekent dat deze getroffen voertuigen binnen twee jaar ook een nieuwe tachograaf
moeten laten installeren, wat ervoor zorgt dat alle verbeterde handhavingsmogelijkheden
vanaf 2025 ook geregeld zullen zijn.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat