Brief regering : Publieke belangen analyse financiële sector
32 013 Toekomst financiële sector
33 532
Nationalisatie SNS REAAL
Nr. 286
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 oktober 2023
Op 26 mei 2023 informeerde ik u schriftelijk over mijn voornemen om tot een richtinggevend
besluit te komen over de toekomst van de Volksbank.1 In die brief schreef ik dat ik voornemens ben om de Tweede Kamer in twee stappen
mee te nemen bij het richtinggevende besluit over de toekomst van de Volksbank. Ten
eerste door een analyse te doen van eventueel onvoldoende geborgde publieke belangen
in de financiële sector, de wijze waarop die belangen geborgd kunnen worden en een
tussenconclusie te nemen of de Volksbank op basis van die analyse een rol kan hebben
bij de borging van die belangen. Vervolgens zal ik een nadere analyse – mede op basis
van de tussenconclusie – van toekomstopties van de Volksbank uitvoeren die zal worden afgesloten met een richtinggevend
besluit.
Na mijn brief van 26 mei 2023 (Kamerstukken 32 013 en 33 532, nr. 283) is het kabinet demissionair geworden. Ik vind het daarom aan een volgend kabinet
om het richtinggevend besluit over de Volksbank te nemen. Deze brief kunt u zien als
een tussenstap. Ik informeer uw Kamer over de uitkomst van de eerste stap, zonder
daarbij onomkeerbare stappen te zetten. Een nieuw kabinet kan deze analyse als startpunt
nemen, om voortvarend aan de slag te gaan met het richtinggevend besluit.
De huidige eerste analyse bevat de volgende onderdelen:
i. Inventarisatie van eventueel onvoldoende geborgde publieke belangen in de financiële
sector;
ii. De wijze waarop gewerkt wordt aan het borgen van die belangen, waarbij het uitgangspunt
is borging door de sector zelf of via wet- en regelgeving; en
iii. Tussenconclusie van het richtinggevende besluit of de Volksbank op basis van die analyse
een rol kan hebben bij de borging van die belangen.
Hieronder licht ik de drie onderdelen van de analyse nader toe. Een breder overzicht
van mijn analyse heb ik als aparte bijlage bij deze brief opgenomen.
i. Inventarisatie eventueel onvoldoende geborgde publieke belangen
De analyse richt zich op de toegankelijkheid van contant geld, giraal betalingsverkeer,
fysieke dienstverlening en de basisdiensten in Caribisch Nederland.2 Daarnaast wordt ingegaan op voldoende toegang tot kredietverlening voor het MKB,
de financiering van de duurzame transitie en veilig sparen. Zoals eerder aangegeven
in mijn brief van 26 mei 2023, zijn deze belangen reeds onderdeel van verschillende
lopende onderzoekstrajecten en de ervaringen daaruit zijn daarom bij de analyse betrokken.3
In de bijlage bij deze brief wordt kort aangegeven waarom de geïdentificeerde onderwerpen
als publiek belang kwalificeren, en waarom er redenen zijn om aan te nemen dat borging
van deze belangen op dit moment mogelijk onder druk staat.
ii. Wijze van borging van geïnventariseerde publieke belangen
Banken vervullen een belangrijke publieke rol en hebben op talloze manieren invloed
op onze samenleving. Het is essentieel dat banken op een goede wijze invulling (kunnen)
geven aan hun kernfuncties en dat zij zich bewust zijn van hun maatschappelijke rol
en taak. Er ligt tegelijkertijd ook een taak voor de overheid om de juiste voorwaarden
te creëren waarmee banken adequaat in deze kernfuncties kunnen voorzien en om toezichthouders
in staat te stellen naleving te waarborgen. Mijn ministerie ontwikkelt daartoe – indien
nodig – beleid en regelgeving.
Ik monitor voortdurend of en hoe publieke belangen onder druk (dreigen te) komen te
staan en of additioneel overheidsingrijpen vereist is, waarbij het gebruikelijk is
om primair te kijken naar sectorbrede oplossingen.4 Hierbij kan worden gedacht aan het stimuleren van zelfregulering, het maken van afspraken
met de sector of aan wet- en regelgeving. Dit is geen kwestie van incidentele interventie
maar een voortdurend proces waarbij ik, samen met de toezichthouders en andere publieke
en private stakeholders, bezie welke acties nodig zijn om de publieke belangen van
de financiële sector te kunnen borgen.
Hieronder geef ik kort per publiek belang waar op dit moment dergelijke vragen spelen
en wat de uitkomst van mijn analyse is. Op basis van mijn analyse voorzie ik dat (voorlopig)
alle geïdentificeerde publieke belangen (in de toekomst) voldoende kunnen worden geborgd
door middel van de bestaande en toekomstige sectorbrede oplossingen. Deze mogelijke
oplossingen schets ik hieronder per publiek belang. In de bijlage wordt verder uitgewerkt
welke oplossingen in algemene zin worden overwogen om het belang te borgen en, indien
van toepassing, welke concrete initiatieven op dit moment al lopen om tot een oplossing
te komen. Ook geef ik per publiek belang aan of het noodzakelijk is dat een individuele
financiële instelling een rol heeft in de borging van dat belang.
Borging van de chartale infrastructuur en dienstverlening
Contant geld vervult verschillende maatschappelijke functies waaronder het faciliteren
van de toegankelijkheid en inclusiviteit van het betalingsverkeer. Er zijn vrijwillige
afspraken tussen banken, consumentenorganisaties en vertegenwoordigers van toonbankinstellingen
in het Convenant Contant Geld om beschikbaarheid, bereikbaarheid en betaalbaarheid
van contant geld te borgen.5 Ook wordt gewerkt aan een wetsvoorstel dat een kader biedt waarin banken worden verplicht
om zorg te dragen voor een chartale basisinfrastructuur en een goede en betaalbare
chartale dienstverlening.6
Toegankelijk giraal betalingsverkeer
De afgelopen jaren zijn er signalen van groepen klanten die problemen ervaren met
toegang tot het betalingsverkeer, specifiek met het openen of behouden van een betaalrekening.
Ik ben in gesprek met sectoren, banken en toezichthouders om problemen scherp te krijgen
en oplossingen te formuleren en implementeren.7 Daarnaast wordt voor zakelijke cliënten voor wie deze oplossingen onvoldoende blijken
te zijn de introductie van een basisbetaalrekening in overweging genomen.
Fysieke dienstverlening
Als gevolg van de toenemende digitalisering van bankdiensten is de beschikbaarheid
en bereikbaarheid van fysieke dienstverlening bij bankdiensten afgenomen. In mei 2021
is een Actieplan Toegankelijk Betalingsverkeer opgesteld en uitgevoerd door de banken
in samenwerking met DNB en maatschappelijke organisaties uit het Maatschappelijk Overleg
Betalingsverkeer (MOB).8 In januari 2023 hebben de banken een versterkt commitment uitgesproken om de toegankelijkheid
van het betalingsverkeer te verbeteren. Indien de samenwerking in het MOB niet toereikend
is, kan worden overwogen om gebruik te maken van andere sectorbrede maatregelen, bijvoorbeeld
via een subsidie of door regulering.
Bancaire dienstverlening in Caribisch Nederland
Door de beperkte omvang van de markt in Caribisch Nederland is er sprake van beperkte
bancaire dienstverlening, met name op Saba en in mindere mate op Sint-Eustatius. Op
dit moment verken ik de mogelijkheden om de bancaire dienstverlening op Saba te verbeteren
door een instelling aan te wijzen om afgesproken bancaire diensten te verlenen die
zonder vergoeding niet rendabel zouden zijn.9 Een Nederlandse staatsbank in Caribisch Nederland ligt evenwel niet voor de hand
gezien de aard en het karakter van de lokale markt. Hierbij valt te denken aan het
gebruik aldaar van de Amerikaanse dollar als betaalmiddel en de beperkte omvang van
de markt. Een nieuwe toetreder zou bovendien kunnen leiden tot het vertrek van de
huidige spelers op de markt.
Kredietverlening aan MKB
Voldoende toegang tot zakelijke kredietverlening voor het MKB draagt bij aan innovatie,
werkgelegenheid en groei van de Nederlandse economie. Er bestaan reeds verschillende
publieke instrumenten om het financieringsaanbod voor MKB-ondernemingen te stimuleren
en in de strategie voor een sterke financieringsmarkt voor het MKB staan acties beschreven.10 Met het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) Bedrijfsfinanciering wordt momenteel
onderzocht of er sprake is van marktfalen binnen het huidige bedrijfsfinancieringsbeleid
en wordt aandacht besteed aan de positie van kredietinstellingen hierin.
Naast bovengenoemde binnenlandse initiatieven zet het kabinet in Europese context
in op gerichte acties in het kader van de verdieping van de kapitaalmarktunie, om
bijvoorbeeld marktfinancieringsvormen ten behoeve van het MKB te bevorderen.11
Financiering van duurzame transitie
Voor de duurzame transitie is het essentieel dat private kapitaalstromen vergroenen
en dat duurzaamheidsrisico’s worden afgebouwd. Nederlandse financiële instellingen
hebben zich vrijwillig gecommitteerd aan rapportage over duurzaamheidsstandaarden.
In Europa wordt op verschillende terreinen gewerkt aan wetgeving.12 In dit kader wordt ook de wenselijkheid en toegevoegde waarde van eventuele nationale
wetgeving verkend.13 Deze dient gedeeltelijk nog geïmplementeerd te worden en kan op veel aspecten nog
ambitieuzer worden gemaakt. Daarnaast bestaan er in Nederland verschillende instellingen
en fondsen om duurzame investeringen te faciliteren.
Veilig sparen
Het is van belang dat burgers en bedrijven veilig kunnen sparen. Het belang van veilig
sparen wordt onder meer gewaarborgd door middel van het depositogarantiestelsel, dat
deposito’s tot EUR 100.000,– beschermt. Ook zijn er sinds de oprichting van de Europese
bankenunie veel stappen gezet om het toezicht op banken te versterken, alsook om raamwerken
op te richten om falende banken ordentelijk te kunnen afwikkelen. Deze maatregelen
dragen bij aan de mogelijkheid om veilig te kunnen sparen. Mede op verzoek van de
Tweede Kamer loopt er een onderzoek naar mogelijkheden om de bancaire sector nog weerbaarder
te maken, waarbij onder andere de toegevoegde waarde van een (eventueel nieuw op te
richten) veilige publieke spaarbank en een mogelijke rol van de Volksbank wordt onderzocht.14 Over de uitkomsten van dit onderzoek zal de Tweede Kamer begin volgend jaar worden
geïnformeerd.
iii. Tussenconclusie: geen rol weggelegd voor specifiek de Volksbank in de borging
van publieke belangen
De eerste conclusie van mijn analyse is dat er publieke belangen in de financiële
sector zijn die momenteel beter kunnen worden geborgd of meer aandacht behoeven. Daarnaast
concludeer ik dat het wenselijk en haalbaar is om deze belangen nader te borgen via
sectorbrede instrumenten, zij het door zelfregulering, afspraken met de sector of
concrete (aankomende) wet- en regelgeving.
Voor alle geïdentificeerde belangen geldt de afzonderlijke tussenconclusie dat een
staatsbank niet vereist is voor het borgen van dat publieke belang. In sommige gevallen
geven de knelpunten nog geen aanleiding tot ingrijpen. Voor andere publieke belangen
geldt dat de oplossingsrichting reeds wordt gezocht in samenwerking met de sector,
of in wet- en regelgeving. Het publieke belang van veilig sparen is voldoende geborgd,
maar er loopt nog een onderzoek naar (onder meer) de eventuele toegevoegde waarde
van een (eventueel nieuw op te richten) veilige publieke spaarbank en een mogelijke
rol voor de Volksbank hierbij.
Mijn conclusie is dat er voor de borging van de geïdentificeerde publieke belangen
(voorlopig) geen noodzaak is voor het houden van een staatsdeelneming in een individuele
financiële instelling. Borging van de belangen kan – kortgezegd – op effectieve wijze
plaatsvinden via minder verregaande (overheids-)instrumenten. Dat betekent dat ik
vanuit dat perspectief ook geen reden zie om de Volksbank als permanente staatsdeelneming
te behouden. Ik ga hierover graag met de Kamer in overleg, maar ben voornemens een
besluit hierover aan een nieuw kabinet te laten.
Dat neemt uiteraard niet weg dat de Volksbank als speler binnen de financiële sector
als geheel een rol zal vervullen in de borging van publieke belangen. Ook blijft het
mogelijk voor de Volksbank om haar rol als maatschappelijk georiënteerde bank te vervullen,
ongeacht of de bank een staatsdeelneming is. Die maatschappelijke identiteit zou bijvoorbeeld
in de governance van de bank kunnen worden verankerd. Enkele mogelijke governancemodellen zijn reeds
onderzocht en in het kader van de verkenning toekomstopties in de zomer van 2021 met
uw Kamer gedeeld.15 Een voorbeeld hiervan is het geven van inspraak over de onderneming aan diverse stakeholders,
bijvoorbeeld klanten of werknemers. In hoeverre het invoeren van specifieke governancemodellen
wenselijk en haalbaar is, zal aan de orde komen in de tweede fase van het richtinggevende
besluit over toekomstopties van de Volksbank.
Vervolgproces
Zoals aangekondigd in mijn brief van 26 mei 2023, ga ik graag met uw Kamer in gesprek
over deze analyse. Gelijktijdig zal ik, conform het proces geschetst in die brief,
starten met de nadere analyse van welke toekomstopties en/of governancemodellen geen
realistisch toekomstscenario voor de Volksbank zijn. Hierbij betrek ik vervolgens
ook de uitkomst van het overleg met de Kamer over deze analyse naar de publieke belangen.
Naar verwachting zal ik de tweede analyse met u delen in het voorjaar van 2024, waarbij
het aan een volgend kabinet is om vervolgens het richtinggevende besluit te nemen.
De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën