Brief regering : Aangescherpte voorkeursvolgorde zon
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
31 239 Stimulering duurzame energieproductie
Nr. 1310 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 oktober 2023
Met deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister voor Klimaat en Energie
(K&E), over de uitkomsten van de overleggen tussen Rijk, Interprovinciaal Overleg
(IPO), Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), Unie van Waterschappen (UvW) en
Netbeheer Nederland (NBNL) (hierna: de koepels) over het juridisch verankeren van
de aangescherpte voorkeursvolgorde zon zoals toegezegd in de zonnebrief van 6 juli
2023 (Kamerstukken 32 813 en 31 239, nr. 1281).
Aanleiding voor de wens tot aanscherping van de voorkeursvolgorde zon zijn de ruimtelijke
implicaties van de sterk stijgende vraag naar duurzaam opgewekte elektriciteit als
gevolg van de bevolkingsgroei en de energietransitie. Op weg naar 2030 hebben Rijk
en medeoverheden zich uitgesproken om het RES-bod waar te maken, dat blijft onveranderd
met de aanscherping van de voorkeursvolgorde zon. Om de klimaatdoelstellingen voor
2050 te halen is het behalen van het RES-bod en verdere uitbreiding van duurzame opwek
van energie nodig, onder andere met zonnepanelen. Tegelijkertijd is de hoeveelheid
ruimte een gegeven terwijl de transities alleen maar om meer ruimte vragen. Nederland
moet kiezen waar en hoe we ruimte bieden aan duurzame opwek via zon-PV om ervoor te
zorgen dat de huidige zekerheden – zoals voldoende voedsel, schoon drinkwater en energie
– ook voor toekomstige generaties blijven bestaan. Hierbij blijven de klimaatdoelstellingen
overeind en zetten we in op lokale initiatieven voor multifunctioneel zon-PV die bijdragen
aan meer zon-PV op plaatsen waar dit samen kan gaan met andere functies.
Om dit te bewerkstelligen streven we naar meervoudig grondgebruik, waarbij we de vrije
ruimte op daken, gevels en andere plekken binnen en buiten bebouwd gebied (zoals parkeerplaatsen,
langs weg- en spoorinfrastructuur, geluidschermen, stortplaatsen etc.) benutten voor
zonnepanelen. Dit kunnen we doen door de vrije ruimte, waar zonnepanelen technisch
en betaalbaar samen kunnen gaan met de bestaande of nieuwe functie (het zgn. meervoudig
grondgebruik, ook wel multifunctioneel gebruik genoemd), te gebruiken en daarmee de
landbouw- en natuurgronden vrij te houden voor de andere ruimtelijke opgaven.
Door de toenemende krapte op het elektriciteitsnet hebben steeds meer gebieden in
Nederland te maken met netcongestie. De groei van opwek met zonnepanelen hangt daarmee
samen. Voor structurele versterking van het elektriciteitsnet investeren netbeheerders
volgend jaar 6 miljard euro, en vanaf 2025 8 miljard euro om het net te verzwaren
en uit te breiden. Daarnaast werkt de Minister voor K&E nauw samen met de netbeheerders,
medeoverheden en kennisinstellingen via het Landelijk Actieprogramma Netcongestie
(LAN) (Kamerstukken 29 023 en 31 239, nr. 443) en heeft het kabinet op 18 oktober 2023 een pakket extra maatregelen (Kamerstuk
29 023, nr. 451) gepresenteerd om de krapte op het net aan te pakken. Daarnaast faciliteren partijen
binnen het LAN zon-PV-projecten in combinatie met opslag, andere soorten opwek van
elektriciteit of nabijgelegen grote stroomgebruikers. Op die manier worden ze slim
ingepast in het elektriciteitsnet met zo min mogelijk extra belasting op de beschikbare
netcapaciteit.
Ten aanzien van zonnevelden was de markt in het verleden leidend en ontbrak sturend
ruimtelijk beleid door de overheden. Mede als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen
hebben medeoverheden in de afgelopen jaren meer ingezet op een zorgvuldige ruimtelijke
afweging en multifunctioneel ruimtegebruik. Nu zetten Rijk en medeoverheden samen
de volgende stap door in bestuurlijke afspraken de voorkeursvolgorde zon uit de Nationale
Omgevingsvisie (NOVI) aan te scherpen. In deze brief worden de gemaakte bestuurlijke
afspraken kort weergegeven. De volledige bestuurlijke afspraken staan in de bijlage
bij deze brief.
Bestuurlijke afspraken
Rijk en de koepels dragen de aangescherpte voorkeursvolgorde zon uit met volgordelijkheid
in de vier treden. Hierbij wordt eerst gekeken naar de mogelijkheid van zonnepanelen
op daken en gevels (trede 1) en op gronden binnen en buiten bestaand bebouwd gebied
(trede 2 en 3) en, als deze 3 treden onvoldoende mogelijkheden bieden, naar zonnepanelen
op landbouw- en natuurgronden (trede 4) onder de hieronder genoemde voorwaarden.
Het gebruik van landbouw1 – en natuurgronden voor zonnepanelen is in principe ongewenst. Om die reden hebben
de provincies in hun verordeningen de voorkeursvolgorde zon of een vertaling daarvan
vastgelegd, waarbij trede 4 niet gebruikt zal worden tenzij het gaat om de volgende
uitzonderingsmogelijkheden:
A. Agri-PV: combinatie van een substantiële agrarische functie met een zonnepark;
B. landbouwgronden die op basis van bestuurlijk bindende afspraken in transitie zijn,
bijvoorbeeld gronden die in de toekomst een andere bestemming krijgen zoals woon-werk-bestemming,
recreatie of overgang naar natuur of gronden die minder geschikt worden voor een landbouwfunctie
door verzilting, vernatting of bodemdaling. Zon-PV draagt financieel bij aan het mogelijk
maken van de gebiedsgerichte opgaven voor een maximale periode (30 jaar), waarna de
gebieden hun definitieve bestemming zullen krijgen.
C. als de aanleg van zonneparken op gronden betekenisvol bijdraagt aan de vermindering
van de netcongestie of zorgt voor vergroting van een efficiënter netwerkgebruik (netneutraal).
a. Noodzakelijke voorwaarden voor elk zon-PV-project dat gerealiseerd wordt zijn dat
ze:
a. landschappelijk goed vormgegeven en ingepast zullen worden en
b. het inpasbaar is in het energienetwerk.
Bovendien streven partijen er naar dat alle zon-op-land projecten voldoen aan het
streven van 50% participatie van omwonenden en kan rekenen op voldoende draagvlak,
zoals genoemd in het Klimaatakkoord.
Zoals gezegd zullen de provincies deze inhoud in hun verordeningen juridisch bindend
vastleggen. En wanneer na 1 januari 2024 blijkt dat dit niet voldoende is, zullen
ze dat alsnog bij de eerstvolgende herziening van verordeningen doen.
Bijna alle regio’s hebben in hun RES-bod 1.0 zon op landbouwgrond opgenomen. Daarin
is een grote mate van verscheidenheid zichtbaar, evenals in het vervolg daarop. Projecten
waarvan de participatietrajecten al in een vergevorderd stadium zijn en niet (helemaal)
conform de aangescherpte voorkeursvolgorde zon zijn vormgegeven, kunnen doorgang vinden.
Daar waar slechts sprake is van zoekgebieden en waar nog geen serieus vervolg aan
is gegeven, geldt de aangescherpte voorkeursvolgorde zon.
Vervolgstappen
Met deze afspraken hebben het Rijk en de koepels concrete stappen gezet om de aangescherpte
voorkeursvolgorde zon in de praktijk te brengen en juridisch te verankeren in de provinciale
verordeningen. Een belangrijk gevolg van deze afspraken is dat zonnepanelen op natuurgronden
ongewenst zijn.
Met deze aanpak is gekozen om afspraken te maken met medeoverheden, waardoor het opstellen
van een instructieregel in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) voor de voorkeursvolgorde
zon niet nodig is nu de provincies hebben toegezegd hun eigen verordeningen, waar
nodig, aan te passen aan de gemaakte afspraken. Hierbij zal rekening gehouden worden
met initiatieven die nu al in een vergevorderd stadium zijn om te voorkomen dat lopende
lokale initiatieven stilvallen.
In januari 2024 zal bekeken worden of de verordeningen voldoen aan de gemaakte afspraken.
Indien nodig zal aanpassing van de provinciale verordening volgen om deze in lijn
te brengen met de gemaakte afspraken. In de volgende zonnebrief zal uw Kamer hierover
geïnformeerd worden. Ook blijven het Rijk en de medeoverheden binnen het Nationaal
Programma Regionale Energiestrategieën (NP RES) met elkaar in gesprek over de ontwikkelingen
en effecten in relatie tot de gemaakte afspraken en het delen van goede voorbeelden2.
Stimuleren en faciliteren zon-PV op trede 1, 2 en 3
Rijk en medeoverheden zijn zich ervan bewust dat de bestuurlijke afspraken extra druk
kunnen leggen op het realiseren van het RES-bod, terwijl partijen zich daar ook aan
verbonden hebben. Het vinden van voldoende geschikte locaties voor zonnepanelen blijft
een uitdaging. In de contourennotitie Nota Ruimte van 6 oktober 2023 (Kamerstukken
29 435 en 34 682, nr. 264) wordt ook opgeroepen tot bundeling van functies. Dit geldt ook voor het toepassen
van zon-PV, gelet op de schaarse ruimte in Nederland en de groeiende vraag naar duurzame
energie. Ten einde de doelstellingen blijvend te kunnen realiseren zet het Rijk zich
in om het gebruik van de treden 1, 2 en 3 te inspireren, faciliteren en stimuleren.
Hieronder volgt een kort overzicht van de inspanningen vanuit het Rijk. Veel inspanningen
zijn reeds vermeld in de zonnebrief van 6 juli 2023 (Kamerstukken 32 813 en 31 239, nr. 1281). Hiermee wil het Rijk blijven inzetten op het realiseren van opwek van hernieuwbare
elektriciteit middels zon-PV in afstemming met bestaande of nieuwe ruimtelijke functies
en inpassing op het elektriciteitsnet.
De aangekondigde aanpassing van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) waarbij
gemeenten de mogelijkheid krijgen om eigenaren van bestaande utiliteitsgebouwen met
een gebruiksoppervlakte > 250 m2 te verplichten om de (volledige) dakpotentie te benutten voor de opwek van zonne-energie
en de juridische verkenning tot verdergaande verplichting van zon op daken en zonneparkeren
lopen door zoals toegelicht in de zonnebrief van 6 juli 2023. Ook blijft het Rijk
zich inzetten voor meer zon-PV op water en monumenten via onderzoek en op Rijksvastgoed
via het programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER). Binnen het NP RES werken Rijk
en de koepels samen aan het ondersteunen en versnellen van de realisatie van zon-PV
via de helpdesk Zonopwek3, handreikingen en (online) sprintsessies.
Voor de stimulering van zon-PV4 geldt de SDE++ als het voornaamste stimuleringsinstrument voor grootverbruikaansluitingen.
De salderingsregeling is op dit moment nog het belangrijkste stimuleringsinstrument
voor kleinverbruikers. Daarnaast zijn er ook nog lokale regelingen die zon (op dak)
stimuleren. Daarnaast is er in het Klimaatfonds geld gereserveerd voor aanvullende
inzet zon op daken en objecten (€ 222,5 mln.) en voor de tegemoetkoming huursector
(samen met VRO en indien de salderingsregeling wordt afgeschaft (€ 100 mln.). Deze
maatregelen worden op dit moment nader uitgewerkt en de Kamer wordt hier eind dit
jaar verder over geïnformeerd. Dit alles in het licht van de nog altijd aantrekkelijke
investering die zonnepanelen zijn. Onderstaand tabel geeft overzicht van bestaande
subsidievormen die van toepassing zijn op het stimuleren van zon-PV, zoals beschreven
door RVO5:
SDE++
Subsidie voor de opwek van grootschalig hernieuwbare energie voor ondernemers.
SCE (Subsidieregeling Cooperatieve Energieopwekking)
Subsidie voor de installatie van hernieuwbare elektriciteitsbronnen (zon-, wind, water-energie)
voor energie coöperaties of vereniging van eigenaars (VvE).
SVVE (Subsidie voor de verduurzaming voor verenigingen van eigenaars (VvE’s))
De SVVE vervangt de Subsidie Energiebesparing Eigen Huis (SEEH) en de Investeringssubsidie
Duurzame Energie (ISDE) voor VvE’s. De SVVE bestaat uit drie onderdelen waarvoor apart
subsidie wordt aangevraagd; energieadvies, verduurzamingsmaatregelen en oplaadpunten
advies.
Salderingsregeling
«Wegstrepen» ofwel terugleververgoeding voor opgewekte elektriciteit die particulieren
ontvangen bij het terug leveren van elektriciteit aan het net. Particulieren krijgen
net zo veel betaalt voor de stroom die wordt afgenomen van het energiebedrijf.
BTW 0%-tarief
Sinds 1 januari 2023 is het btw-tarief op zonnepanelen 0% waardoor particulieren geen
btw betalen voor zonnepanelen op of bij de woning.
BOSA (Stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties)
Subsidie voor bouw en onderhoudskosten van sportaccommodaties en aanschaf van sportmaterialen.
Activiteiten gericht op energiebesparing, toegankelijkheid, circulariteit, klimaataanpassing
en veiligheidsbeleving kunnen extra subsidie aanvragen (10%).
Subsidies energie-innovatie (Topsector Energie)
Subsidie voor ondernemers, wetenschappers en onderzoeksinstellingen die werken aan
innovaties die duurzaamheid en economische groei aan elkaar koppelen (onderzoek).
Hier vallen o.a. de DEI+ (Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie) & HER+ (Hernieuwbare
Energietransitie) onder.
MOOI (Missie gedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie)
Subsidie voor partijen die in een consortium samenwerken aan complete, innovatieve
oplossingen die bijdragen aan de klimaatdoelen. Regeling richt zich op projectontwikkeling
voor elektriciteit, gebouwde omgeving en industrie. Innovatie focus.
EIA voor ondernemers (Energie-Investeringsaftrek)
(Fiscale) regeling voor ondernemers die, op basis van een investering in een bedrijfsmiddel
leidt tot een mindering in CO2-uitstoot, 45,5% van de investeringskosten kan aftrekken van de winst.
MIA/Vamil (Milieu Investeringsaftrek, en Willekeurige Afschrijving milieu-investeringen).
(Fiscale) regeling voor ondernemers die, op basis van een investering in een bedrijfsmiddel
en technieken leidt tot een mindering in CO2-uitstoot, kan oplopen tot 45% van het investeringsbedrag.
ISDE (Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing)
Investeringssubsidie voor woningeigenaren en zakelijke gebruikers (bedrijven, woningcorporaties,
verenigingen, VvE’s, overheden en particuliere verhuurders) voor het nemen van duurzame
maatregelen in hun bestaande woning of bedrijfspand. In deze subsidieregeling zijn
zonnepanelen tot eind 2023 beschikbaar.
Nationaal Warmtefonds
Lening voor aanschaf van zonnepanelen.
Zoals gezegd zal in de zonnebrief van 2024 de voortgang gemeld worden op de gemaakte
afspraken en de genoemde maatregelen om te sturen op meer zon-PV op trede 1, 2 en 3.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge
Indieners
-
Indiener
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties