Brief regering : Uitkomsten trilogen EDI - akkoord Europese Digitale Identiteit (revisie eIDAS-verordening)
21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Nr. 1042 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 oktober 2023
Zoals toegezegd tijdens het Interpellatiedebat-Leijten1 en mijn brief van 13 april 2023 over het vervolgproces Europese Digitale Identiteit2, informeer ik u met deze brief over de uitkomsten van de triloogonderhandelingen
inzake het voorstel voor de herziening van de eIDAS-verordening, oftewel een Europees
raamwerk voor Digitale Identiteit (hierna: voorstel).
Terugblik
De Commissie heeft op 3 juni 2021 het voorstel voor de herziening van de eIDAS-verordening
gepubliceerd.3 Het voorstel wijzigt de eIDAS-verordening uit 2014. In het BNC-fiche bent u geïnformeerd
over de kabinetsinzet ten aanzien van het voorstel.4 Uw Kamer is vervolgens periodiek geïnformeerd over de voortgang van de onderhandelingen.
Op 6 december 2022 heeft de Raad van de Europese Unie (hierna: de Raad) tijdens de
Telecomraad een algemene oriëntatie bereikt ten aanzien van het voorstel. Hiermee
hebben alle lidstaten ingestemd met het compromis in de Raad en heeft het voorzitterschap
van de Raad het mandaat gekregen voor het voeren van onderhandelingen met het Europees
Parlement.
Het Europees Parlement (hierna: het EP) heeft op 16 maart jl. zijn positie bepaald.5 De triloogfase is vervolgens op 21 maart jl. van start gegaan. In de triloogfase
onderhandelen de Commissie, de Raad en het Europees Parlement gezamenlijk over het
voorstel van de Commissie. Het EU-voorzitterschap onderhandelt hierin namens de Raad.
Op 29 juni jl. heeft de Raad melding gemaakt van zijn voorlopig politiek akkoord op
hoofdlijnen met het Europees Parlement en tegelijkertijd benadrukt dat onder het (huidige)
Spaanse voorzitterschap verdere technische uitwerking plaatsvindt om tot een definitief
akkoord te komen.
Huidige stand van zaken
De triloog bevindt zich momenteel in de afrondende fase. Het Spaanse EU-voorzitterschap
heeft de technische triloogbijeenkomsten voortgezet. In deze bijeenkomsten wordt de
tekst aangevuld conform het politieke akkoord, dat nodig is om tot een definitief
akkoord te komen. Naar verwachting zullen de ontwikkelingen op dit dossier elkaar
snel opvolgen in de aankomende dagen6. In Coreper7 van 27 oktober wordt de definitieve compromistekst voorgelegd aan de Raad met het
oog op instemming. Daarna zal er nog één politieke triloogbijeenkomst plaatsvinden
ter bekrachtiging door de drie instellingen op 8 november aanstaande.
Inzet Nederland
De zorgen die uw Kamer met betrekking tot het voorstel voor een raamwerk voor een
Europese digitale identiteit heeft geuit, onder meer (maar niet uitsluitend) tijdens
het voorbereidende debat over de Telecomraad van december 2022 en het Interpellatiedebat-Leijten,
vormden zowel tijdens de onderhandelingen in de Raad als in de triloogfase de kern
van de Nederlandse inzet. Hierover is uitvoerig gesproken met uw Kamer.
De punten die naar de mening van uw Kamerleden onvoldoende weerklank vonden in de
Raadspositie heb ik in verschillende gesprekken tijdens de triloogfase voor het voetlicht
gebracht. Ik ben daartoe de dialoog aangegaan met leden van het Europees Parlement,
de Europese Commissie, de achtereenvolgende voorzitterschappen van de Raad en andere
belanghebbenden om gezamenlijk mogelijkheden te zoeken om aandacht te vragen voor
deze belangen. In voorbereiding op de Telecomraad van 2 juni jl. (in zowel Luxemburg
als in Brussel en Den Haag) heb ik met diverse collega’s uit andere lidstaten gesproken.
Ook heb ik tijdens deze Telecomraad in Luxemburg de aandachtspunten van uw Kamer nogmaals
benoemd en het belang benadrukt van een expliciet verhandelverbod voor bij walletdienstverlening
betrokken gebruiks- en gebruikersgegevens.8 Het definitieve akkoord voorziet in waarborgen op alle punten waarover uw Kamer eerder
haar zorgen heeft geuit9.
Voornaamste elementen van het voorliggend akkoord
Ik kan niet in detail ingaan op alle onderdelen van de definitieve compromistekst
vanwege de omvang van de wettekst. Daarnaast is het vanuit het belang van vertrouwelijkheid
van de onderhandelingen niet mogelijk om in detail op alle aanpassingen in te gaan,
deze zijn immers niet openbaar. Graag licht ik de hoofdlijnen van het akkoord toe.10Dit doe ik door de voornaamste en (voor uw Kamer) meest relevante elementen van de
definitieve compromistekst uit te lichten en mijn appreciatie te geven. Daarnaast
is het zo dat, conform eerdere Raadspositie, in het compromisvoorstel geen sprake
is van een uniek Europees identificatienummer (motie van het lid Ceder c.s.11), noch van een Europese identiteit (lidstaten geven de identiteit zelf uit). Eveneens
zullen wallets nog steeds uitgegeven worden op een hoog betrouwbaarheidsniveau (Level
of Assurance).
Verhandelverbod
Ik heb uw Kamer uitvoerig gesproken over het verhandelverbod en toegezegd om tijdens
de triloogonderhandelingen in te zetten op een nadere explicitering. Het beoogde doel
is voorkomen dat leveranciers van id-wallets de gebruiks- en gebruikersgegevens uit
de wallet aanwenden voor andere commerciële doeleinden (verhandelverbod). In aanvulling
op de waarborgen12 in de AVG, die onverkort van toepassing is, en het onderhavige voorstel, wilde uw
Kamer een nadere explicitering opgenomen zien in het voorstel. De inzet van het kabinet
heeft erin geresulteerd dat er een overweging13 in het voorstel is opgenomen waarin nog eens wordt onderstreept dat gebruiks- en
gebruikersgegevens niet voor andere doeleinden verwerkt mogen worden dan voor het
leveren van walletdiensten. Hiermee heeft het kabinet de wens van Uw Kamer kunnen
realiseren.
Open Source
Mijn inbreng op het gebied van open source was in de Raadspositie meegenomen in de
vorm van een aanbeveling voor lidstaten om de broncode van id-wallets te publiceren.14 Het kabinet pleit er in Europa herhaaldelijk voor dat de broncode van id-wallets
openbaar moet zijn, zodat de werking van id-wallets transparant is en kan worden gecontroleerd.
Mede dankzij de inzet van Nederland is de verankering van open source in de triloogfase
verder versterkt. Het definitieve voorstel verplicht15 tot het gebruik van de applicatie software componenten van id-wallets onder een open
source licentie. Lidstaten kunnen bepaalde componenten uitzonderen van deze verplichting
bijvoorbeeld ter bescherming van de nationale veiligheid.
Vrijwilligheid van de wallet
Het voorstel verplicht burgers en bedrijven niet om een wallet aan te schaffen of
om daarmee digitaal zaken te doen met overheden of bedrijven.16 In het definitieve compromisvoorstel is bovendien een overweging17 toegevoegd waarin wordt verduidelijkt dat lidstaten passende alternatieve oplossingen
beschikbaar moeten stellen. Het direct of indirect beperken van de toegangsmogelijkheden
tot dienstverlening voor mensen die geen wallet kunnen of willen gebruiken wordt hiermee
voorkomen.
Uw Kamer heeft het kabinet via de motie18 van de leden Van Haga en Leijten verzocht om ditzelfde risico te mitigeren. De motie
verzoekt het kabinet om het gebruik van een id-wallet niet indirect te verplichten,
door te waarborgen dat online toegang tot overheidsdiensten mogelijk blijft met de
nationale DigiD. In de brief19 van 2 december 2022 heeft het kabinet gemeld deze motie uit te voeren. Dit heeft
het kabinet inmiddels gerealiseerd via de Wet digitale overheid. Deze wet bevat een
verplichting voor (semi-)publieke dienstverleners om het publieke identificatiemiddel
(DigiD) te accepteren. De motie is daarmee uitgevoerd en in lijn met het definitieve
compromisvoorstel.
Uitvoerbaarheid (tijdspad/implementatie van wallets)
De door Nederland gewenste verlenging van de implementatietermijn voor de uitgifte
van id-wallets is opgenomen in het voorstel20 in artikel 6a, eerste lid. Deze termijn is verlengd van 12 maanden na inwerkingtreding
van de verordening naar 24 maanden na inwerkingtreding van een aantal aangewezen uitvoeringshandelingen.
Effectief betekent dit een verlenging van ten minste 18 maanden t.o.v. het initiële
Commissievoorstel.
Vertrouwensdiensten
De Nederlandse inbreng bij de vertrouwensdiensten21 heeft geresulteerd in de opname van diverse artikelen die borgen dat het toezicht
op de vertrouwensdiensten op adequate wijze kan worden uitgevoerd. Zo heeft die inbreng
ervoor gezorgd dat er ook toezicht zal zijn bij de uitgifte van elektronische attestaties
(een digitaal getuigschrift of verklaring van authenticiteit) van attributen uit publieke
bronnen. Ook is de zorg- en meldplicht voor vertrouwensdienstverleners die gedeeltelijk
naar de NIS2-richtlijn is overgegaan aangevuld in de herziene eIDAS-verordening zodat
deze plichten op de gehele vertrouwensketen van toepassing zijn. Daarnaast worden,
ter bescherming van burgers, op basis van artikel 45.2 webbrowsers verplicht om gekwalificeerde
websitecertificaten te erkennen, zodat burgers weten welke organisatie achter een
website zit.
Conclusie over het eindakkoord tussen Raad, Commissie en EP
De uitkomst van de onderhandelingen is in lijn met de Nederlandse inzet, zoals verwoord
in het BNC-fiche. Op alle punten waar uw Kamer haar zorgen over heeft uitgesproken
zijn waarborgen opgenomen in het definitieve compromisvoorstel. Er is in samenwerking
met gelijkgestemde lidstaten voor gezorgd dat de voor Nederland belangrijke punten
zijn opgenomen in het akkoord. Ik ben dan ook tevreden met het onderhandelingsresultaat
en ben daarom voornemens in te stemmen met de definitieve compromistekst in Coreper
1 op 27 oktober aanstaande.
Vervolgproces
De definitieve compromistekst is geagendeerd voor de Coreper van 27 oktober a.s. met
het oog op bekrachtiging door de lidstaten. Alvorens het uiteindelijke compromis formeel
ter stemming wordt gebracht dienen er eerst nog verschillende formaliteiten te worden
afgerond. Allereerst zullen de komende weken de juristen-linguïsten het voorlopig
compromis vertalen naar alle officiële talen van de Europese Unie. Na het beschikbaar
komen van de vertaling zullen het Europees Parlement en de Raad hier formeel over
stemmen op basis van gekwalificeerde meerderheid. In het geval zowel het Europees
Parlement als de Raad formeel met het akkoord instemmen, wordt het akkoord kort erna
gepresenteerd in het Publicatieblad van de EU. De verordening treedt 20 dagen na publicatie
in het Publicatieblad in werking.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, A.C. van Huffelen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties