Brief regering : Appreciaties motie van het lid Ouwehand over intrekken van de vergunning voor zoutwinning onder de Waddenzee (Kamerstuk 33576-24) en gewijzigde motie van de leden Ouwehand en Van Raan over uitsluiten van mijnbouw in Natura 2000-gebieden (t.v.v. 34041-34)
32 849 Mijnbouw
33 576
Natuurbeleid
Nr. 237
Natuurbeleid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 oktober 2023
Met deze brief deel ik mijn appreciatie van de motie (ingediend in 2014) van het lid
Ouwehand (Kamerstuk 33 576, nr. 24) over het intrekken van de vergunning om te boren naar zout in het Waddengebied.
De motie wordt ontraden. De wet biedt geen grondslag voor een dergelijke intrekking
en daar komt bij dat de verplichte monitoring van deze zoutwinning geen nadelige effecten
laat zien.
Tevens geef ik hierbij mijn appreciatie op de gewijzigde motie (ingediend in 2013)
van de leden Ouwehand en Van Raan over over het uitsluiten van mijnbouwactiviteiten
in of nabij Natura 2000-gebieden (Kamerstuk 34 041, nr. 44).
De motie wordt ontraden. Mijnbouwactiviteiten in brede zin zijn en blijven ook in
de toekomst noodzakelijk voor de gasleveringszekerheid en hun bijdrage aan de gewenste
energietransitie (denk onder meer aan CCS, waterstofopslag, geothermie). Dat gebeurt
alleen als dat veilig en verantwoord kan, ook (met inachtneming van het toepasselijke
beschermingsregime) onder of nabij Natura 2000-gebieden.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
J.A. Vijlbrief
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat