Brief regering : Fiche: Mededeling digitalisering sociale zekerheidscoördinatie
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3804
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 oktober 2023
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 2 fiches die werden opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissie voorstellen (BNC).
Fiche: Raadsaanbeveling EU-coördinatie bij verstoring vitale infrastructuur (Kamerstuk
22 112, nr. 3803)
Fiche: Mededeling digitalisering sociale zekerheidscoördinatie
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.G.J. Bruins Slot
Fiche: Mededeling digitalisering sociale zekerheidscoördinatie
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
Mededeling van de Commissie aan het Europese Parlement, de Raad, het Europees Economisch
Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s – Digitalisering bij de coördinatie van
de sociale zekerheid: het vrije verkeer op de eengemaakte markt vergemakkelijken
b) Datum ontvangst Commissiedocument
september 2023
c) Nr. Commissiedocument
COM(2023) 501
d) EUR-Lex
eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52023DC0501
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie
N.v.t.
f) Behandelingstraject Raad
Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid
2. Essentie voorstel
Op 6 september 2023 heeft de Europese Commissie (hierna: »Commissie») een mededeling
gepubliceerd over de digitalisering bij de coördinatie van de sociale zekerheid. De
sociale zekerheid is per lidstaat verschillend geregeld. De Europese Unie zorgt voor
coördinatie van de verschillende sociale zekerheidsstelsels. Hiervoor bestaan twee
Europese verordeningen: Verordening (EG) 883/2004 en Verordening (EG)987/2009 (de
toepassingsverordening). Om de coördinatie van socialezekerheidsstelsels in de EU
verder te verbeteren en eerlijke arbeidsmobiliteit te ondersteunen, presenteert de
Commissie in deze mededeling digitaliseringsinitiatieven voor de korte en langere
termijn.
De Commissie noemt een viertal voordelen van het gebruik van meer digitale instrumenten:
(i) vermindering van de administratieve lasten en kosten voor burgers die in een andere
EU-lidstaat werken of naar een andere EU-lidstaat verhuizen, (ii) verbeterde kwaliteit
van overheidsdiensten en snellere coördinatie van de sociale zekerheid, (iii) verbeterde
gegevensuitwisseling en samenwerking tussen instellingen door het bevorderen van interoperabiliteit
en automatisering en (iv) vermindering van risico op fouten en sociale zekerheidsfraude,
waaronder het gebruik van vervalste documenten, zodat de bescherming van werknemers
en eerlijke arbeidsmobiliteit worden versterkt.
In de mededeling is de balans opgemaakt van de geboekte voortgang bij de digitalisering
van sociale-zekerheidscoördinatie. In dit verband benadrukt de Commissie dat ondanks
eerdere initiatieven om de grensoverschrijdende stroom van sociale zekerheidsinformatie
te verbeteren, nationale instellingen en arbeidsinspecties nog steeds moeilijkheden
ondervinden bij het verkrijgen van toegang tot en het uitwisselen van gegevens. Dat
komt door onvoldoende interoperabiliteit tussen nationale systemen.
De mededeling presenteert vier lopende en toekomstige initiatieven op het terrein
van digitalisering in sociale-zekerheidscoördinatie. Het eerste initiatief betreft
gegevensuitwisseling via de elektronische uitwisseling van sociale zekerheidsinformatie
(EESSI).1 De Commissie roept de lidstaten op om de nationale implementatie van EESSI te versnellen
zodat het systeem uiterlijk eind 2024 volledig operationeel zal zijn. In dit verband
zal de Commissie samenwerken met de lidstaten om hun implementatie-inspanningen te
versnellen en zal de Commissie voorzien in kwartaalmonitoring en -rapportages.
Het tweede initiatief heeft betrekking op het deelnemen aan de Europese sociale zekerheidspas
(ESSPASS) pilotprojecten voor digitalisering van de A1-verklaring2 en de Europese zorgverzekeringspas (European Health Insurance Card, EHIC). In de pilotprojecten wordt onderzocht hoe de uitgifte en verificatie van
de socialezekerheidsrechten van burgers in de EU kan worden vereenvoudigd. Na de pilots
zal de Commissie een voorstel doen over de vervolgstappen.
Het derde initiatief staat in het teken van het volledig online aanbieden van meer
coördinatieprocedures voor de sociale zekerheid. Het doel is dat het voor mensen gemakkelijker
wordt om naar het buitenland te verhuizen en daar te werken, en krijgen zij sneller
toegang tot de uitkeringen waar zij recht op hebben. De Commissie doet daarnaast voorstellen
waardoor EU-burgers in 2025 ook documenten over ziekte, ongevallen op het werk, beroepsziekten
en werkloosheid digitaal moeten kunnen aanvragen en ontvangen. De Commissie vraagt
de lidstaten investeringen voort te zetten in digitale dienstverlening op het terrein
van sociale zekerheid, nationaal en grensoverschrijdend. In 2030 zou alle dienstverlening
online beschikbaar moeten zijn en iedereen zou via digitale identificatie (eID) daarvan
gebruik moeten kunnen maken. Ook roept de Commissie de Raad en het Europees Parlement
op om snel tot een akkoord te komen met betrekking tot de herziening van coördinatieregels
(Verordening 883/2004 en Verordening 987/2009).
Ten slotte kondigt de Commissie aan in 2024 een studie te starten over ontwikkelingen
op de langere termijn ten aanzien van digitalisering van de sociale zekerheid. Daarbij
zal bijvoorbeeld worden onderzocht of procedures voor het vrije verkeer van personen
en werknemers in de EU verder kunnen worden vereenvoudigd en gestroomlijnd.
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Om burgers zo goed mogelijk van dienst te zijn in relatie tot sociale zekerheid is
het belangrijk dat instanties nationaal en grensoverschrijdend goed samenwerken en
het voor burgers makkelijker is om met de overheid te communiceren. Digitale dienstverlening
en verantwoorde gegevensuitwisseling zijn daarvoor noodzakelijk. Burgers moeten in
de gehele EU kunnen rekenen op dezelfde kwaliteit en toegankelijkheid van dienstverlening,
ook minder digivaardigen. De kaders zijn en worden vastgelegd in nationale wet- en
regelgeving zoals de Wet digitale overheid, de Algemene wet bestuursrecht en de Wet
structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (SUWI), zodat de rechtspositie en
privacy van mensen beschermd zijn. Overheidsbreed wordt gewerkt aan «de digitale overheid»,
waarin de gezamenlijke overheden continu investeren, waar mogelijk in algemene voorzieningen
voor bijvoorbeeld toegang en waar nodig met specifieke voorzieningen voor sociale
zekerheid, zoals Suwinet3. Het kabinetsbeleid is vastgelegd in de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren4, de modernisering van de Wet SUWI5 en het overheidsbrede programma Werk aan Uitvoering. Onder meer de Stand van de Uitvoering
sociale zekerheid rapporteert over uitvoering van de sociale zekerheid in de praktijk.6
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet is positief over de mededeling in het algemeen en onderschrijft de analyse
van de Commissie dat het grensoverschrijdend gebruik van de sociale zekerheid toeneemt
en daarmee ook het belang van de samenwerking en gegevensuitwisseling tussen instanties.
Het kabinet is dan ook in algemene zin positief over de initiatieven van de Commissie
om samenwerking op EU-niveau te versterken om de dienstverlening op peil te houden;
dit is ook een logisch vervolg op staand Europees beleid voor de coördinatie van de
sociale zekerheid. Grensoverschrijdende samenwerking is nodig om burgers zo goed mogelijk
van dienst te zijn en misbruik van voorzieningen voor sociale zekerheid tegen te gaan.
Het gebruik van digitale instrumenten kan deze grensoverschrijdende samenwerking vergemakkelijken
en daarmee ook bijdragen aan vermindering van de administratieve lasten en kosten
voor burgers en bedrijven. Hieronder wordt per initiatief uiteengezet wat de inzet
van het kabinet is.
Het kabinet is positief over de oproep van de Commissie om de implementatie van EESSI
te versnellen.EESSI is een traject dat door de lidstaten samen met hun nationale uitvoeringsorganisaties
wordt geïmplementeerd. Op dit moment werken de Nederlandse uitvoeringsorganisaties
voortvarend aan de volledige implementatie van EESSI. Het kabinet verwacht dat deze
implementatie eind 2024 volledig zal zijn afgerond. De onderhoudsfase en de uitfasering
van de ondersteuning van de Commissie is dan wat het kabinet betreft nog niet afgerond.
Het kabinet blijft hiervoor aandacht vragen zodat we EESSI niet alleen operationeel
laten functioneren in 2024, maar uiteindelijk ook volledig in alle lidstaten kunnen
implementeren en uitbouwen.
Het kabinet onderschrijft het doel van verdere integratie en interoperabiliteit tussen
lidstaten en sociale-zekerheidssystemen. Ook binnen het kabinetsbeleid is het centraal
stellen van de burger een kernwaarde. Het kabinet acht het wenselijk om de mogelijkheden
tot digitalisering van socialezekerheidsstelsels verder te verkennen. Daarbij hanteert
het kabinet de uitgangspunten dat voortgebouwd moet worden op reeds bestaande systemen
in de EU, dat conform de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) de privacy
van burgers moet worden gegarandeerd en dat voldoende aandacht wordt geschonken aan
de mogelijke implicaties voor de betrokken uitvoeringsorganisaties. Het kabinet vindt
het daarom van belang om de uitvoering goed te betrekken bij verdere ontwikkelingen
ten aanzien van digitalisering. Goede afstemming met zorgaanbieders en zorgverzekeraars
is bijvoorbeeld van belang wanneer een verzekeringspositie digitaal moet worden geverifieerd.
Dit heeft gevolgen voor de verificatie en authenticatie van persoonsgegevens en daarmee
ook de fraudegevoeligheid. Het kabinet ziet meerwaarde in deelname aan de pilotprojecten,
en wil deze bezien in het licht van de bovengenoemde punten.
Het kabinet onderschrijft de inzet voor verdere digitalisering richting 2030 zoals
geformuleerd in de mededeling. Deze is grotendeels in lijn met het kabinetsbeleid.
Mensen kunnen binnen en buiten Nederland digitaal de A1-verklaring, de Europese zorgverzekeringspas
en een overzicht van persoonlijke pensioengegevens via één digitale toegangspoort
aanvragen. Daarbij blijft het kabinet aandacht vragen voor samenhang tussen Europese
digitale voorzieningen onderling en de aansluiting op de nationale voorzieningen alsmede
de uitvoering.
De Commissie roept de Raad en het Europees Parlement op om snel tot een akkoord te
komen met betrekking tot de herziening van coördinatieregels (Verordening 883/2004
en Verordening 987/2009). Er zijn twee hoofdstukken waarover de lidstaten en het Europees
Parlement vooralsnog geen overeenstemming kunnen bereiken (het werkloosheidshoofdstuk
en het hoofdstuk over de bepaling van de toepasselijke socialezekerheidswetgeving).
Het kabinet heeft eerder twee voorlopige politieke akkoorden niet gesteund vanwege
bezwaren tegen aanpassingen van het werkloosheidshoofdstuk.7 Deze voorlopige politieke akkoorden konden niet op voldoende steun van lidstaten
rekenen. Wat betreft het hoofdstuk toepasselijke socialezekerheidswetgeving is de
kabinetsinzet erop gericht om situaties van premieontduiking tegen te gaan. Nieuwe
wetgeving op dit terrein, zoals de voorafgaande notificatie van detacheringen, moet
daadwerkelijk bijdragen aan een betere handhaving en geen zware administratieve lasten
meebrengen voor het bedrijfsleven, werknemers of voor de uitvoering.8 De Commissie heeft, met betrekking tot de voorafgaande notificatie, digitalisering
gepresenteerd als een mogelijke oplossing om tegemoet te komen aan de belangen van
zowel het Europees Parlement als de Raad. Het kabinet is van mening dat digitalisering
in zijn algemeenheid kan bijdragen aan het reduceren van administratieve lasten en
kosten voor burgers en bedrijven. Tegelijkertijd moet worden vastgesteld dat de verwezenlijking
van handhavingsvoordelen en de toename van de administratieve lasten, die gepaard
gaan met de introductie van een voorafgaande notificatie, van veel meer afhangen dan
alleen digitalisering. Denk hierbij aan de voorwaarden en het achterliggende uitvoeringsproces.
Het kabinet blijft zich ervoor inzetten dat nieuwe wetgeving op dit terrein daadwerkelijk
bijdraagt aan een betere handhaving en geen onevenredige administratieve lasten meebrengt
voor het bedrijfsleven, werknemers of voor de uitvoering.
Het kabinet is positief over de aangekondigde studie van de Commissie over ontwikkelingen
op de langere termijn op het terrein van digitalisering van de sociale zekerheid.
Het kabinet streeft ernaar actief bij te dragen aan de verwezenlijking van een meer
digitaal geïntegreerd coördinatiesysteem voor de sociale zekerheid door te blijven
investeren in digitaliseringsinspanningen op nationaal niveau, waarbij rekening wordt
gehouden met de ontwikkelingen in de EU.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
De huidige stand en ambitie van de digitale dienstverlening in de sociale zekerheid
verschillen tussen lidstaten. De uitvoeringscapaciteit van uitkeringsinstanties bepaalt
in belangrijke mate het standpunt van lidstaten.
Het Europees Parlement heeft de Commissie opgeroepen om met een wetgevend voorstel
te komen voor een Europese sociale zekerheidspas, en heeft het een pilot voor een
digitale sociale zekerheidspas verwelkomd.9
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële
gevolgen en gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
a) Bevoegdheid
De grondhouding van het kabinet is positief ten aanzien van de bevoegdheid. De mededeling
heeft betrekking op de coördinatie van sociale zekerheidsstelsels. Op het terrein
van sociaal beleid is sprake van een gedeelde bevoegdheid tussen de EU en de lidstaten
o.b.v. artikel 4, lid 2, onder b, VWEU. De Unie kan initiatieven nemen ter coördinatie
van het sociaal beleid van de lidstaten (artikel 5, lid 3, VWEU). De Commissie is
zodoende bevoegd deze mededeling uit te vaardigen.
b) Subsidiariteit
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de subsidiariteit is positief. De
mededeling beoogt de toegang tot en de controle van burgers en bedrijven over hun
socialezekerheids-gegevens te verbeteren alsmede ter bevordering van de coördinatie
van socialezekerheidsstelsels in de EU en ter ondersteuning van eerlijke arbeidsmobiliteit.
Het kabinet onderschrijft de intentie van de Commissie om te voorkomen dat in de lidstaten
verschillende initiatieven voor de toegang tot en het gebruik van persoonsgegevens
ontstaan, hetgeen leidt tot ongewenste fragmentatie, verschillen en belemmeringen
in de interoperabiliteit van de gebruikte systemen. Mede gelet daarop kunnen de lidstaten
het doel van het voorgestelde optreden dan ook onvoldoende op centraal, regionaal
of lokaal niveau verwezenlijken. Om de digitale dienstverlening in de sociale zekerheid
grensoverschrijdend in te richten en de gegevensuitwisseling verantwoord te laten
verlopen is samenwerking op EU-niveau nodig. Vanwege deze redenen is optreden op EU-niveau
gerechtvaardigd.
c) Proportionaliteit
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de proportionaliteit is positief.
De aangekondigde maatregelen zijn gericht om de toegang tot grensoverschrijdende sociale
zekerheid sneller en eenvoudiger te maken door de inzet van meer digitale instrumenten.
Ondersteuning van lidstaten en instanties met gecoördineerde inzet en investeringen
moet de digitale dienstverlening voor de volledige sociale zekerheid richting 2030
binnen bereik brengen. De maatregelen zijn geschikt om het doel van het voorgestelde
optreden te bereiken en gaan niet verder dan strikt noodzakelijk. Minder ingrijpend
optreden zal naar verwachting niet in eenzelfde mate kunnen bijdragen aan het bewerkstelligen
van de beoogde initiatieven.
d) Financiële gevolgen
De mededeling sluit in grote lijnen aan bij het staande kabinetsbeleid en heeft derhalve
geen aanvullende financiële gevolgen. De mededeling bevat wel een initiatief met betrekking
tot het deelnemen aan de Europese sociale zekerheidspas (ESSPASS) pilotprojecten voor
digitalisering van de A1-verklaring. Door de Commissie is aangegeven dat hiervoor
de mogelijkheid tot cofinanciering bestaat. Het kabinet is van mening dat de benodigde
EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële
kaders van het MFK 2021–2027 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling
van de jaarbegroting. Eventuele budgettaire gevolgen voor de nationale begroting worden
ingepast op de begroting van het beleidsverantwoordelijke departement, conform de
regels van de budgetdiscipline. Het kabinet houdt oog voor de uitvoeringskosten en
wil daarop meer inzicht krijgen.
e) Gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
Het kabinet deelt de zienswijze van de Commissie dat digitale instrumenten de toegang
tot grensoverschrijdende sociale zekerheid sneller en eenvoudiger kunnen maken en
daarmee de administratieve lasten voor burgers en bedrijven kunnen verminderen. De
mededeling kent geen geopolitieke aspecten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken