Brief regering : Stand van zaken subsidieregeling programma School en Omgeving
31 293 Primair Onderwijs
31 289
Voortgezet Onderwijs
Nr. 703
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Het is belangrijk dat kinderen en jongeren hun kennis, talenten en vaardigheden in
de volle breedte kunnen ontdekken en ontwikkelen. Veel scholen en gemeenten werken
hier al samen met lokale partijen aan vanuit het programma School en Omgeving. Door
leerlingen buiten schooltijd extra activiteiten aan te bieden zoals sport, theater,
techniek of kookles, vergroten we hun kansen in het onderwijs en de maatschappij.
Tot 1 oktober jl. konden scholen in het primair en het voortgezet onderwijs subsidie
aanvragen voor de komende twee schooljaren.1 De nieuwe subsidieregeling stond open voor scholen in coalities die al aan het programma
School en Omgeving deelnamen, en aanvullend voor scholen met relatief de meest kwetsbare
leerlingen. In deze brief informeer ik u over enkele ontwikkelingen rondom de subsidieregeling
School en Omgeving 2023–2025
Proces
Bij het aanvraagproces van de subsidieregeling School en Omgeving zijn er een aantal
zaken niet goed gegaan. In de toelichting bij de aanvraag is namelijk verwarring ontstaan
over het omrekenen van het aanbod naar een gemiddeld aantal leerlingen en uren per
week. Zodra dit is geconstateerd, is de toelichting hierop aangepast en is contact
opgenomen met alle coalities die al een aanvraag hadden ingediend. Daarnaast is er
direct een team van medewerkers opgezet om aanvragers (extra) te ondersteunen.
De subsidieregeling is op 6 juli 2023 gepubliceerd, wat voor een deel van de scholen
nét voor hun zomervakantie was. Deze late publicatie kwam onder andere doordat de
regeling afhankelijk was van de Voorjaarsbesluitvorming 2023, waarmee er fors extra
geld beschikbaar kwam (in totaal is er oplopend structureel tot € 433 miljoen beschikbaar).
Ik betreur de ontstane verwarring en de relatief korte aanvraagperiode. Het programma
School en Omgeving kent een lerende aanpak. Ik zal de komende periode dan ook nauwkeurig
volgen hoe de subsidieregeling uitpakt in de praktijk en blijf in gesprek met de coalities
in het programma.
Uitkomsten
Circa 530 schoolvestigingen hebben een subsidieaanvraag ingediend om de komende twee
schooljaren extra buitenschoolse activiteiten aan te bieden gericht op de brede ontwikkeling
van kinderen. De schoolvestigingen zijn onderdeel van 121 coalities, waarin scholen
samenwerken met gemeenten en lokale partijen zoals cultuur- en sportorganisaties,
welzijnswerk en de buitenschoolse opvang. De Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen
(DUS-I) beoordeelt op dit moment alle subsidieaanvragen. Uiterlijk in januari 2024
worden de beschikkingen verstuurd. Er hebben deze ronde iets minder scholen subsidie
aangevraagd dan voor de vorige subsidieregeling School en omgeving (2022–2023). In
dat schooljaar hebben circa 600 schoolvestigingen subsidie ontvangen. In het voorjaar
van 2024 is er een tweede subsidietijdvak voor scholen met relatief de grootste uitdagingen
om alsnog een aanvraag in te dienen.
Naast de subsidieregeling hebben vijf coalities ervoor gekozen om het geld voor School
en Omgeving aan te vragen via een interdepartementale Specifieke Uitkering (SPUK)
Kansrijke Wijk aan gemeenten. Dit is onderdeel van het Nationaal Programma Leefbaarheid
en Veiligheid (NPLV). Deze mogelijkheid was er voor een aantal coalities die binnen
één van de stedelijke focusgebieden van het NPLV vallen.
Helaas zijn er ook scholen en gemeenten die teleurgesteld zijn omdat zij niet in aanmerking
komen voor de subsidie. Met de nieuwe subsidieregeling voor de komende twee schooljaren
wordt nog gerichter geïnvesteerd in de leerlingen waar we het verschil kunnen maken.
Dit betreft vijf procent van alle leerlingen in Nederland op scholen waar de nood
het hoogst is. Voor de selectie van deze schoolvestigingen is gebruik gemaakt van
de CBS-indicator; de scholen met de hoogste relatieve onderwijsachterstandsscores
zijn geselecteerd. En hoewel de investering die het kabinet doet zeker fors te noemen
is, zijn er dus scholen die (net) buiten deze selectie vallen en daardoor geen aanvraag
kunnen indienen. Er zijn gesprekken gevoerd met de gemeenten en scholen die vragen
of bezwaren hebben bij de manier waarop de selectie tot stand is gekomen. Scholen
die geen subsidie kunnen aanvragen, kunnen wel gebruik maken van de vanuit het programma
School en Omgeving georganiseerde bijeenkomsten voor kennisdeling en de kennisinfrastructuur
die wordt opgezet om alle kennis en ervaringen breed te delen in het land.
Het is mooi om te zien dat ook de komende twee schooljaren zoveel scholen en gemeenten
met zoveel enthousiasme aan de slag gaan om een verrijkte schooldag neer te zetten
voor hun leerlingen.
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, M.L.J. Paul
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.J. Paul, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.