Brief regering : Waarborgen in de European Health Data Space
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
27 529 Informatie- en Communicatietechnologie (ICT) in de Zorg
Nr. 3785 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 oktober 2023
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de waarborgen binnen het Commissievoorstel
voor een European Health Data Space (hierna: EHDS-voorstel). Het voorstel beoogt elektronische
gezondheidsgegevens zo veilig mogelijk beschikbaar te stellen voor primair en secundair
gebruik. Hierbij kom ik tegemoet aan mijn toezegging van 1 juni 2023, tijdens het
tweeminutendebat naar aanleiding van de EU-Gezondheidsraad (Handelingen II 2022/23, nr. 88, item 10). Voor deze toelichting op de waarborgen ga ik uit van het EHDS-voorstel dat op 3 mei
2022 is gepubliceerd. Op dit moment bevindt het EHDS-voorstel zich nog in de onderhandelingsfase
in zowel de Raad als het Europees Parlement. Om die reden worden er door beide instituten
afzonderlijk nog inhoudelijke aanpassingen gemaakt voordat zij tot een eigen compromistekst
komen. Pas daarna kunnen de interinstitutionele onderhandelingen tussen de Raad, het
Europees Parlement en de Europese Commissie (de triloog) beginnen. Hoewel ik uitga
van het Commissievoorstel, neem ik in deze brief ook relevante ontwikkelingen uit
de onderhandelingen in de Raad mee.
1. Doelstellingen van het EHDS-voorstel
Het EHDS-voorstel heeft drie doelstellingen:
1. het verbeteren van de toegang voor burgers tot persoonlijke elektronische gezondheidsgegevens
en zeggenschap daarover in de context van de zorgverlening (primair gebruik);
2. het bieden van een uniform juridisch kader voor de ontwikkeling, het in de handel
brengen en het gebruik van elektronisch patiëntendossier systemen (hierna: EPD-systemen);
3. het vergemakkelijken van het (her)gebruik van elektronische gezondheidsgegevens voor
andere doeleinden, zoals wetenschappelijk onderzoek, innovatie en beleidsvorming (secundair gebruik).
Het EHDS-voorstel omvat regels die gezondheidsgegevens in de Europese Unie (hierna:
EU) veilig en verantwoord breder beschikbaar moeten maken. Dit om burgers overal in
de EU betere en snellere zorg te kunnen bieden. Daarnaast is het uitgangspunt dat
er op grotere schaal onderzoek kan plaatsvinden, innovaties worden ontwikkeld en beleid
kan worden geëvalueerd en verbeterd. Dit alles moet bijdragen aan de volksgezondheid
en welzijn.
2. Verhouding met nationaal beleid
Het uitgangspunt van het EHDS-voorstel voor betere beschikbaarheid van gezondheidsgegevens
(databeschikbaarheid) sluit aan op en geeft op sommige aspecten invulling aan, het
nationale beleid zoals is verwoord in de Nationale Visie op het Gezondheidsinformatiestelsel1 en de Visie en strategie op secundair datagebruik2. Verbetering van databeschikbaarheid is ook wat de Wet elektronische gegevensuitwisseling
in de zorg (hierna: Wegiz)3 nastreeft. Hiermee verbeteren wij de kwaliteit van zorg en kunnen wij de administratieve
lasten verminderen. Databeschikbaarheid draagt daarmee bij aan een toekomstbestendige
zorg.
Zoals in de Nationale Visie op het Gezondheidsinformatiestelsel is aangegeven, is
voor goede databeschikbaarheid het vertrouwen van de burger in integere omgang met
deze gegevens randvoorwaardelijk. Ook in het EHDS-voorstel wordt dit onderkend. Het
EHDS-voorstel omvat waarborgen die ervoor moeten zorgen dat veilig en verantwoord
met gezondheidsgegevens wordt omgegaan.
Over de verhouding tussen het EHDS-voorstel en het nationaal zorginformatiebeleid
heb ik uw Kamer uitgebreider geïnformeerd in mijn vorige brieven over de voortgang
van de EHDS en de uitgevoerde impactanalyses.4 Voor een algemeen overzicht van de Nederlandse inzet in de onderhandelingen verwijs
ik u naar het BNC-fiche dat ik in juni 2022 met u heb gedeeld.5
3. Verhouding met privacy en gegevensbescherming
Zoals gezegd kan databeschikbaarheid niet zonder vertrouwen. Als burgers niet het
vertrouwen hebben dat hun gegevens veilig zijn bij de zorgverlener, kunnen zij zorg
gaan mijden of minder informatie met de zorgverlener delen. En wanneer burgers geen
zeggenschap hebben over wie welke informatie krijgt, wordt de privacy beperkt.
Het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer (privacy) van burgers en
op bescherming van persoonsgegevens worden door internationale verdragen, zoals het
Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, het EU-Handvest van de grondrechten
en de Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming (hierna: AVG) gewaarborgd.
Bij de ontwikkeling van het EHDS-voorstel is het uitgangspunt dat de EHDS niet in
strijd mag zijn met de hiervoor genoemde Europese verdragen en de AVG. Voor de AVG
betekent dit dat de daarin bepaalde waarborgen en beginselen onverkort blijven gelden.
Zo bepaalt de AVG dat verwerking van persoonsgegevens altijd rechtmatig, behoorlijk
en transparant moet zijn en beperkt tot wat noodzakelijk is voor de doeleinden waarvoor
zij worden verwerkt.
Het EHDS-voorstel geeft invulling aan de ruimte die de AVG biedt om op bepaalde onderwerpen
nadere Europese wetgeving tot stand te brengen die voorziet in grondslagen voor de
verwerking en uitwisseling van (bijzondere) persoonsgegevens. Het EHDS-voorstel voorziet
in lijn met de AVG in juridische grondslagen, zodat voor primair en secundair gebruik
gezondheidsgegevens kunnen worden verwerkt zonder toestemming van de persoon van wie
de gegevens worden gebruikt. Dit komt de databeschikbaarheid ten goede. De EHDS gaat
daarmee uit van een andere AVG-grondslag dan de huidige Nederlandse wetgeving. Op
dit moment wordt in Nederland als juridische grondslag voor het verwerken van gezondheidsgegevens
hoofdzakelijk toestemming gebruikt. Om de privacy en de vrije toegang tot de zorg
te borgen bevat het EHDS-voorstel daarbij (privacy) waarborgen die ervoor moeten zorgen
dat veilig en verantwoord met gezondheidsgegevens wordt omgegaan. Hierna zal ik verder
ingaan op de waarborgen die in het EHDS-voorstel specifiek voor primair en secundair
gegevensgebruik zijn opgenomen, in aanvulling op de waarborgen die al in de AVG staan.
4. Waarborgen bij primair gebruik van elektronische gezondheidsgegevens
Bij primair gebruik gaat het om het gebruik van gezondheidsgegevens ten behoeve van
het verlenen van zorg. Het EHDS-voorstel neemt voor primair gebruik als uitgangspunt
dat zes prioritaire categorieën elektronische gezondheidsgegevens6 uit EPD-systemen EU-breed toegankelijk moeten zijn voor zorgprofessionals en aanbieders,
wanneer dit nodig is voor de verlening van zorg. Het begrip EPD omvat in het EHDS-voorstel
meer dan enkel de EPD-systemen die gebruikt worden in de ziekenhuissector en de reikwijdte
van zorgverlening waar de bepalingen voor primair gebruik van toepassing zijn staat
nog ter discussie. Om die toegankelijkheid te realiseren bevat het EHDS-voorstel een
regeling die met zich meebrengt dat die prioritaire gegevens uit het EPD in beginsel
toegankelijk zijn, zonder dat de burger onder behandeling (de cliënt) daarvoor voorafgaand
toestemming moet geven. Lidstaten mogen naast de vereiste prioritaire categorieën
van EHDS-voorstel ook zelf de hoeveelheid gegevens uitbreiden. Momenteel staat het
mandaat van de Europese Commissie om de lijst prioritaire categorieën uit te breiden
nog ter discussie.
Het EHDS-voorstel regelt niet dat op een centrale plaats in Europa persoonsgebonden
gezondheidsgegevens worden verzameld. Het EHDS-voorstel creëert dus geen Europees
EPD.
Rechten van burgers en regie van de burger op de toegang
Het EHDS-voorstel beoogt een centrale rol voor burgers ten aanzien van regie op de
eigen elektronische gezondheidsgegevens voor primair gebruik. De burger krijgt in
het voorstel specifieke rechten en lidstaten worden verplicht om deze te faciliteren
via nationaal op te zetten toegangsdiensten.7 Dit moet burgers meer grip geven op de toegang tot de elektronische gezondheidsgegevens
door zorgprofessionals of zorgaanbieders. Deze rechten worden als een belangrijke
waarborg voor de privacy en vrije toegang tot de zorg gezien.
Zo krijgen burgers het recht de eigen gegevens en informatie over verwerking kosteloos
en direct tot hun beschikking te krijgen via de toegangsdienst(en). Er dient volledige
transparantie te zijn over welke zorgprofessional of -aanbieder toegang heeft gekregen
tot de gegevens.
Daarnaast krijgen burgers het recht om de toegang door zorgprofessionals of -aanbieders
tot alle of een deel van de gegevens in het EPD te beperken. De desbetreffende zorgprofessionals
of -aanbieders hebben dan geen toegang tot de elektronische gezondheidsgegevens van
de burger en de zorgaanbieder mag en kan die gegevens ook niet aan een andere zorgaanbieder
verstrekken, tenzij het vitaal belang van de patiënt in het geding is. In de Raad
vindt er momenteel een discussie plaats of aan burgers meer regie moet worden toegekend
over de eigen gezondheidsgegevens, bijvoorbeeld door burgers meer rechten te geven
om verwerkingen van gegevens tegen te houden. Zo ook specifieke beperkingen om elektronische
gezondheidsgegevens op voorhand niet beschikbaar te stellen voor grensoverschrijdende
uitwisseling via de daarvoor bestemde infrastructuur MyHealth@EU. Nederland vindt
dit een belangrijk punt.8
Lidstaten bepalen zelf hoe zij de rechten voor burgers faciliteren en mogen passende
keuzes maken bij hun nationale zorginformatiesysteem, zolang deze geen afbreuk doen
aan de EHDS. Zo kunnen lidstaten zelf regels vaststellen voor de categorieën gezondheidsgegevens
waartoe de verschillende beroepen in de gezondheidszorg (zorgverleners) toegang mogen
krijgen.
Regels voor toegang door zorgprofessionals en -aanbieders
Zorgprofessionals en -aanbieders krijgen op basis van het EHDS-voorstel het recht
op toegang tot elektronische gezondheidsgegevens over hun cliënten, ongeacht in welke
lidstaat de zorgprofessional of -aanbieder is gesitueerd.
Zoals gezegd blijft de AVG volledig van toepassing. Dat betekent dat zorgprofessionals
en -aanbieders zich niet alleen moeten houden aan de EHDS, maar ook de AVG. Zorgprofessionals
en -aanbieders moeten dus altijd bevoegd zijn tot het inzien en verwerken van de desbetreffende
gezondheidsgegevens, bijvoorbeeld omdat het verwerken van die gegevens nodig is voor
een goede behandeling. EPD-systemen moeten de toegang tot de gegevens ondersteunen
en elke verleende toegang bijhouden en loggen zodat burgers kunnen inzien wie er toegang
tot hun EPD hebben gehad.
Hoe de hierboven genoemde toegang tot elektronische gezondheidsgegevens door zorgprofessionals
en -aanbieders wordt gefaciliteerd dienen lidstaten zelf te bepalen. Hier hebben lidstaten
zelf de keuze het te laten passen in het nationale zorginformatiesysteem, zolang dit
geen afbreuk doet aan de EHDS.
Hierboven is al opgemerkt dat burgers het recht hebben om de toegang tot de gegevens
te beperken. Als iemand dat recht heeft uitgeoefend, dan kan de zorgprofessional die
gegevens niet inzien. Dit kan wel anders zijn als er sprake is van een vitaal belang.
Als er een levensbedreigende situatie is, de gegevens noodzakelijk zijn om deze situatie
te adresseren en de cliënt niet aanspreekbaar is om toestemming te geven voor de toegang
tot de gegevens, kan de zorgprofessional toch de gegevens raadplegen (breaking-the-glass). Daarbij geldt dat de cliënt altijd na afloop geïnformeerd moet worden door wie toegang
is verkregen tot de gegevens. Transparantie is zoals genoemd een belangrijk uitgangspunt
van het EHDS-voorstel (en de AVG) en wordt als belangrijke waarborg gezien voor privacy
en vrije toegang tot de zorg. Als gegevens niet beschikbaar zouden zijn voor grensoverschrijdende
uitwisseling via MyHealth@EU, dan is breaking-the-glass door zorgverleners of -aanbieders in andere lidstaten voor de desbetreffende gegevens
niet mogelijk.
Decentrale digitale infrastructuur
De rechten en plichten die het EHDS-voorstel creëert gelden overal in de Europese
Unie. Dit betekent dat de elektronische gezondheidsgegevens wanneer nodig in andere
lidstaten toegankelijk zijn, met alle geldende beperkingen en waarborgen. Hiervoor
is een grensoverschrijdende infrastructuur nodig. Momenteel werken de lidstaten hier
samen aan met de Europese Commissie. Die digitale infrastructuur heet MyHealth@EU
en is decentraal, bestaande uit een netwerk van nationale contactpunten voor eHealth
(NCPeH’s). De infrastructuur dient als een digitaal knooppunt voor de uitwisseling
van gegevens tussen zorginformatiestelsels van lidstaten. Iedere lidstaat dient een
NCPeH op te zetten conform technische, organisatorische en juridische vereisten. Daarop
vindt een uitgebreide audit plaats voordat een NCPeH van een lidstaat wordt aangesloten
op MyHealth@EU. Nederland heeft al een NCPeH opgezet dat sinds februari 2022 door
het CIBG in is beheer genomen.9
Om de uitwisseling van de gegevens zo veilig mogelijk te laten plaatsvinden, is MyHealth@EU
volledig losgekoppeld van het reguliere internet. Dit is gedaan ter voorkoming van
cyberaanvallen van buitenaf. Daarnaast zijn de gegevens die worden uitgewisseld tussen
de lidstaten volledig versleuteld door middel van end-to-end encryptie. Binnen MyHealth@EU
is toegewerkt naar een infrastructuur waar geen sprake is van een zogenoemde single-point-of-failure. Indien er problemen worden ondervonden bij een NCPeH van een lidstaat, dan kan deze
(tijdelijk) worden afgesloten van de gehele digitale infrastructuur zonder dat daarmee
het hele systeem wordt stilgelegd. De uitwisseling van elektronische gezondheidsgegevens
en daarmee de levering van de zorg kan hierdoor voor de resterende veilige NCPeH’s
worden gewaarborgd.
Vereisten aan EPD-systemen
EPD-systemen hebben een sleutelrol in het kunnen ontsluiten van de elektronische gezondheidsgegevens
aan zorgprofessionals en -aanbieders.10 Het EHDS-voorstel beoogt de interne markt voor EPD-systemen te reguleren. Bij de
vereisten wordt de nadruk gelegd op het verzekeren van de hierboven genoemde waarborgen,
bijvoorbeeld door eisen te stellen voor interoperabiliteit en veiligheid van EPD-systemen,
waaronder logging. Het EHDS-voorstel beperkt zich tot EPD-systemen die ontwikkeld zijn voor het gebruik
van de geprioriteerde categorieën elektronische gezondheidsgegevens uit het voorstel.
Voor deze systemen gelden de vereisten van het EHDS-voorstel waaraan fabrikanten en
leveranciers moeten voldoen. Het EHDS-voorstel beoogt dus op EPD-systeemniveau bepaalde
essentiële waarborgen te garanderen waar de gebruiker van het systeem maar ook de
burger wiens persoonlijke gezondheidsgegevens worden verwerkt op kan vertrouwen. Voor
EPD-systemen gelden naast de vereisten uit het EHDS-voorstel straks ook de vereisten
uit de Cyber Resilience Act verordening (CRA), zoals het vereiste om gegevens te versleutelen
(bijvoorbeeld door end-to-end encryptie).11 Op het CRA-voorstel is recentelijk een onderhandelingsmandaat namens de Raad vastgesteld.12
In het EHDS-voorstel wordt een systematiek voorgeschreven van zelfbeoordeling voordat
een EPD-systeem wordt toegelaten tot de Europese interne markt. Dit houdt in dat de
fabrikant zelf over interoperabiliteit en veiligheid oordeelt, de technische documentatie
daarover opstelt en het product uiteindelijk voorziet van een CE-markering en conformiteitsverklaring.
Er worden momenteel in de Raad gesprekken gevoerd om de conformiteitstoets door een
onafhankelijke derde partij voorafgaand aan markttoelating te laten plaatsvinden.
Ook dit is voor Nederland een belangrijk punt.
Toezichthoudende nationale digitale gezondheidsautoriteit (voor primair gebruik)
Om databeschikbaarheid op een verantwoorde, veilige en transparante wijze te stimuleren,
moet iedere lidstaat een nationale digitale gezondheidsautoriteit aanwijzen. De nationale
digitale gezondheidsautoriteit ziet toe op de naleving van rechten en plichten uit
het EHDS-voorstel op het gebied van primair gebruik. Burgers kunnen bij deze autoriteit
een klacht indienen wanneer hun rechten uit de EHDS worden geschonden. Bij schending
van rechten en overtredingen kan de digitale gezondheidsautoriteit overgaan tot het
treffen van maatregelen die voor de naleving moeten zorgen en in het uiterste geval
kunnen sancties zoals boetes worden opgelegd. Gelet op de raakvlakken met het privacy-
en gegevensbeschermingsrecht, gaat de Nederlandse digitale gezondheidsautoriteit nauw
samenwerken met de Autoriteit Persoonsgegevens, die de verantwoordelijke toezichthouder
blijft op naleving van de AVG.
5. Waarborgen bij secundair gebruik van elektronische gezondheidsgegevens
Waar het bij primair gebruik gaat om toegang tot gegevens in het kader van diagnostiek
en behandeling van een specifieke cliënt, gaat het bij secundair gebruik om het hergebruik
van gegevens voor andere doeleinden dan de doeleinden waarmee de gegevens aanvankelijk
zijn verzameld, zoals zorgverlening. Bijvoorbeeld voor wetenschappelijk onderzoek,
innovatie of beleidsvorming. In het EHDS-voorstel gaat het bij secundair gebruik om
het toegankelijk maken van geanonimiseerde of gepseudonimiseerde gegevens, nooit direct
tot een persoon herleidbare gegevens. Secundair gebruik van gezondheidsgegevens is
belangrijk om goede, toegankelijke en betaalbare zorg te bevorderen en om preventie
te ondersteunen. In mijn brief van 13 april 2023 over de visie en strategie secundair gebruik heb ik uw Kamer geïnformeerd over het belang van secundair gebruik van patiëntgegevens
en welke stappen ik hierin wil gaan zetten. Het EHDS-voorstel sluit op grote lijnen
goed aan bij die visie. Wel zijn in het voorstel bepaalde waarborgen nog vrij abstract,
die moeten dus tijdens de onderhandelingen of bij de implementatie door de lidstaten
worden uitgewerkt.
Het EHDS-voorstel beoogt een geharmoniseerd raamwerk op te zetten in de gehele EU
voor betere databeschikbaarheid voor secundair gebruik waarbij rekening wordt gehouden
met waarborgen ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen. Dat
moet er toe leiden dat verwerking van deze gegevens op een verantwoorde, veilige en
transparante wijze gebeurt. In dit onderdeel over secundair gebruik licht ik de verschillende
waarborgen toe.
Kaders voor toelaatbaar secundair gebruik
Het EHDS-voorstel beoogt een strikt kader te bieden waarbinnen secundair gebruik van
gegevens kan plaatsvinden. Het voorstel kent geen verplichting om gegevens voor secundaire
doeleinden exclusief via het EHDS-stelsel te verwerken. Als het niet via de EHDS wordt
opgevraagd, is het reguliere kader van de (Uitvoeringswet)AVG en andere relevante
wetgeving van toepassing, zoals momenteel het geval is. De EHDS-kaders geven weer
wat de toelaatbare doeleinden zijn waarvoor gegevens kunnen worden gebruikt, en voor
welke doeleinden gebruik expliciet verboden is.
Iedere aanvraag voor het beschikbaar stellen van data(sets) op basis van de EHDS wordt
aan de hand van dit kader getoetst door de instantie voor toegang tot gezondheidsgegevens.
Deze instantie wordt ook wel de Health Data Access Body genoemd (hierna: HDAB) en is een andere instantie dan de hiervoor genoemde digitale
gezondheidsautoriteit. Indien voldaan wordt aan het kader dienen de gevraagde gegevens
door de zogenaamde gegevenshouder beschikbaar te worden gesteld aan de HDAB. Het begrip
«gegevenshouder» is breed gedefinieerd en omvat onder meer (publieke en private) zorgaanbieders
en instellingen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek. Voor het verstrekken van
gegevens door deze gegevenshouders is geen voorafgaande toestemming van de burgers
nodig. Zoals eerder aangegeven biedt deze wettelijke verplichting in het EHDS-voorstel
al de benodigde juridische basis voor deze verstrekking van (persoons)gegevens.
Ieder gebruik dat buiten dit kader valt is niet toegestaan. Daarnaast blijven bestaande
nationale ethische toetsen van toepassing. In het onderstaande kader worden de elementen
uit het EHDS-toetsingskader nader toegelicht. Binnen dit kader moet de HDAB per aanvraag
bepalen of een vergunning wordt verleend. De HDAB bepaalt in de vergunning ook welke
specifieke maatregelen worden genomen om privacy en gegevensbescherming te waarborgen
en houdt daarop toezicht.
Toetsingskader secundair gebruik (geparafraseerd)
Toelaatbare doeleinden (artikel 34)
Een aanvraag dient overeen te komen met één van de toelaatbare doeleinden op het gebied
van de gezondheids- of zorgsector:
• beleids- en toezichtsdoeleinden (zowel nationaal als in EU verband) en andere activiteiten
om redenen van algemeen belang op gebied van volksgezondheid en gezondheid op het
werk;
• wetenschappelijk onderzoek;
• officiële statistieken;
• onderwijs;
• ontwikkeling van producten of diensten inclusief AI;
• leveren van gepersonaliseerde zorg door behandelaars (het mag niet gaan om gegevens
van de patiënt zelf).
Verboden gebruiken (artikel 35)
De daartoe speciaal aangewezen HDAB toetst voor en na vergunningverlening of het gebruik
van de gegevens binnen één van de verboden valt. De verboden zijn gericht op het beschermen
van individuen, groepen en de maatschappij, en omvatten:
• besluiten nemen die nadelig zijn voor een burger op basis van hun gegevens;
• een verzekeringsovereenkomst ontzeggen of premies wijzigen.
• reclame- of marketingactiviteiten;
• toegang verlenen aan derden;
• producten of diensten ontwikkelen die schadelijk kunnen zijn voor personen of de samenleving.
Nationaal bepaalde ethische toets (artikel 45):
Een belangrijke additionele waarborg is de mogelijkheid voor lidstaten om een ethische
toets te vereisen voor het verlenen van een vergunning die gepseudonimiseerde gegevens
betreffen. Dit moet dan wel nationaal geregeld worden. Voor gepseudonimiseerde gegevens
moet een aanvrager ook een grondslag aan kunnen tonen op basis van de AVG.
Voorbeelden secundair gebruik
Concrete voorbeelden van secundair gebruik kunnen zijn:
o wetenschappers die diepgravend onderzoek doen naar een nieuwe behandelmethode voor
een zeldzame aandoening;
o een ontwikkelaar die een nieuw medisch hulpmiddel test op kwaliteit en effectiviteit;
o een toezichthouder die de gegevens nodig heeft voor het controleren van de veiligheid
van geneesmiddelen op de markt;
o een beleidsmaker die statistieken laat produceren over doelmatigheid van beleidsinterventies.
Instantie voor secundair gebruik (HDAB)
Lidstaten worden verplicht om één of meerdere HDAB(s) voor toegang tot elektronische
gezondheidsgegevens voor secundair gebruik op te zetten die verantwoordelijk is voor
zowel operationele taken als toezichthoudende taken. Volgens het EHDS-voorstel hoeft
de HDAB niet verplicht (onderdeel van) de eerder genoemde digitale gezondheidsautoriteit
voor primair gebruik te worden. De operationele taken staan hoofdzakelijk ten dienste
van het proces rondom de vergunningverlening, het beschikbaar stellen van bruikbare
datasets aan vergunninghouders en de communicatie naar het bredere publiek.
De toezichthoudende taken richten zich specifiek tot de gegevenshouders en gegevensgebruikers.
Aan de ene kant houdt de HDAB toezicht op naleving van de EHDS-verplichtingen omtrent
het leveren van gegevens door gegevenshouders. Aan de andere kant houdt de HDAB toezicht
op de gegevensgebruikers, bij de vergunningaanvraag en bij het verwerken van de gegevens.
Gegevensgebruikers krijgen dus te maken met controle op de ontvankelijkheid en juistheid
van hun aanvragen en daarna op gebruik conform de verleende vergunning. Verder ziet
de HDAB erop toe dat de gebruiker geen poging doet tot het herleiden van een individuele
burger. Op deze wijze wordt gewaarborgd dat gegevens altijd worden gebruikt voor doelen
en afspraken overeenkomstig de verleende vergunning – in lijn met de voorwaarden van
de EHDS en de AVG. Deze HDAB dient bij het uitoefenen van haar toezichthoudende taken
nauw samen te werken met de AP op vraagstukken die de privacy van burgers aangaan.
Vergunningstelsel voor secundair gebruik
De toegang tot gegevens van meerdere gegevenshouders voor secundair gebruik op basis
van de EHDS kan alleen worden verleend indien een aanvrager een vergunning heeft verkregen
van een HDAB (waarmee het een gegevensgebruiker wordt). De HDAB kan besluiten een
vergunning niet te verlenen en voor bezwaar en beroep geldt het nationale recht. Zodra
een vergunning is verstrekt krijgt een gegevensgebruiker via de HDAB toegang tot de
gegevens in een beveiligde verwerkingsomgeving in geanonimiseerde of gepseudonimiseerde
vorm (waarover hieronder meer). Zoals eerder aangegeven, moet dit volledige proces
van vergunningsverstrekking altijd conform het gegevensbeschermingsrecht gebeuren.
De verstrekte vergunningen gelden maximaal vijf jaar en mogen eenmalig worden verlengd
met nogmaals maximaal vijf jaar. Na het verstrijken van de vergunning eindigt voor
de gegevensgebruiker de toegang tot de gegevens en worden de tijdelijk opgeslagen
anonieme of pseudonieme datasets verwijderd. De gegevensgebruikers zijn verplicht
om de resultaten en/of output van het onderzoek of de innovatie openbaar te maken,
uiteraard in een geanonimiseerde vorm.
De EHDS biedt met het vergunningstelsel een transparanter alternatief voor het huidige
stelsel. Door de toegang centraal te coördineren en de toepassing van één toetsingskader
wordt gewaarborgd dat toegang via de EHDS altijd op een geharmoniseerde en transparante
wijze plaatsvindt. Dit in tegenstelling tot de huidige situatie waar het niet altijd
duidelijk is onder welke omstandigheden gegevens worden verwerkt.
Vereisten aan beveiligde verwerking
Een gegevensgebruiker krijgt alleen toegang tot gegevens in een verwerkingsomgeving
die voldoet aan de EHDS-beveiligingsvereisten. In deze «digitale kluis» heeft de HDAB
controle over de verwerking van de gegevens. Hierin worden datasets, waar nodig, door
de HDAB gekoppeld en wordt herleidbaarheid geminimaliseerd, zodat de gebruiker alleen
toegang krijgt tot versleutelde en/of geaggregeerde gegevens. Pas nadat dit gewaarborgd
is, krijgt de gegevensgebruiker toegang. Elke individuele onderzoeker en verwerking
wordt gelogd. Dergelijke omgevingen zijn niet nieuw in Nederland: deze werkwijze wordt
reeds gebruikt bijvoorbeeld door het CBS voor toegang door onderzoekers.
De beveiligde verwerkingsomgeving maakt het mogelijk voor de HDAB om toezicht te houden
en om in te grijpen als gegevens onverhoopt oneigenlijk worden gebruikt. De HDAB moet
bij onrechtmatig gebruik ingrijpen en sanctioneren, zoals het intrekken van de vergunning.
De HDAB kan de gegevensgebruiker vervolgens maximaal 5 jaar uitsluiten van elke toegang
tot gezondheidsgegevens. Verder kunnen lidstaten extra sancties introduceren voor
een poging tot het herleiden van personen.
De HDAB moet dus over (één of meer) beveiligde verwerkingsomgeving(en) beschikken
en moet deze regelmatig auditen. De beveiligde verwerkingsomgeving moet voldoen aan
technische en organisatorische vereisten:
– voldoen aan de hoogste (geharmoniseerde) beveiligingsstandaarden;
– gegevensgebruikers krijgen alleen toegang tot de gezondheidsgegevens waarop hun vergunning
betrekking heeft;
– beperken van het risico op onrechtmatig lezen en verwerken, zoals kopiëren, wijzigen
of weghalen van gegevens. Dat moet worden gedaan met behulp van geavanceerde technologische
middelen (zoals privacy enhancing technologies);
– bijhouden van identificeerbare toegangslogs.
Algemene transparantie en rechten van personen
Het EHDS-voorstel voorziet in vereisten voor transparantie. Op de website van de HDAB
moet informatie te vinden zijn over de uitgegeven vergunningen, de waarborgen, en
resultaten uit secundair gebruik. Burgers moeten op de website ook de regelingen kunnen
vinden om hun AVG-rechten uit te oefenen (bijv. recht op inzage, rectificatie of bezwaar),
rechten die blijven gelden bij secundair gebruik.
Het huidige EHDS-voorstel kent geen verplichting om burgers op individueel niveau
te informeren over verwerking van gegevens op basis van een vergunning, maar de ruimte
is er voor lidstaten om dit te regelen. In de onderhandelingen is een meerderheid
van de lidstaten van mening dat het uitblijven van de plicht om burgers te informeren
over verwerking van hun persoonsgegevens door de HDAB niet verenigbaar is met het
principe van transparantie en het recht om bezwaar te kunnen maken. Daarnaast wordt
in het voorstel geen duidelijke mogelijkheid geboden voor burgers om bezwaar te maken
tegen secundair gebruik. In de Raad wordt daarom geïnventariseerd welke mogelijkheden
er zijn om het bezwaarrecht (AVG) duidelijker vorm te geven in de EHDS.
Inbedding van dataminimalisatie
Het EHDS-voorstel past in de vergunningensystematiek dataminimalisatie toe. Dit AVG-beginsel
gaat ervan uit dat bij verwerking van persoonsgegevens een minimale hoeveelheid gegevens
wordt gebruikt om het beoogde doel te bereiken. Dataminimalisatie wordt op ten minste
drie manieren toegepast in het EHDS-voorstel.
Ten eerste verzoekt de HDAB bij de houder alleen toegang tot de datasets die nodig
zijn voor het doel dat in de verstrekte vergunning staat vermeld. Op verzoek van de
HDAB dient een gegevenshouder het desbetreffende deel van de dataset toegankelijk
te maken voor de HDAB. Waar de HDAB het nodig acht dat de gegevens door de gebruiker
verwerkt worden, gebeurt dit altijd in de beveiligde verwerkingsomgeving.
Ten tweede, om het risico tot herleiding van personen te minimaliseren, stelt de EHDS
dat het bindende «anoniem, tenzij» principe geldt. De gegevens die verwerkt worden
door de gegevensgebruiker zijn daarmee standaard anoniem en alleen pseudoniem indien
de HDAB constateert dat dat noodzakelijk is om het doel van de vergunning te bereiken.
Daarbij gelden wel aanvullende veiligheidsmaatregelen waardoor gegevensgebruikers
nooit over de koppelingssleutel kunnen beschikken waarmee de gegevens herleidbaar
zijn tot een individu.
Ten derde blijft in geval van grensoverschrijdende aanvragen de Nederlandse HDAB het
enige bevoegde orgaan dat buitenlandse gegevensgebruikers toegang kan verlenen tot
gepseudonimiseerde of geanonimiseerde gegevens uit Nederland. Het EHDS-voorstel vereist
wel dat toegang verleend moet worden als de aanvrager voldoet aan het toetsingskader.
In dergelijke gevallen kan op afstand toegang gegeven worden in een Nederlandse beveiligde
verwerkingsomgeving onder toezicht van de Nederlandse HDAB.
Slot
Het EHDS-voorstel stelt regels die gezondheidsgegevens in de EU op een veilige en
verantwoorde manier breder beschikbaar maken voor primair en secundair gebruik. Het
EHDS-voorstel voorziet in een juridische basis voor het verwerken van de gegevens
en creëert waarborgen. Net als in de nationale visie en strategie is aangegeven is
voor toegang tot gegevens het vertrouwen van burgers in een integere omgang met de
gezondheidsgegevens randvoorwaardelijk. In deze brief heb ik uw Kamer zo feitelijk
mogelijk geïnformeerd over de waarborgen uit het EHDS-voorstel waarover nog wordt
onderhandeld. Het EHDS-voorstel zie ik als een bouwsteen om samen te werken aan een
toekomstbestendig gezondheidsinformatiestelsel. In de onderhandelingen blijf ik mij
hard maken voor de eerder gecommuniceerde onderhandelingsinzet van Nederland. Zodra
er meer bekend is over de uitkomsten van de onderhandelingen, informeer ik uw Kamer
hierover.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport