Brief regering : Beleidsreactie op het Gezondheidsraadadvies ‘vaccinatie van kinderen tegen pneumokokken’ en reactie op verzoek commissie over de vaccinatiegraad in Amsterdam
32 793 Preventief gezondheidsbeleid
Nr. 700 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 september 2023
Op 20 juni heb ik uw Kamer geïnformeerd over het Gezondheidsraadadvies «Pneumokokkenvaccinatie
voor kinderen».1 Met deze brief informeer ik u over mijn beleidsreactie op dit advies. Ik maak tevens
van de gelegenheid gebruik om uw Kamer te informeren over de monitor Vaccinatiegraad
Nationaal Programma Grieppreventie 2022 en de monitor Nationaal Programma Pneumokokkenvaccinatie
voor Volwassenen 2022 van het Nivel.
Daarnaast ga ik in op het verzoek van de commissie VWS om reactie te ontvangen op
het bericht «Vaccinatiegraad in Amsterdam daalt nog verder, risico op uitbraken neemt
toe».
Advies Gezondheidsraad pneumokokkenvaccinatie kinderen
Kernpunten advies Gezondheidsraad
Sinds 2011 worden kinderen gevaccineerd tegen pneumokokken met het vaccin PCV10. Dit
vaccin beschermt tegen 10 typen van de pneumokok. Er zijn op dit moment twee andere
pneumokokkenvaccins (PCV13 en PCV15) beschikbaar, die tegen meer typen pneumokokken
beschermen. De Gezondheidsraad heeft beoordeeld of en hoe deze vaccins ingezet kunnen
worden voor pneumokokkenvaccinatie van kinderen.
De Gezondheidsraad geeft aan dat de typen pneumokokken, waartegen het PCV10 vaccin
beschermt, langzamerhand verdwenen zijn uit de samenleving door jarenlange vaccinatie
met dit vaccin. Het vaccin heeft dus goed gewerkt. Andere typen pneumokokken hebben
de plaats ingenomen en veroorzaken nu de meeste ziektegevallen van invasieve pneumokokkenziekte2 (IPD) bij kinderen. Een deel van de typen, die nu de meeste ziektegevallen van IPD
veroorzaken onder kinderen, worden gedekt door PCV13 en PCV15, maar niet meer door
PCV10. Aangenomen wordt dat PCV10 nog maar tegen 2,5% van de IPD-ziektegevallen zou
kunnen beschermen, terwijl PCV13 tegen 41% en PCV15 tegen 47% zou kunnen beschermen.
De Gezondheidsraad concludeert dat met PCV13 en PCV15 meer gezondheidswinst valt te
halen en adviseert om één van deze twee vaccins aan te bieden. Met PCV15 zou mogelijk
iets meer gezondheidswinst ten opzichte van PCV13 te behalen kunnen zijn, maar dit
verschil is niet groot.
Beleidsreactie advies Gezondheidsraad
Het Gezondheidsraadadvies is helder: biedt kinderen PCV13 of PCV15 aan. Met de inzet
van een van deze vaccins is meer gezondheidswinst te halen dan met het nu aangeboden
PCV10. Omdat PCV13 en PCV15 duurder zijn dan PCV10, is voor het overnemen van dit
advies financiële dekking nodig. Het is gelukt om deze te realiseren bij de augustusbesluitvorming.
Dit betekent dat ik dit advies kan overnemen en PCV13 of PCV15 kan gaan aanbieden
aan kinderen in Nederland. Welke van de vaccins straks wordt aangeboden, is afhankelijk
van de uitkomst van de aanbesteding, die het RIVM in mijn opdracht uitvoert. Naar
verwachting kunnen de eerste kinderen vanaf de zomer van 2024 worden gevaccineerd
met PCV13 of PCV15.
Griep- en pneumokokkenvaccinatie voor volwassenen
Vaccinatiecampagne 2023
Vanaf oktober 2023 starten de huisartsen weer met de jaarlijkse griepvaccinatiecampagne
(NPG). Mensen van 60 jaar en ouder en verschillende medische risicogroepen ontvangen
dan een uitnodiging van hun huisarts voor een griepvaccinatie3. Sinds 2021 kunnen ook alle zwangeren vanaf 22 weken zwangerschap een griepvaccinatie
halen, om zo kinderen van 0 tot 6 maanden en zichzelf tegen complicaties door griep
te beschermen. Tot 2023 konden deze vrouwen hiervoor terecht bij de huisarts. Op advies
van het RIVM heb ik in 2022 besloten om voor deze maternale griepvaccinatie aan te
sluiten bij de maternale kinkhoestvaccinatie en de toediening van de vaccinatie te
beleggen bij de JGZ. Aan de implementatie hiervan is door alle betrokken partijen
het afgelopen jaar hard gewerkt. Met succes, want vanaf dit najaar kunnen zwangeren
zonder een medische indicatie bij de JGZ terecht voor de maternale griepvaccinatie4. Vanwege de overeenkomsten met de maternale kinkhoestvaccinatie ligt het in de rede
om de maternale griepvaccinatie (ook) onderdeel te laten uitmaken van het Rijksvaccinatieprogramma.
Ik ben voornemens om dit te doen en zal daarvoor, samen met de betrokken partijen,
de noodzakelijke stappen doorlopen.
Naast de griepvaccinatiecampagne start in het najaar ook weer de pneumokokkenvaccinatiecampagne
voor volwassenen. Vanaf oktober nodigen huisartsen in het kader van het Nationaal
Programma Pneumokokkenvaccinatie Volwassenen (NPPV) ook de personen uit, die dit jaar
voor de pneumokokkenvaccinatie in aanmerking komen. In 2023 zijn dat alle personen
van 63 tot en met 66 jaar (geboortejaren 1957 t/m 1960).
Monitor vaccinatiegraad griep- en pneumokokkenvaccinatie 2022
Het Nivel monitort in opdracht van het RIVM jaarlijks de vaccinatiegraad van het Nationaal
Programma Grieppreventie (NPG) en het Nationaal Programma Pneumokokkenvaccinatie voor
Volwassenen (NPPV)5. Deze monitors geven inzicht in het aantal mensen uit de doelgroep dat de griep-
en pneumokokkenvaccinatie heeft gehaald en de trends daarin (zie bijlagen).
Voor het NPG geldt dat in 2022 56,8% van de doelgroep een vaccinatie heeft gehaald.
Dit is lager dan in 2021 (58,3%), maar hoger dan voor de coronapandemie (52,6% in
2019). Voor het NPPV geldt dat in 2022 63% van de doelgroep een vaccinatie heeft gehaald.
In 2021 was dit 74,1%. Omdat het NPPV is gestart in 2020 en er jaarlijks een ander
deel van de doelgroep wordt uitgenodigd, is een goede vergelijking tussen de jaren
niet mogelijk. In 2022 kwamen mensen van 66 tot en met 69 jaar in aanmerking voor
een vaccinatie en in 2021 mensen van 69 tot en met 73 jaar. Dit zal in ieder geval
een deel van de lagere vaccinatiegraad verklaren, omdat we weten dat de vaccinatiegraad
stijgt met de leeftijd.
Om een nadere duiding te geven van de vaccinatiegraadcijfers is het RIVM voornemens
om in 2024 een evaluatieonderzoek te doen. Er zal dan onder andere gekeken worden
naar de redenen van mensen die tot de doelgroep horen om zich wel of niet te vaccineren
tegen de griep en pneumokokken.
Reactie op het verzoek van de commissie VWS om reactie op het bericht «Vaccinatiegraad
in Amsterdam daalt nog verder, risico op uitbraken neemt toe»
Jaarlijks brengt het RIVM het vaccinatiegraadrapport uit. Op 29 juni jl. informeerde
ik de Kamer over het vaccinatiegraadrapport 20226. In het rapport zien we een daling van de vaccinatiegraad. Een dalende trend in de
vaccinatiegraad baart zorgen, gezien het verhoogde risico op uitbraken van infectieziekten.
Het verminderen van de vaccinatiegraad binnen een specifiek geboortecohort betekent
echter niet automatisch een afname van de vaccinatiegraad in de gehele bevolking.
Zoals gedeeld in mijn voortgangsbrief op de aanpak «Vol vertrouwen in vaccinaties»,
zet ik in op het versterken van het vertrouwen in vaccinaties en het verhogen van
de vaccinatiegraad. Bijvoorbeeld door samen met het RIVM een campagneweek te organiseren
om het belang van vaccineren en het Rijksvaccinatieprogramma onder de aandacht te
brengen en kinderen tegelijkertijd een extra gelegenheid te bieden gemiste vaccinaties
in te halen. Het RIVM voert daarnaast ook onderzoek uit om scherper te krijgen welke
acties nog meer mogelijk zijn om specifieke doelgroepen beter te bereiken. Belangrijk
is om te benadrukken dat vertrouwen in vaccinaties niet volledig maakbaar is vanuit
de overheid. Uiteindelijk maken mensen zelf de keuze of zij een vaccinatie wel of
niet willen halen.
Uit data van het RIVM blijkt dat er in Amsterdam grote verschillen zijn in vaccinatiegraden
tussen wijken en doelgroepen. Dit betekent dat (groepen) kinderen en jongeren meer
gezondheidsrisico’s lopen. De gemeente Amsterdam heeft een aanpak ontwikkeld om de
vaccinatiegraden te verhogen. Op basis van data zet de gemeente gerichte interventies
in, in die wijken en onder die groepen waar kinderen en jongeren zich minder vaak
laten vaccineren. In de recent geïntensiveerde aanpak staan drie actielijnen centraal:
laagdrempelig en dichtbij vaccineren, samenwerken voor het versterken van het vertrouwen
en doelgroepgerichte communicatie.
Begin 2024 informeer ik de Kamer wederom over de voortgang op mijn aanpak «Vol vertrouwen
in vaccinaties».
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport