Brief regering : Verlenging (tijdelijke) transitieprestatie en uitkomsten NZa onderzoek productiviteit
25 424 Geestelijke gezondheidszorg
29 689
Herziening Zorgstelsel
Nr. 672
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT
Ontvangen ter Griffie op 25 september 2023.
Het besluit tot het doen van een aanwijzing kan niet eerder worden genomen dan op
26 oktober 2023.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 september 2023
Met deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming,
conform artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), over de zakelijke
inhoud van de aanwijzing die ik van plan ben aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)
te geven om de tijdelijke transitieprestatie met een vrij tarief, die voor 2022 en
2023 onderdeel is van het zorgprestatiemodel, nog twee jaar te verlengen. Vanwege
mijn voornemen om de NZa een aanwijzing te sturen, stuur ik deze brief naar beide
Kamers der Staten-Generaal.
Ook informeer ik hierbij uw Kamer over de uitkomsten van het onderzoek van de NZa
naar het bijstellen van de tarieven in het zorgprestatiemodel. Het informeren van
de Tweede Kamer over dit onderzoek heb ik toegezegd1 tijdens het commissiedebat ggz/suïcidepreventie van 19 april 2023.
Daarnaast geef ik met deze brief uitvoering aan de motie van de leden Westerveld (GL)
en Mohandis (PvdA)2 over de prikkels van het zorgprestatiemodel per 2024 de juiste kant op sturen.
Tot slot doe ik de toezegging3 gestand om de Tweede Kamer te informeren of het gelukt is het formulier beschikbaar
te stellen op de website Zorgbeeldportaal waar ggz aanbieders hun wachttijden en wachtenden
aanleveren.
Verzoek verlengen (tijdelijke) transitieprestatie (ggz en fz)
De NZa heeft mij per brief verzocht om, voor een zorgvuldige verdere implementatie
van het zorgprestatiemodel, een aanwijzing aan de NZa te geven om de tijdelijke transitieprestatie
te verlengen voor 2024 en 2025.4 Het is volgens de NZa te vroeg om dit vangnet in de vorm van de transitieprestatie
weg te halen zolang er nog geen integraal kostenonderzoek heeft plaatsgevonden. De
NZa geeft aan dat gezamenlijk met de brancheorganisaties (waaronder MEER ggz, de Nederlandse
ggz en financiers, o.a. Zorgverzekeraars Nederland en Dienst Justitiële Inrichtingen)
is vastgesteld dat een verlenging van de transitieprestatie voor de jaren 2024 en
2025 zeer gewenst is om in specifieke situaties ruimte te geven aan contractpartijen
om maatwerk toe te passen.
Ik geef gehoor aan dit verzoek om de transitie in de curatieve geestelijke gezondheidszorg
(ggz) en forensische zorg (fz) verantwoord te laten verlopen. Ik heb dan ook het voornemen
om, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming, de NZa een aanwijzing te geven
om de tijdelijke transitieprestatie met een vrij tarief met twee jaar te verlengen
voor de jaren 2024 en 2025. Hierdoor blijft het vangnet voor de (macrobudgettair neutrale)
overstap naar het nieuwe bekostigingssysteem nog twee jaar extra bestaan voor de geestelijke
gezondheidszorg en de forensische zorg.
De tijdelijke transitieprestatie
Het doel van de transitieprestatie is een vangnet te creëren om de (negatieve) financiële
effecten te dempen van de overgang van de oude diagnose-behandel-(beveiligings)combinatie
(db(b)c-)systematiek naar het nieuwe zorgprestatiemodel. De overgang naar een nieuwe
bekostigingssystematiek kan voor individuele zorgaanbieders financiële consequenties
hebben, ook al is de introductie op macroniveau budgetneutraal. Veldpartijen hebben
bestuurlijk afgesproken gezamenlijk verantwoordelijkheid te nemen voor een financieel
verantwoorde, zorgvuldige en macroneutrale overgang naar het zorgprestatiemodel. Om
uitvoering aan deze afspraken te geven is er in de bekostiging ruimte gecreëerd om
maatwerk te bieden door middel van de tijdelijke transitieprestatie. Mijn ambtsvoorganger
heeft bij de introductie van het zorgprestatiemodel de NZa opdracht gegeven om een
tijdelijke transitieprestatie met vrij tarief voor geleverde zorg, voor een periode
van twee jaar (2022 en 2023), vast te stellen.5 Om de transitieprestatie ook vast te kunnen stellen voor 2024 en 2025 heeft de NZa
een nieuwe aanwijzing nodig. De voorwaarden voor het in rekening brengen van de transitieprestatie
blijven gelijk en gelden onverminderd.
De NZa is bevoegd om aan de vaststelling van een tarief of een prestatiebeschrijving
voorschriften of beperkingen, zoals een contractvereiste, te verbinden. De transitieprestatie
kan door zorgverzekeraar en zorgaanbieder worden toegepast om onbedoelde/ongewenste
benoemde effecten van de overgang naar het Zorgprestatiemodel op te vangen, waarbij
dit effect het gevolg is van een omissie in het Zorgprestatiemodel zelf.6 Indien een zorgaanbieder en zorgverzekeraar of de divisie Forensische Zorg/Justitiële
Jeugdinrichtingen (ForZo/JJI) van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) gebruik
willen maken van deze transitieprestatie dienen zij hierover een onderlinge afspraak
te maken. De prestatiebeschrijving met een vrij tarief maakt het mogelijk dat zogenoemde
lumpsumafspraken (een totaalbedrag) met betrekking tot de vergoeding van de tijdelijke
transitieprestatie kunnen worden gemaakt. Bij de lumpsumafspraken kan alle geleverde
zorg in één keer in rekening gebracht worden per afgesproken periode.
Budgettaire beheersbaarheid
De kosten van de tijdelijke transitieprestatie moeten worden opgevangen binnen het
macrokader voor de geneeskundige ggz waar het macrobeheersinstrument reeds van toepassing
is.7 Voor de fz blijft het macrobudgettair kader zoals opgenomen in de begroting van Justitie
en Veiligheid van toepassing.
Eigen risico Zorgverzekeringswet (Zvw)
De Zvw kent een verplicht eigen risico. De transitieprestatie blijft buiten het systeem
van eigen risico. De transitieprestatie wordt niet direct in rekening gebracht bij
de verzekerde. De kosten van de transitieprestatie kunnen niet worden toegerekend
aan individuele verzekerden. Daarom blijft de declaratie voor de transitieprestatie
buiten het systeem van eigen risico.
Risicoverevening Zorgverzekeringswet
De afgelopen jaren heeft het Zorginstituut Nederland bepaald hoe de kosten voor de
transitieprestatie meelopen in de risicoverevening. Dit wordt vastgelegd in het Handboek
Informatie Zorgverzekeringswet en de Regeling structurele aanlevering gegevens Zorgverzekeringswet
en Wet langdurige zorg.8 Ik ga het Zorginstituut Nederland vragen dit ook voor de jaren 2024 en 2025 te doen.
Monitoring
De transitieprestatie met een vrij tarief is van tijdelijke aard. Ik vraag de NZa
om de ontwikkelingen goed te monitoren, zodat bij mogelijke bekostigingsknelpunten
waar nodig nadere maatregelen kunnen worden getroffen.
Passende afspraken
Ik zal de NZa vragen om erop toe te zien dat de tijdelijke transitieprestatie ter
ondersteuning is om toereikende afspraken te maken tussen zorgverzekeraar of de divisie
ForZo/JJI van DJI en zorgaanbieder. Dit verzoek is in lijn met de afspraak die ik
in het in het Integraal Zorgakkoord (IZA) met partijen heb gemaakt dat partijen in
de contractering optimaal gebruik moeten maken van de mogelijkheden in het zorgprestatiemodel
om een passende vergoeding af te spreken voor (zware en/of complexe) multidisciplinaire
zorg.9
Zoals in de brief van 13 april 202310 aangegeven, hebben zorgaanbieders en zorgverzekeraars een handreiking opgesteld waarin
de kaders worden gegeven voor het maken van goede financiële afspraken tussen zorgaanbieder
en zorgverzekeraar, om de overgang naar het zorgprestatiemodel zo zorgvuldig mogelijk
vorm te geven. De NZa heeft een sjabloon laten opstellen ter ondersteuning van partijen
om in het maken van goede afspraken over de transitieprestatie.
Zakelijke inhoud van de aanwijzing
Deze paragraaf bevat de zakelijke inhoud van de voorgenomen aanwijzing, die op grond
van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) aan de NZa gegeven wordt.
Met deze aanwijzing zal ik de NZa opdragen om in afwijking van hetgeen is bepaald
in de aanwijzing van 14 december 202011, onder gelijktijdige wijziging van artikel 6 van die aanwijzing, de periode van de
vast te stellen transitieprestatie te verlengen met twee jaar (2024 en 2025).
Overeenkomstig artikel 8 van de Wmg zal tot het geven van de aanwijzing niet eerder
worden overgegaan dan nadat dertig dagen zijn verstreken na verzending van deze brief.
Van de vaststelling van de aanwijzing zal ik mededeling doen door plaatsing in de
Staatscourant.
Uitkomsten productiviteitsonderzoek NZa
De afgelopen maanden heeft de NZa een productiviteitsonderzoek in de curatieve ggz
uitgevoerd. Het onderzoek richtte zich met name op de vraag of de (genormeerde) indirecte
tijd binnen de consulten nog aansluit bij de praktijk en derhalve of de huidige tarieven
nog aansluiten bij de praktijk. De NZa geeft in voornoemde brief aan dat op basis
van de ontvangen gegevens van zorgaanbieders er onvoldoende onderbouwing is om de
tarieven te herijken per 2024. De opgehaalde gegevens uit het onderzoek lieten namelijk
een zeer grote spreiding in productiviteit zien. Dit leidde tot twijfel over de juistheid
van de gegevens. Bij validatie van deze gegevens bleek dat er een aanzienlijke mate
van onjuistheden in de opgehaalde data te zitten, dat controlemogelijkheden te beperkt
zijn en er hierdoor geen tarieven op te baseren zijn.
Het is de zelfstandige bevoegdheid van de NZa om te bepalen of (tussentijdse) tariefaanpassingen
in het zorgprestatiemodel nodig zijn op basis van gedegen onderzoek en een solide
onderbouwing. Zoals hiervoor aangegeven concludeert de NZa dat sprake is van onvoldoende
onderbouwing om de tarieven te herijken per 2024, behoudens de gebruikelijke jaarlijkse
indexering.
In mijn brief over het zorgprestatiemodel van 13 april 2023 heb ik u ook geïnformeerd
over een tweede onderzoek dat de NZa momenteel uitvoert.12 Het tweede onderzoek is een nieuw kostenonderzoek om actuele en rederlijkwijs kostendekkende
tarieven te bepalen die per 2026 ingaan. Het integrale kostenonderzoek is gestart
en moet gaan leiden tot goed onderbouwde tarieven die gaan gelden vanaf 2026.
Motie leden Westerveld en Mohandis
De door uw Kamer aangenomen motie van de leden Westerveld (GL) en Mohandis (PvdA)13 verzoekt de regering om alles in het werk te stellen om per 2024 de beoogde prikkels
van het zorgprestatiemodel wel de juiste kant op te sturen, waardoor gestimuleerd
wordt om de meeste complexe cliënten zorg en tijd te bieden en de Kamer hierover op
de hoogte te houden.
Allereerst wil ik benadrukken dat het een bevoegdheid van de NZa is om te bepalen
of aanpassingen in het zorgprestatiemodel noodzakelijk zijn. Het zorgprestatiemodel
faciliteert een passende bekostiging voor geleverde zorg die aansluit bij de feitelijke
behandelinzet, ook als het gaat om zorg voor cliënten met een complexe zorgvraag en/of
een ernstige psychiatrische aandoening.
In het IZA hebben partijen diverse afspraken gemaakt over patiënten met een complexe
zorgvraag:
• Eerder in deze brief heb ik al verwezen naar de afspraak in het IZA dat partijen in
de contractering optimaal gebruik moeten maken van de mogelijkheden in het zorgprestatiemodel
om een passende vergoeding af te spreken voor (zware en/of complexe) multidisciplinaire
zorg.14 De transitieprestatie kan daarin een rol spelen als de tariefruimte (inclusief de
toepassing van max-max tarieven) niet toereikend is om afspraken tussen zorgaanbieder
en zorgverzekeraar te effectueren.
• In het IZA heb ik met de betrokken partijen de afspraak gemaakt over de doorontwikkeling
en toepassing van de zorgvraagtypering zodat er een steeds scherper beeld ontstaat
van hoe de kostenverdeling tussen ggz voor mensen met een (relatief) lichte en (relatief)
zware zorgvraag zich ontwikkelt.15 Een verbeterde zorgvraagtypering gaat bijdragen aan het maken van meer gerichte afspraken
over zorg voor cliënten met een complexe zorgvraag en/of met een ernstige psychiatrische
aandoening.
Naast de afspraken in het IZA heb ik de NZa, vooruitlopend op de uitkomsten van het
lopende proces, rondom cruciale ggz verzocht om een verkenning uit te voeren waarin
de volgende vragen centraal staan:
1. In hoeverre is een beschikbaarheidbijdrage een passende oplossing in een scenario
dat het zorgverzekeraars niet lukt om tot passende financiering te komen, waardoor
er onvoldoende cruciale ggz-zorg beschikbaar is voor patiënten met een hoogcomplexe
zorgvraag?
2. Hoe verhoudt dit zich tot de passendheid van andere oplossingsrichtingen binnen de
bekostiging en zorginkoop om beschikbaarheid te borgen?
Dit verzoek vloeit voort vanuit de motie van het lid Agema (PVV).16 Deze motie verzoekt de regering te laten onderzoeken of een beschikbaarheidsbijdrage
een duurzame oplossing biedt voor de aanhoudende onvoldoende beschikbaarheid van cruciale
ggz voor de zwaarste patiënten. Voor het einde van dit jaar informeer ik uw Kamer
over de stand van zaken van de uitvoering van deze motie.
Beschikbaar stellen formulier via Zorgbeeldportaal
In oktober 2022 heeft de NZa een formulier «live» gezet voor het ophalen van de wachttijdgegevens
bij zorgaanbieders in de ggz. Op basis van de Nadere Regeling transparantieregeling
zorgaanbieders ggz zijn aanbieders verplicht gegevens over de wachttijden en het aantal
wachtenden aan te leveren via het Zorgbeeldportaal.17 Het doel van het verzamelen van deze gegevens is de beschikbaarheid van keuze-informatie
voor patiënten en verwijzers. Daarnaast is het ook van belang over deze informatie
te beschikken om de wachttijden te kunnen monitoren en eventuele knelpunten tijdig
te signaleren.
Voor het beschikbaar stellen van dit formulier is met de stakeholders, Vektis, MIND
en Kiezen in de ggz, afgestemd welke gegevens uitgevraagd worden. Nadat het formulier
live was gegaan, kwamen verschillende knelpunten naar boven. Na uitvoerig overleg
is besloten het formulier aan te passen. Tijdens het commissiedebat ggz/suïcidepreventie
van 19 april jl. heb ik toegezegd om uw Kamer over de nieuwe livegang te informeren.
Inmiddels zijn de aanpassingen doorgevoerd en staat het formulier in de nieuwe versie
«live».
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport