Brief regering : Planning imamopleiding
35 228 Parlementaire ondervraging ongewenste beïnvloeding uit onvrije landen
Nr. 42
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 september 2023
Moslimgemeenschappen in Nederland zijn momenteel afhankelijk van imams uit het buitenland
die vaak de Nederlandse taal niet spreken en onbekend zijn met de pluriforme context
van de Nederlandse samenleving. Hierdoor is er onvoldoende aansluiting bij onze normen
en waarden maar ook bij de behoeften en leefwereld van Nederlandse moslims. Daarom
is het belangrijk dat er een door de Nederlandse overheid erkende en bekostigde imamopleiding
op hbo-bachelorniveau komt, zodat moslimgemeenschappen, onafhankelijk van de herkomstlanden,
zelf invulling kunnen geven aan hun geloof binnen de Nederlandse context.
In de procedurevergadering Tweede Kamercommissie SZW van dinsdag 27 juni 2023 heeft
uw Kamer aangeven een planningsbrief te willen ontvangen ten aanzien van de oprichting
van een imamopleiding in Nederland (motie van de leden Becker en van Torenburg Kamerstuk
35 228, nr. 11). Hierbij zend ik uw Kamer, mede namens de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap,
deze planningsbrief.
Inleiding
De overheid heeft zich de afgelopen jaren ingezet om samen met hogeronderwijsinstellingen
en het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) te werken aan een kansrijke, geaccrediteerde
en bekostigde hbo-bacheloropleiding tot imam, die duurzaam verankerd is binnen ons
onderwijsstelsel. De Vrije Universiteit Amsterdam (VU), de Hogeschool van Amsterdam
(HvA) en de IPABO zijn bereid om als consortium een geaccrediteerde en bekostigde
hbo-bacheloropleiding te ontwikkelen. Dit doen zij in nauwe samenwerking met de CMO
dat het afnemend werkveld voor de afgestudeerde Nederlandse imams vertegenwoordigt.
Het consortium geeft, in de door haar opgestelde planning, aan dat de beoogde imamopleiding
wat haar betreft in september 2025 van start kan gaan.
Aanloop
In de afgelopen jaren is, zowel vanuit de Rijksoverheid (ministeries van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid en van Onderwijs Cultuur en Wetenschap) als vanuit hogeronderwijsinstellingen,
onderzocht hoe het draagvlak, de contouren en de levensvatbaarheid van de opleiding
vorm kunnen krijgen, zodat de nieuwe opleiding ingepast kan worden in het Nederlands
onderwijsstelsel.
Dat ging niet vanzelfsprekend. De oprichting en inrichting van een (nieuwe) imamopleiding
bleek complex.
Een dergelijke nieuwe opleiding van levensbeschouwelijke aard en passend binnen ons
hogeronderwijsstelsel dient zorgvuldig opgezet te worden zodat er voldoende interesse
onder studiekiezers is om voor de opleiding te kiezen, voldoende draagvlak vanuit
de geloofsgemeenschappen en een aantrekkelijk arbeidsmarktperspectief na afstuderen.
Zodanig dat de afgestudeerden worden erkend door de gemeenschap en als imam aan de
slag kunnen.
Het initiatief en de verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen en het aanbieden van
een nieuwe opleiding ligt bij de hoger onderwijsinstellingen. De Rijksoverheid kan
hierin faciliteren en, waar nodig vanuit maatschappelijk perspectief, aanmoedigen.
De Rijksoverheid gaat in de regel niet over de inhoud van nieuwe opleidingen, maar
hanteert kaders voor het in aanmerking komen voor bekostiging en kwaliteitsnormen
van het hoger onderwijs, zodat de waarde van het diploma voor student en samenleving
gegarandeerd is.
In 2019 heeft onderzoeksbureau Labyrinth in opdracht van SZW en OCW een draagvlakonderzoek1 uitgevoerd onder moskeebestuurders en bezoekers. De resultaten van dit onderzoek
geven een positieve indicatie van draagvlak voor een imamopleiding in Nederland. Hierna
is in 2020 een stuurgroep samengesteld waarin naast de ministeries van OCW en SZW,
ook vertegenwoordigers uit de moslimgemeenschap (CMO) en experts uit het onderwijs
zitting hebben. Daaruit volgde in 2021 een opdracht aan het adviesbureau Hobéon om
een business case2 op te stellen over de levensvatbaarheid van een nieuwe, geaccrediteerde en bekostigde
imamopleiding in Nederland. Met de business case in de hand is daarna door SZW en
OCW in 2022 opnieuw verkend of er bekostigde onderwijsinstellingen bereid waren om
een imamopleiding op hbo-bachelorniveau te ontwikkelen en aan te bieden. Ondanks de
complexiteit van de opgave heeft de Rijksoverheid zich blijvend ingezet om het draagvlak
onder moslimgemeenschappen en hogeronderwijsinstellingen te behouden.
Dit heeft in 2023 geleid tot de bereidheid van VU, HvA en IPABO om als consortium
een geaccrediteerde en bekostigde hbo-bacheloropleiding te willen ontwikkelen en aan
te bieden. Zij werken hierin samen met CMO, waarbij de autonomie van de onderwijsinstellingen
om de opleiding vorm te geven blijft geborgd. Ook de komende jaren zal de overheid
betrokken blijven bij de doorontwikkeling van de opleiding.
Planning
De onderwijsinstellingen hebben aangegeven de opleiding in twee fasen te ontwikkelen,
een kwartiermakers- en ontwikkelfase. Met de onderwijsinstellingen is afgesproken
dat zij voor de kwartiermakersfase een subsidieaanvraag indienen bij het ministerie
van SZW. Deze aanvraag is medio september in behandeling genomen. In de kwartiermakersfase
wordt onder andere de samenwerking tussen de onderwijsinstellingen opgezet en geformaliseerd
en wordt de ontwikkelfase voorbereid.
De ontwikkelfase betreft het ontwikkelen en het opzetten van de opleiding zelf en
het volgen van de reguliere (toetsings)procedures ten behoeve van de bekostiging en
accreditatie, te weten de macrodoelmatigheidstoets en de toets nieuwe opleiding. Voor
deze ontwikkelfase dienen de onderwijsinstellingen een aanvraag voor een financiële
bijdrage in bij het ministerie van OCW. Deze wordt verwacht voor 1 februari 2024.
De doorlooptijd van (de voorbereiding op) de betreffende procedures ten behoeve van
bekostiging en accreditatie van een nieuwe opleiding nemen tenminste een jaar in beslag.
Volgens de aangegeven planning van de onderwijsinstellingen wordt in september 2023
de vooraankondiging voor de macrodoelmatigheidstoets gedaan bij de Commissie Doelmatigheid
Hoger Onderwijs (CDHO). In de maanden erna wordt gewerkt aan de aanvraag voor de macrodoelmatigheidstoets,
die naar verwachting in het voorjaar van 2024 wordt ingediend bij de CDHO. De CDHO
zal hierover advies uitbrengen aan de Minister van OCW, op basis waarvan de Minister
van OCW een besluit neemt over de macrodoelmatigheid. Een positief macrodoelmatigheidsbesluit
is nodig om in aanmerking te komen voor bekostiging. Daarnaast wordt ten behoeve van
de accreditatie van de opleiding begin 2024 de toets nieuwe opleiding aangevraagd
bij de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO). De toets dient met goed
gevolg doorlopen te worden om de opleiding geaccrediteerd aan te kunnen bieden.
Volgens de planning zal vanaf oktober 2024 via Studielink de inschrijving voor studenten
worden geopend. De onderwijsinstellingen beogen dat de nieuwe imamopleiding per september
2025 van start gaat. De opleiding wordt na de start, zoals alle opleidingen in het
hoger onderwijs, elke zes jaar door de NVAO beoordeeld op de kwaliteit. Hiermee zal
de nieuwe imamopleiding duurzaam verankerd zijn binnen het erkende onderwijsstelsel.
Met het hierboven geschetste tijdspad, zoals aangegeven door de onderwijsinstellingen,
wordt uitvoering gegeven aan de motie van de leden Becker en van Torenburg (Kamerstuk
35 228, nr. 11).
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip
Indieners
-
Indiener
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid