Brief regering : Reactie op verzoek commissie op ‘Joint industry statement from the Packaging Value Chain’
32 852 Grondstoffenvoorzieningszekerheid
Nr. 262
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 september 2023
De vaste Commissie voor Infrastructuur en Waterstaat verzocht mij om een reactie op
de e-mail van Huhtamaki te Franeker, die op 12 juni jl. door de vaste Commissie is
ontvangen. Dit verzoek is verstuurd op 6 juli jl.
De e-mail van Huhtamaki bevat een brancheverklaring namens de Europese waardeketen
verpakkingen waarin zorgen worden uitgesproken over de voorgestelde Europese wetgeving
voor verpakkingen en verpakkingsafval (hierna: de Verpakkingenverordening). Daarnaast
wordt in de e-mail van Huhtamaki gesteld dat de verklaring ook betrekking heeft op
de Nederlandse uitvoering van de Single-Use Plastics-richtlijn en dan met name de
gehanteerde definitie van hoogwaardige recycling. Hoewel ik geen dergelijke verwijzing
heb aangetroffen in de verklaring, wil ik erop wijzen dat ik werk aan de uitvoering
van de hieraan gerelateerde moties van het lid Haverkort1 waarover ik de Kamer te zijner tijd zal informeren.
De brancheverklaring van de verpakkingsindustrie stelt dat deze sector de doelstellingen
van de onderliggende Europese Green Deal en het Europese Circulaire Economie Actieplan
ondersteunt, maar vraagtekens plaatst bij meerdere onderdelen van de voorgestelde
Verpakkingenverordening, zonder overigens te specificeren op welke specifieke bepalingen
deze problemen betrekking hebben.
Zij geven hierbij aan dat:
– het geheel aan maatregelen wordt gezien als niet evenwichtig en niet voldoende wetenschappelijk
onderbouwd;
− de maatregelen in de verordening voor marktverstoring zorgen;
− in plaats van restricties op een aantal typen (gebruik van) verpakkingen de branche
liever een set duidelijke ontwerpeisen voor recyclebare producten had gezien;
− de hervul- en hergebruikdoelen niet realistisch zijn, en hergebruik vaak niet duurzamer
is dan recycling van verpakkingsmaterialen;
− de potentie van recycling van verpakkingsmaterialen niet genoeg worden benut;
− het verplichte aandeel gerecycled plastic in verpakkingen praktisch niet haalbaar
is vanwege problemen met beschikbaarheid en logistiek, en dit in een aantal lidstaten
ook problemen oplevert bij de recyclingdoelstellingen in het algemeen;
− de regels voor wat betreft oververpakking worden gezien als willekeurig.
De verklaring roept de Europese Commissie op om de genoemde problemen te adresseren.
De verklaring is niet gericht aan Nederland of andere lidstaten.
In reactie op de verklaring wijs ik erop dat het kabinet uw Kamer per BNC-fiche heeft
geïnformeerd over het Commissievoorstel voor een Verpakkingenverordening2.
Tevens verwijs ik naar het Schriftelijk Overleg over dit fiche, in welk kader ik uw
Kamer de antwoorden heb doen toekomen in twee afzonderlijke brieven3. Samengevat steunt het kabinet het voorstel van de Commissie, dat een belangrijke
bijdrage kan leveren aan de doelstelling van het kabinet om in 2050 een circulaire
economie te hebben, waaronder een circulaire verpakkingsketen.
Dit komt in de eerste plaats door de reikwijdte van de verordening, waarbij de gehele
levenscyclus van verpakkingen aan bod komt – van ontwerp tot de afvalfase – om deze
keten te verduurzamen. Ten tweede juicht het kabinet toe dat het voorstel een verordening
is, ter vervanging van de huidige verpakkingenrichtlijn. Hierdoor wordt eenduidigheid
in de Europese verpakkingenketen gecreëerd en wordt versnippering van de interne markt
voorkomen, en komen er eenduidige regels voor productvereisten, verpakkingsreductie,
inzameling en recycling. Evenwel zet het kabinet, zoals ook aangegeven in het BNC-fiche,
op sommige punten in op een verhoging van de ambitie, evenals de mogelijkheid om op
bepaalde, contextspecifieke punten de ruimte te hebben voor nationaal aanvullend of
ambitieuzer beleid wanneer de context daar aanleiding toe geeft.
Gelet op de met uw Kamer gewisselde positie is mijn reactie op de punten uit de brancheverklaring
als volgt:
− Het voorstel van de Commissie is onderbouwd met een uitgebreide impactanalyse die
onder meer de gevolgen per voorgestelde maatregel op de Europese economie en milieu
beschouwt4.
− De keuze voor een verordening zal marktverstoringen juist helpen voorkomen.
− Het kabinet ondersteunt het voorstel van de Commissie ten aanzien van de gebruiksrestricties
op een aantal typen verpakkingen, zoals plastic wegwerpbekers in de horeca, omdat
dit productgroepen zijn die grote volumes kennen en waar over het algemeen goede alternatieven
voor beschikbaar zijn. Daarnaast machtigt de Verordening de Commissie om in de toekomst
gedelegeerde handelingen uit te werken met specifieke ontwerpeisen aan verpakkingen5. Het kabinet kijkt net als de verpakkingenbranche hiernaar uit zodat een punt kan
worden gezet achter producteigenschappen die hoogwaardige recycling belemmeren opdat
vervolgens het sluiten van de grondstofketen mogelijk kan worden gemaakt.
− Het kabinet is positief over de ambitieuze doelstellingen op het gebied van hergebruik
en hervulbaarheid van verpakkingen. Dit vergt een aanzienlijke omslag in de manier
waarop wij als samenleving gewend zijn met verpakkingen om te gaan, maar is een belangrijk
middel om de hoeveelheid nieuwe en eenmalige verpakkingen significant te verminderen.
Daarbij is het belangrijk te benadrukken dat hergebruik een doel op zich is en we
daarom niet alleen op recycling inzetten.
− Het voorstel bevat ambitieuze doelstellingen, waaronder voor gebruik van gerecyclede
materialen. Hiermee wordt het potentieel van recycling ten volle benut.
− De doelstellingen voor recyclaat in plastic zijn ambitieus. Tegelijkertijd zijn deze
noodzakelijk om de markt voor recyclaat te bevorderen, hoewel het enige tijd kan kosten
voordat vraag en aanbod goed op elkaar aansluiten. Tevens pleit het kabinet voor een
plaats voor biogebaseerd plastic, mits duurzaam geproduceerd, bijvoorbeeld in verpakkingen
waar recyclaat geen optie is.
− De voorgestelde regels om het gewicht en volume van verpakkingen te minimaliseren
kunnen op steun van het kabinet rekenen. Ik ben het in beperkte mate eens met de kritische
houding van de brancheverklaring, in die zin dat we alert moeten zijn op ongewenste
verschuivingen naar verpakkingen die hoewel lichter, mogelijk minder goed sorteerbaar,
herbruikbaar of recyclebaar zijn. Nederland heeft hier dan ook aandacht voor gevraagd
in Brussel.
Uiteraard ben en blijf ik in goed contact met stakeholders gedurende de onderhandelingen
over de Verpakkingenverordening, zodat terechte zorgen kunnen worden meegenomen in
de standpuntbepaling in Brussel.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat