Brief regering : Reactie op de motie van het lid Kat c.s. over in overleg met de VNG en de NVVK zorgen dat gedupeerde jongeren niet buiten de boot vallen vanwege de 36 maandennorm (Kamerstuk 31066-1258)
31 066 Belastingdienst
Nr. 1281
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 september 2023
In het tweeminutendebat van 6 juli jl. (Handelingen II 2022/23, nr. 103, item 47) heeft het Kamerlid Kat c.s. bij aangehouden motie1 specifiek aandacht gevraagd voor een aantal uitwerkingsvraagstukken bij het schuldhulpverleningsaanbod
voor jongeren onder de kindregeling met problematische schulden, waar in deze brief
mede namens de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen en de Minister
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap nader op wordt ingegaan.
De motie van het lid Kat c.s. van december 2022 roept het kabinet op om een schuldhulpverleningsaanbod
te ontwikkelen voor jongeren en (jong)volwassenen die vallen binnen de reikwijdte
van de kindregeling en hierbij gebruik te maken van saneringskredieten en bewezen
effectieve aanpakken zoals het Jongerenperspectieffonds (JPF), en daarbij te bevorderen
dat dit aanbod in zoveel mogelijk gemeenten beschikbaar komt.2 Ter invulling van deze motie zijn inmiddels kaders geformuleerd.3 Het kabinet verwacht dat de geraamde kosten voor dit aanbod € 35 miljoen bedragen.
In de aangehouden motie wordt voorgesteld 1) een andere definitie voor problematische
schulden te hanteren, 2) de werkelijke afloscapaciteit van de jongeren buiten beschouwing
te laten omdat dit op problemen zou stuiten bij het formuleren van een reëel saneringsbedrag
voor schuldeisers en 3) niet-saneerbare schulden zoals hoofdsommen van DUO-schulden
niet uit te sluiten in het aanbod.
Met hulp van gemeenten, NVVK, VNG en Jongerenperspectieffonds wordt de uitvoering
van het aanvullende specifieke schuldhulpverleningsaanbod vormgegeven zodat jongeren
uit de kindregeling die met problematische schulden kampen, kunnen worden geholpen
hun leven weer op de rit te krijgen. Dat is belangrijk, daarom wordt met genoemde
partijen gewerkt om het specifieke aanbod zo snel mogelijk te implementeren en aan
gemeenten ter beschikking te stellen.
In de Wet hersteloperatie toeslagen (Kamerstuk 36 151) is de kindregeling opgenomen die jongeren voorziet van een steun in de rug. In deze
regeling wordt geen schade of schulden gecompenseerd. Dat laat onverlet dat zich situaties
voordoen waarbij een jongere met problematische schulden wordt geconfronteerd die
in de weg staan om het leven weer op de rit krijgen. Voor deze jongeren is een specifiek
schuldhulpverleningsaanbod ontwikkeld. Met de NVVK, VNG, JPF, SZW, OCW en een aantal
gemeenten heeft overleg plaatsgevonden waarbij het eerder geformuleerde kader intensief
is beproefd op praktische uitvoerbaarheid.
Problematische schulden
Waar het gaat om de definitie van problematische schulden is met het Ministerie van
SZW – als systeemverantwoordelijke voor de wet gemeentelijke schuldhulpverlening –
stilgestaan bij de toepassing van deze definitie van problematische schulden.
Om toegelaten te worden tot het aanvullende aanbod wordt gekeken of een meerderjarige
jongere onder de kindregeling valt en of de jongere problematische schulden heeft.
Bij deze toelating wordt de financiële tegemoetkoming buiten beschouwing gelaten.
Is sprake van problematische schulden, dan kan de gemeente het specifieke aanbod toepassen.
Het aanpassen van de definitie van problematische schulden voor deze doelgroep is
niet noodzakelijk, omdat gemeenten de mogelijkheid hebben om maatwerk te leveren bij
schrijnende gevallen. De beoordelingsvrijheid van de professional in het voorgestelde
schuldhulpverleningsaanbod borgt de mogelijkheid tot het bieden van maatwerk. Daarnaast
is er bewust geen andere definitie van problematische schulden voor deze doelgroep
geformuleerd omdat het kabinet vanuit het principe van gelijke behandeling en uitvoerbaarheid
een eenduidige definitie nastreeft. De gehanteerde definitie uit de Wet gemeentelijk
schuldhulpverlening (Wgs) sluit aan bij de Faillissementswet, namelijk dat redelijkerwijs
is te voorzien dat iemand niet door kan gaan met betalen dan wel al opgehouden is
te betalen. De invulling van «het niet door kunnen gaan met betalen» is in de praktijk
dat iemand niet in 36 maanden zijn schulden kan afbetalen. Dat geldt ook voor de Wet
schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp).
Reëel aanbod schuldeisers
De essentie van het beoogde schuldhulpverleningsaanbod is dat saneerbare schulden
worden gesaneerd en dat begeleiding en ondersteuning wordt geboden om te stimuleren
dat jongeren zoveel mogelijk schuldenvrij kunnen blijven in de toekomst. Dit aanbod
willen we graag zo snel mogelijk beschikbaar stellen aan deze jongeren.
De aangehouden motie verzoekt te bewerkstelligen dat er een aantrekkelijk aanbod aan
schuldeisers wordt gedaan en daarbij rekening te houden met de wens dat jongeren geen
financiële tegenprestatie leveren. Er zullen schuldenaren zijn zonder enige afloscapaciteit
en schuldenaren met afloscapaciteit. De berekening of iemand afloscapaciteit heeft
vormt de basis voor een saneringsaanbod aan schuldeisers. In het overleg met betrokken
gemeenten, VNG en NVVK worden de beleidsuitgangspunten en uitvoeringsvraagstukken
– met name die zien op het karakter van de aflossingscapaciteit – intensief besproken.
Niet-saneerbare schulden
De kaders voor het specifieke aanbod voor jongeren onder de kindregeling met problematische
schulden zijn geschetst in de brief van 4 juli jl. (Kamerstukken 24 515 en 31 066, nr. 718) Doel van het aanvullend aanbod is niet om een schuldenaar geheel schuldenvrij te
maken, wel om iemand extra ondersteuning te bieden zijn leven weer op de rit te krijgen
en voor zover mogelijk schuldenvrij te blijven. De naar hun aard niet-saneerbare schulden
zoals DUO-hoofdsommen maken geen onderdeel uit van het specifieke aanbod net zoals
dat van reguliere saneringstrajecten geen onderdeel uitmaakt.
DUO-schulden zijn naar hun aard niet-saneerbaar. Als tegenwicht wordt voor het terugbetalen
van de DUO-lening een relatief makkelijk regime gehanteerd waarop ook nog veel maatwerk
mogelijk is zoals bijvoorbeeld gebruikmaken van een aflosvrije periode waardoor de
jongere in geval van problematische schulden het terugbetalen van de studieschuld
tijdelijk kan pauzeren.
Ook met OCW zijn de DUO-schulden in relatie tot het specifieke aanbod uitvoerig tegen
het licht gehouden. Er is een aantal redenen waarom het kabinet geen voorstander is
van het generiek kwijtschelden van DUO-schulden. Dat ziet op het niet-saneerbare karakter
van DUO-schulden, het bijzonder moeizaam kunnen aantonen van enig causaal verband
met de toeslagenproblematiek, de aantallen personen onder de kindregeling met een
DUO-schuld en daarvoor benodigde arbeidsintensieve beoordelingsproces, de enorme voorziene
budgettaire consequenties (honderden miljoenen) en de ongelijkheid van een dergelijke
maatregel ten opzichte van andere studenten met een DUO-schuld.
De motie wordt gezien het voorgaande ontraden. Zoals hierboven gesteld loopt het gesprek
over het karakter van de aflossingscapaciteit nog.
De Staatssecretaris van Financiën,
A. de Vries
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. de Vries, staatssecretaris van Financiën