Brief regering : Voortgang Meerjarenplan Zelfbeschikking
35 341 Initiatiefnota van het lid Becker «In Nederland beslis je over je eigen leven»
Nr. 19 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 september 2023
Iedereen in Nederland heeft het recht om – binnen de grenzen van de democratische
rechtstaat – zijn of haar eigen keuzes te maken. De vrijheid en ruimte om je leven
in te richten zoals je dat zelf wilt, is een essentieel recht. Of het nu gaat om de
keuze van een opleiding of een baan, de relaties die je aangaat of de keuze om te
geloven.
Die vrijheid is nog steeds niet voor alle Nederlanders even vanzelfsprekend. Vooral
personen uit zogenoemde «gesloten gemeenschappen» worden soms beperkt in hun zelfbeschikkingsrecht.
Dit kan tot uiting komen in schadelijke praktijken als huwelijksdwang, achterlating,
vrouwelijke genitale verminking of eergerelateerd geweld. Deze inbreuken op het individuele
zelfbeschikkingsrecht veroorzaken veel leed.
Dat dergelijke praktijken nog steeds in Nederland voorkomen, vind ik triest voor de
getroffen mensen zelf, hun eventuele kinderen en de samenleving als geheel. Het gaat
hier om ernstige en complexe problematiek die om een aanpak van lange adem vraagt.
Om dergelijke praktijken te voorkomen, zet ik mij met het Meerjarenplan Zelfbeschikking
2022–20251 in voor de versterking van het recht op zelfbeschikking voor mensen uit gesloten
gemeenschappen. Om zo te zorgen dat ook zij naar eigen keuze volwaardig mee kunnen
doen in de samenleving. In dit Meerjarenplan heb ik toegezegd u jaarlijks per brief
te informeren over de voortgang van de uitvoering van alle actielijnen in het Meerjarenplan.
Met deze brief geef ik, mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
(OCW), invulling aan die toezegging. Bij actielijn 1 en actielijn 3 ga ik ook specifiek
in op twee toezeggingen uit het Commissiedebat Inburgering en Integratie van 13 april
jl. (Kamerstuk 32 824, nr. 386) namelijk uw Kamer informeren over de criteria voor de verdeling van de middelen
van het Fonds op Naam en over de evaluatie van de module aandacht voor zelfbeschikking
in de opvoeding. Tot slot ga ik in deze brief eveneens in op twee toezeggingen die
ik heb gedaan in de beantwoording van de 69 schriftelijke vragen naar aanleiding van
het Meerjarenplan Zelfbeschikking (Kamerstukken 35 341 en 32 175, nr. 18).
Toelichting inzet Meerjarenplan Zelfbeschikking
De inzet van het Meerjarenplan Zelfbeschikking kan als één van de vervolgacties worden
gezien van de Actieagenda Schadelijke Praktijken die eind 2022 is voltooid. Mijn collega
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport informeert u dit najaar nader over de vervolginzet
van de Actieagenda Schadelijke Praktijken en over de inzet op gendergerelateerd geweld.
Met het Meerjarenplan Zelfbeschikking werk ik – in aansluiting op initiatieven in
het onderwijs-, zorg- en strafrechtdomein – aan het bevorderen van zelfbeschikking
binnen gesloten gemeenschappen. Via inzet op bewustwording, kennisoverdracht en het
in gang zetten van een mentaliteitsverandering in gesloten gemeenschappen draag ik
bij aan het in hun kracht zetten van individuen en groepen, die een beperkte zelfbeschikking
ervaren op grond van gehanteerde (restrictieve) normen binnen uiteenlopende etnische
en religieuze groepen. Werken aan de verandering van normen van binnenuit is volgens
Movisie een effectieve manier om te zorgen dat mensen hun gedrag daadwerkelijk veranderen.2
Naast inzet op mentaliteitsverandering, zet ik met het Meerjarenplan Zelfbeschikking
ook in op financiële onafhankelijkheid en duurzame participatie van vrouwen met een
migratieachtergrond in een afhankelijkheidssituatie. Mentaliteitsverandering en financiële
zelfredzaamheid zijn twee essentiële doelen, die een sleutelrol spelen bij de invulling
van het recht op zelfbeschikking. Aanvullend op deze twee doelen zet ik mij met het
Meerjarenplan in op de bevordering van het cultuur- en gendersensitief werken van
professionals en vrijwilligers betrokken bij preventie en aanpak van geldzorgen, armoede
en schulden. Tot slot ondersteun ik professionals en ouders bij opvoedingsvragen die
samenhangen met het thema Zelfbeschikking.
Het Meerjarenplan is uitgewerkt via vier actielijnen (en een evaluatie). Hieronder
licht ik de stand van zaken toe per actielijn:
Actielijn 1 Inzet op mentaliteitsverandering
• Ik ondersteun de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap met een bedrag van
€ 400.000 bij zijn strategisch partnerschap met de Alliantie Verandering van Binnenuit
2.0. Deze alliantie is een samenwerkingsverband tussen Movisie, het Consortium Zelfbeschikking3 en LCC+4. De alliantie werkt aan het realiseren van gendergelijkheid en lhbtiq+ gelijkheid
in de Nederlandse samenleving. De alliantie zet in op het bevorderen van een verandering
van «binnenuit» in gesloten gemeenschappen, met mensen die zelf onderdeel zijn van
zulke gemeenschappen. De alliantie beoogt dit te bereiken door interventies gericht
op actoren, omstanders, getroffenen, gemeenten en professionals die werkzaam zijn
binnen het sociaal domein. Zo zal de alliantie bijvoorbeeld advies geven aan gemeenten
over hoe zij verandering in de gemeenschappen binnen hun regio kunnen faciliteren.
En wordt middels leersessies voor (in)formele professionals inhoudelijke kennis en
inzichten gedeeld over schadelijke praktijken als eergerelateerd geweld, huwelijksdwang,
homodiscriminatie en hoe dit speelt binnen gesloten gemeenschappen.
• Om initiatieven te ondersteunen die gericht zijn op het stimuleren van zelfbeschikking
en het in hun kracht zetten van individuen en gemeenschappen waar normen gelden die
inbreuk maken op het zelfbeschikkingsrecht, werk ik samen met het Oranje Fonds. Het
Oranje Fonds heeft een nieuw programma Zelfbeschikking opgesteld: «Ruimte en vrijheid
om jezelf te zijn». Het Oranje Fonds hoopt in november van dit jaar de aanvragen toe
te kennen, voor initiatieven gericht op een preventieve aanpak die verandering van
binnenuit ondersteunen. De selectiecriteria die het Oranje Fonds hanteert, zijn gebaseerd
op de algemene beoordelingsgronden en werkwijze van Stichting Oranje Fonds, aangevuld
met de criteria die het Oranje Fonds samen met experts uit het veld speciaal voor
dit programma heeft opgesteld. Daarbij kijken zij naar de statuten van de indienende
organisatie, onder andere om te zien of de uitgangspunten en activiteiten in overeenstemming
zijn met ons rechtssysteem. Daarnaast kijkt het Oranje Fonds of de organisatie daadwerkelijk
een maatschappelijke bijdrage levert met de in de aanvraag opgenomen activiteiten.
Ten minste 50% van het beschikbare budget zal toegekend worden aan initiatieven van
migranten-zelforganisaties. Het Oranje Fonds heeft een pagina gemaakt voor aanvragers
met toegankelijke informatie hierover: https://www.oranjefonds.nl/zelfbeschikking. Medio 2024 verwacht ik de eerste tussenrapportage.
Actielijn 2 Bevorderen financiële zelfredzaamheid en duurzame participatie van vrouwen
met een migratieachtergrond in een afhankelijkheidssituatie
• Ik heb Diversion de opdracht gegeven om vrouwen te helpen financieel weerbaar te worden
door hun kennis over geldzaken te vergroten en hen handvatten te geven over hoe inkomen
kan worden verworven. De ingezette interventie «Kiezen voor werk?» bestaat uit trainingen
gericht op zowel kennisoverdracht (financieel inzicht) als het bieden van handelingsperspectieven.
Diversion werkt samen met grass roots vrouwenorganisaties. Het project loopt van mei 2023 tot mei 2025.
• Kennis over geldzaken is de eerste stap naar financiële weerbaarheid. Daarnaast start
ik – in samenwerking met OCW – in september een tweejarige pilot om de financiële
zelfstandigheid van vrouwen met een migratieachtergrond in een afhankelijkheidssituatie
in gesloten gemeenschappen te vergroten. Doel van de pilot is om in kaart te brengen
hoe vrouwen uit gesloten gemeenschappen duurzaam kunnen participeren op de arbeidsmarkt,
welke inperkingen van het zelfbeschikkingsrecht hen belemmeren en hoe deze belemmeringen
kunnen worden doorbroken. In deze pilot worden interventies voor toeleiding naar werk
of opleiding toegepast en getest om inzicht te krijgen in de omstandigheden waaronder
interventies werken voor deze specifieke doelgroep. Ook onderzoek ik welke ondersteuning
vanuit gemeentes het beste aansluit bij deze doelgroep. Er zal worden samengewerkt
met diverse organisaties die zich specifiek richten op kwetsbare vrouwen met een migratieachtergrond.
In de volgende voortgangsbrief zal hier nadere informatie over worden gegeven.
• Er is op mijn verzoek door het Platform Eer en Vrijheid op 25 mei 2023 een extra online
themabijeenkomst georganiseerd over hoe professionals basisvaardigheden van vrouwen
in afhankelijkheidssituaties kunnen vergroten om financieel zelfredzamer te worden.
• In november dit jaar is de jaarlijkse fysieke bijeenkomst van het Platform Eer en
Vrijheid, dat vanuit KIS (Kennisplatform Inclusief Samenleven) wordt georganiseerd.
De bijeenkomst richt zich dit jaar op de wereld van jongeren: In welke keuzes worden
jonge vrouwen of lhbtiq+ personen met een migratieachtergrond belemmerd, en wat moet
er volgens hen aan gebeuren? Door jongeren aan het woord te laten en hen zelf te laten
vertellen wat ze nodig hebben om hun zelfbeschikkingsrecht te versterken, kunnen formele
en informele professionals deze jongeren beter ondersteunen.
• In de uitvoeringsbrief inburgering van 13 juli jl.5 wordt beschreven welke acties ik heb uitgezet naar aanleiding van de motie van het
lid Aartsen over de inburgering van vrouwelijke inburgeraars. Deze acties liggen op
drie terreinen, te weten het stimuleren van pilots en projecten die specifiek aandacht
besteden aan vrouwelijke inburgeraars, deskundigheidsbevordering (het delen van informatie
over best practices en bewustwording onder gemeenten) en het wegnemen van belemmerende factoren.
• Binnen de subsidieronde Economische Zelfstandigheid van het programma Vakkundig aan
het Werk gefinancierd door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wordt
onder andere uitvoering gegeven aan het project Zelfie, een project in Den Bosch gericht
op de arbeidstoeleiding van vrouwelijke statushouders met weinig of geen opleiding.
De vrouwen volgen een empowermenttraject en werken aan kennis en vaardigheden om vervolgens met hulp van een jobcoach
op zoek te gaan naar een baan of vrijwilligerswerk. Het project loopt nog tot eind
2024.
Actielijn 3 Zelfbeschikking in de opvoeding
• Om ouders te ondersteunen bij opvoedingsvragen die samenhangen met het thema zelfbeschikking
heb ik subsidie gegeven aan Movisie om een module Zelfbeschikking te ontwikkelen.
De module biedt onder meer handvatten hoe ouders om kunnen gaan met cultureel-religieuze
dilemma’s die spelen bij de rolverdeling tussen jongens en meisjes in de opvoeding.
De module – die zal worden geïntegreerd in de bestaande methodiek Weerbaar Opvoeden –
sluit aan bij de opvoedingsvragen en behoeften van de ouders.
• Het traject loopt van januari 2023 tot mei 2024. Inmiddels heeft er deskresearch plaatsgevonden
en is er één bijeenkomst met experts en zijn er drie bijeenkomsten met ouders geweest.
Daarnaast heeft Movisie ook acht interviews met jongeren afgenomen over hoe zij aankijken
tegen opvoeding/familie/gemeenschap.
• Op basis van deze resultaten is de module Zelfbeschikking ontwikkeld. In deze module
zijn naast aandacht voor basis opvoedingsvaardigheden (zoals hoe voer je een gesprek
met je kind) ook thema’s opgenomen zoals op basis van welke waarden voed je op, hoe
ga je om met groepsdruk en gemeenschapsdruk. Ook zijn gevoelige thema’s opgenomen
zoals het praten over seksualiteit. Movisie zet hierbij in op rollenspellen en het
bespreken van casussen. Binnen het thema «eerlijkheid» wordt er onder meer besproken
hoe ouders om kunnen gaan met verliefdheid, homoseksuele gevoelens, het behalen van
slechte cijfers etc. Binnen het thema «gender» gaat het om bewustwording bij ouders
wat de gevolgen kunnen zijn van het onderscheid in opvoeding tussen jongens en meisjes.
Bij het thema omgaan met groepsdruk (straatcultuur) en gemeenschapsdruk wordt besproken
wat handelingsperspectieven kunnen zijn voor ouders.
• In oktober vindt er een train-de-trainer plaats en vanaf december 2023 tot mei 2024
is de overdracht aan professionals van het Centrum van Jeugd en Gezin beoogd.
• Per abuis is in het Commissiedebat Inburgering en Integratie van 13 april aangegeven
dat de module zelfbeschikking al online beschikbaar was. Dit is niet correct, de module
zelfbeschikking is voor de pools die getraind worden vanaf september 2023 online beschikbaar
via de Movisie Academy6. Daarnaast is toegezegd dat de evaluatie van de module aan het begin van het derde
kwartaal naar uw Kamer zou worden gestuurd. De evaluatie is pas na afronding van het
project beschikbaar. Het gaat hierbij om de evaluatie van het product door de ouders
zelf; evaluatie van de trainers en evaluatie van het Handboek voor de trainers.
Ook het funderend en middelbaar beroepsonderwijs hebben een rol in opvoeding over
zelfbeschikking. Scholen zorgen voor (of: stimuleren de ontwikkeling van) de basisvaardigheden
waarmee leerlingen en studenten zich kunnen redden in de samenleving. Dat gaat naast
lezen, schrijven en rekenen, ook over ontdekken wat je goed kunt, wat je leuk vindt
en wie je wilt zijn in de samenleving. Daarmee kunnen leerlingen en studenten hun
eigen toekomst bepalen en volwaardig functioneren in onze democratische rechtsstaat.
Omdat de samenleving voortdurend verandert, moeten scholen ook veranderen. Daarom
wordt er in het funderend onderwijs nu gewerkt aan een actualisatie van het curriculum.
Dit jaar en volgend jaar worden de concepten opgeleverd van het nieuwe curriculum.
Zo krijgen scholen spoedig meer duidelijkheid over welke verantwoordelijkheid zij
precies hierin hebben. In het middelbaar beroepsonderwijs is een wetsvoorstel aangekondigd
om de burgerschapsopdracht te verduidelijken en worden de kwalificatie-eisen voor
het onderdeel burgerschap herijkt. Met deze inzet worden heldere en werkbare kaders
gecreëerd om burgerschap in de mbo-opleidingen een volwaardige plek te geven, zodat
iedere mbo-student toegang krijgt tot kwalitatief goed en betekenisvol burgerschapsonderwijs.
Actielijn 4 Verhogen cultuur- en gendersensitiviteit professionals en vrijwilligers
betrokken bij aanpak geldzorgen, armoede en schulden
• Ik heb het ECBO opdracht gegeven om een verkennend onderzoek te doen naar het aanbod
op het gebied van cultuursensitief werken binnen de opleidingen Social Work (mbo en
hbo) en Sociaal Juridische Dienstverlening (hbo). Het doel was verkennen in welke
mate de professionals van de toekomst – die mogelijk betrokken zijn bij preventie
en aanpak van geldzorgen, armoede en schuldhulpverlening – worden toegerust om cultuursensitief
te kunnen werken. Ook is in kaart gebracht welke behoefte er is om het aanbod op het
gebied van cultuursensitief werken verder te ontwikkelen. De scan is uitgevoerd bij
14 onderwijsinstellingen en eind maart opgeleverd. Uit de scan bleek dat veel onderwijsinstellingen
al werken aan alle drie de onderdelen van de definitie van cultuursensitief werken,
namelijk kennis over de eigen cultuur en het bestaan van vooroordelen, kennis over
andere culturen en groepen mensen, en het omzetten van kennis in de manier van werken.
Er is echter geen specifieke aandacht voor de doelgroep «gesloten gemeenschappen».
Evenmin wordt cultuursensitief werken expliciet verbonden aan de onderwerpen geldzorgen,
armoede en schuldhulpverlening. De betrokken scholen hebben aangegeven behoefte te
hebben aan meer ervaringsleren op dit punt, maar nadrukkelijk niet aan een van bovenaf
opgelegde module. Eén van de aanbevelingen is het opzetten van een lerend netwerk
zodat onderwijsinstellingen kennis kunnen opdoen bij elkaar en knelpunten en best practices kunnen uitwisselen.7 Ik geef – in samenwerking met OCW – gevolg aan de aanbevelingen uit het ECBO onderzoek
(gebaseerd op de behoeften van de scholen), door een organisatie voor onderwijsontwikkeling
scholen te laten helpen met het opzetten van een lerend netwerk. Dit lerend netwerk
richt zich op ervaringsleren en verdere professionalisering van aankomende professionals
op het punt van cultuur- en gendersensitief werken.
• Cultuursensitief werken is natuurlijk niet alleen van belang voor de toekomstige professionals.
Ik verken op dit moment hoe de culturele en gendersensitiviteit onder de huidige professionals
en vrijwilligers op het terrein van financiële weerbaarheid vergroot kan worden. Ik
heb het Verwey-Jonker Instituut de opdracht gegeven een «Quickscan diversiteitssensitieve
begeleiding naar werk» te ontwikkelen, in het kader van het programma VIA («Voor een
Inclusieve Arbeidsmarkt»). Met deze scan kunnen gemeenten en uitvoeringsorganisaties
eenvoudig inzicht krijgen in de mate waarin op diversiteitssensitieve wijze begeleiding
naar werk wordt gegeven. De scan is voor eigen gebruik. Het doel is om diversiteitssensitief
werken te stimuleren, omdat uit onderzoek blijkt dat de begeleiding naar werk voor
cliënten met een migratieachtergrond daardoor succesvoller verloopt. Ik ben met Verwey-Jonker
in gesprek om ook gendersensitiviteit op te nemen in de QuickScan.
Actielijn 5 Evaluatie
Ik laat een onafhankelijke eindevaluatie uitvoeren om te bepalen in hoeverre de doelen
uit het Meerjarenplan Zelfbeschikking zijn bereikt en hoe de individuele projecten
hieraan hebben bijgedragen. Ik verwacht het evaluatierapport in het eerste kwartaal
van 2026 aan uw Kamer te kunnen aanbieden.
Toezeggingen in de beantwoording van de schriftelijke vragen
In mijn antwoorden op de schriftelijke vragen gesteld door de vaste commissie van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid8 heb ik de volgende twee zaken toegezegd:
• Als antwoord op de vraag of er recenter onderzoek bekend is naar aard en omvang van
schadelijke praktijken dan het onderzoek uit 2014 van het Verweij Jonker Instituut,
heb ik toegezegd dat ik een haalbaarheidsstudie laat uitvoeren. Ik wil weten of en
zo ja hoe we een onderzoek naar aard en omvang van huwelijksdwang, achterlating en
huwelijkse gevangenschap kunnen uitvoeren, waarbij beperkingen – zoals discrepantie
tussen het aantal slachtoffers dat in beeld is en de schattingen van werkelijke aantallen –
in belangrijke mate kunnen worden ondervangen. Mijn collega van VWS is voornemens
om Pharos – mede naar aanleiding van mijn toezegging – een subsidie te verstrekken
om de omvang en risico’s van huwelijksdwang, huwelijkse gevangenschap, achterlating,
eergerelateerd geweld en vrouwelijke genitale verminking in Nederland in kaart te
brengen. Ook zal Pharos de sociale normen die aan deze praktijken ten grondslag liggen
in kaart brengen. De resultaten van het kwantitatieve deel van het onderzoek worden
in het najaar van 2024 verwacht; de resultaten van het kwalitatieve deel eind 2025.
• In antwoord op de vraag of ik in beeld heb welke maatregelen andere EU-lidstaten nemen
om mentaliteitsverandering en onafhankelijkheid in deze gemeenschappen te bevorderen,
heb ik toegezegd een uitvraag te doen bij een aantal lidstaten. Via de ambassades
wordt op dit moment uitgevraagd wat het beleid is op dit onderwerp. Ik richt mij op
een aantal landen waar vergelijkbare onderzoeks- en registratiemethoden worden gehanteerd
én waar we naar verwachting van kunnen leren door uitwisseling van best practices. Het gaat om Denemarken, Noorwegen, Duitsland en het VK (die laatste is natuurlijk
geen EU-lidstaat maar inhoudelijk wel relevant). Ik verwacht nog later dit jaar een
inhoudelijke reactie van de genoemde lidstaten.
Tot slot
Bewustwording en mentaliteitsverandering vragen doorzettingsvermogen en geduld. De
inzet en de betrokkenheid die ik zie bij de mensen en organisaties die helpen om dit
Meerjarenplan uit te voeren, sterkt mij in het vertrouwen dat we samen op de goede
weg zijn.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid