Brief regering : Geannoteerde Agenda Informele Raad Cultuur in Cáceres, Spanje, 26 september 2023
21 501-34 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport
Nr. 403
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 september 2023
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de Informele Cultuurraad. Deze zal
op dinsdag 26 september plaatsvinden in Cáceres (Spanje) onder het Spaanse voorzitterschap
van de Raad van de Europese Unie.
Op de agenda staan twee beleidsdebatten. Tijdens het eerste debat zal gesproken worden
over de visie op cultuur als essentieel publiek goed en als mondiaal publiek goed
in relatie tot duurzame ontwikkeling. Tijdens het tweede debat zal gesproken worden
over de bijdrage die cultureel erfgoed kan leveren aan duurzame ontwikkeling en het
duurzaam beheer van cultureel erfgoed. In de bijlage worden deze onderwerpen en de
inzet van Nederland tijdens de debatten nader toegelicht.
De Directeur-Generaal Cultuur en Media zal Nederland vertegenwoordigen tijdens de
Informele Raad.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
G. Uslu
GEANNOTEERDE AGENDA Cultuurraad – dinsdag 26 september
Beleidsdebat: Cultuur als essentieel publiek goed, mondiaal publiek goed.
Achtergrond
Het eerste beleidsdebat is een opvolging van de Mondiacult-conferentie van 2022 die
werd georganiseerd door UNESCO. Tijdens deze conferentie ondertekenden de leden van
UNESCO een verklaring waarin zij aangaven cultuur als essentieel publiek goed en als
mondiaal publiek goed te zien. Concreet betekent dit dat de lidstaten van mening zijn
dat cultuur in het post-2030-raamwerk van de Verenigde Naties erkend zou moeten worden
als aparte Sustainable Development Goal (SDG).
De onderhandelingen over het post-2030-raamwerk zullen van start gaan tijdens de Algemene
Vergadering van de Verenigde Naties die in september 2023 zal plaatsvinden. Het Spaanse
voorzitterschap wil met het oog op de start van de onderhandelingen een eensgezinde
boodschap vanuit de Europese lidstaten formuleren en daarmee een gezamenlijke richting
deze onderhandelingen uitdragen.
Het beleidsdebat zal daarom uitmonden in de Cáceres-verklaring. De verklaring betreft
een ministeriële verklaring en geen verklaring van de Raad. Daarnaast laat de verklaring
de Europese lidstaten vrij om zelf ook inzet te plegen richting de Verenigde Naties.
Op het moment van schrijven van deze geannoteerde agenda heeft het Spaanse voorzitterschap
de Cáceres-verklaring nog niet gedeeld. U zult via het verslag van de Informele Raad
geïnformeerd worden over de inhoud ervan.
Nederland steunt het idee van cultuur als essentieel publiek goed en als mondiaal
publiek goed, en steunt ook de inzet om cultuur als aparte Sustainable Development
Goal op te nemen in het post-2030-raamwerk. Nederland heeft de Mondiacult-verklaring
ondertekend.
Nederlandse inzet
Tijdens het beleidsdebat zal Nederland de drie vragen van het Spaanse voorzitterschap
beantwoorden. Nederland zal ingaan op de vraag 1) op welke manier Nederland de rol
van cultuur als aanjager van duurzame ontwikkeling versterkt, 2) wat op Europees niveau
gedaan kan worden om de rol van cultuur in duurzame ontwikkeling en als mondiaal publiek
goed te versterken en 3) of Nederland voorstander is van het ontwikkelen van een concrete
routekaart 2023–2030.
Als antwoord op de eerste vraag zal Nederland aangeven dat Nederland de rol van cultuur
als aanjager van duurzame ontwikkeling versterkt door zich te richten op alle dimensies
van duurzame ontwikkeling, te weten ecologisch, economisch en sociaal. Het programma
«Pont, de Publieke Ontwerppraktijk» wordt als goed voorbeeld in het kader van ecologische
duurzaamheid genoemd aangezien de energietransitie via innovatief ontwerp beter ingepast
kan worden in de leefomgeving. In het kader van sociale duurzaamheid wordt erfgoedparticipatie
als goed voorbeeld genoemd aangezien deze vorm van participatie bijdraagt aan de versterking
van gemeenschappen en de veerkracht van onze samenleving, een belangrijke voorwaarde
voor duurzame ontwikkeling, vergroot.
In het kader van de tweede vraag, over de Europese dimensie, zal Nederland aangeven
dat de verdere «vergroening» van het Creative Europe-programma van belang is en dat
de culturele dimensie van duurzame ontwikkeling sterker verankerd moet worden in zowel
de Europese Green Deal (of een opvolger ervan) als alle andere beleidsterreinen van
de Europese Commissie.
Tenslotte zal Nederland met het oog op de derde vraag aangeven dat het voorstander
is van een roadmap en dat het daarbij van belang is om synergie te vinden met andere
domeinen die inzet plegen richting het post-2030-raamwerk.
Beleidsdebat: Duurzaam beheer van cultureel erfgoed: universele toegankelijkheid en
functie als ruggengraat van de leefomgeving
Achtergrond
Anders dan de titel doet vermoeden ziet het grootste deel van de vragen voor dit beleidsdebat
op de manier waarop cultureel erfgoed, waaronder cultuurhistorische landschappen,
duurzame ontwikkeling kan bevorderen. Het beheer van cultureel erfgoed wordt geadresseerd
in de laatste vraag voor het beleidsdebat.
De Europese Unie heeft eerder inzet gepleegd op de relatie tussen cultureel erfgoed
en duurzame ontwikkeling via de «Open Method of Coordination»-groep over het versterken
van de veerkracht van cultureel erfgoed in relatie tot klimaatverandering waarvan
het rapport in september 2022 is gepubliceerd1. Daarnaast heeft de Europese Commissie in december 2022 een rapport gepubliceerd
over de culturele dimensie van duurzame ontwikkeling in EU-acties2 en biedt het Green Paper voor het duurzaam beheer van cultureel erfgoed van ICOMOS
en Europa Nostra uit maart 20213 handvatten voor beleid.
De inhoud van het tweede beleidsdebat zal ook onderdeel zijn van de Cáceres-verklaring.
De Cáceres-verklaring zal naar verwachting zien op de volle breedte van cultuur, waaronder
erfgoed, en zich richten op alle dimensies van duurzame ontwikkeling, waaronder de
ecologische, economische en sociale.
Nederlandse inzet
Tijdens het beleidsdebat zal Nederland de drie vragen van het Spaanse voorzitterschap
beantwoorden. Nederland zal ingaan op de vraag 1) op welke manier cultureel erfgoed
de effecten van klimaatverandering kan mitigeren en de afhankelijkheid van fossiele
energie kan doen verminderen, 2) op welke manier cultuurhistorische landschappen en
het beleid hieromtrent kunnen bijdragen aan duurzame ontwikkeling en economische en
sociale inclusie en 3) op welke manier het maatschappelijk middenveld en maatschappelijke
organisaties het duurzame beheer van cultureel erfgoed zouden kunnen bevorderen.
Nederland erkent het belang van het versterken van de relatie tussen cultureel erfgoed
en duurzame ontwikkeling. Daarbij is zowel het duurzaam beheer van cultureel erfgoed
als de bijdrage die cultureel erfgoed kan leveren aan duurzame ontwikkeling van belang.
Als voorbeelden van de manier waarop cultureel erfgoed de effecten van klimaatverandering
kan mitigeren en de afhankelijkheid van fossiele energie kan doen verminderen zal
Nederland de Baakse Beek aandragen, waar historische waterstructuren opnieuw met elkaar
zijn verbonden om een robuust watersysteem te creëren. Daarnaast zal Nederland het
project «Proeftuin Opgewekt», dat duurzame energie bij cultureel erfgoed stimuleert,
benoemen.
Deze voorbeelden laten al zien dat historische landschappen kunnen bijdragen aan ecologische
duurzaamheid. Nederland zal daarnaast in het kader van de tweede vraag aangeven dat
erfgoedparticipatie rondom historische landschappen de sociale en economische inclusie
kan vergroten.
Tenslotte zal Nederland met het oog op de derde vraag het belang van de doorontwikkeling
van het New European Bauhaus, dat maatschappelijke partners ondersteunt bij het verder
brengen van de duurzaamheidsdimensie van cultureel erfgoed, benadrukken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G. Uslu, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.