Brief regering : Beleid uitbetaling kindregeling in geval van gezagsbeëindiging
36 352 Wijziging van de Wet hersteloperatie toeslagen houdende aanvullende maatregelen voor kinderen, ex-partners van gedupeerde aanvragers kinderopvangtoeslag, nabestaanden van overleden gedupeerde aanvragers kinderopvangtoeslag en overleden kinderen (Wet aanvullende regelingen hersteloperatie toeslagen)
Nr. 27 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 augustus 2023
Met deze brief wordt uw Kamer geïnformeerd over de situatie waarbij een kind dat recht
heeft op de kindregeling te maken heeft gehad met een gezagsbeëindiging, onder gezag
staat van een voogd en de tegemoetkoming ontvangt. Dit heb ik het lid Omtzigt toegezegd
op 12 juni jl. tijdens het wetgevingsoverleg over de Wet aanvullende regelingen hersteloperatie
toeslagen.1Het lid Omtzigt was, naast de algemene gang van zaken, in het bijzonder geïnteresseerd
in de informatievoorziening richting het kind, de voogd en de ouder.
Het kabinet realiseert zich dat deze groep kinderen een kwetsbare groep vormt die
bijzondere aandacht verdient. Het ontvangen van een beschikking en informatiebrief
kan voor hen nare herinneringen of associaties oproepen. Voor deze groep kinderen
zoekt de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) persoonlijk contact waar dat
mogelijk is, zodat een aankondiging dan wel beschikking niet voor verrassingen zorgt.
Proces van aanschrijving kindregeling
Voor de kindregeling is in de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht) bepaald dat een
minderjarig kind samen met diens wettelijk vertegenwoordiger wordt aangeschreven voor
de beschikking, zodat deze vertegenwoordiger een rekeningnummer kan doorgeven op naam
van het kind en een uitbetaling kan plaatsvinden. De wettelijk vertegenwoordiger is
meestal de ouder, maar kan in geval van gezagsbeëindiging een voogd zijn. Afhankelijk
van de leeftijd van het kind ontvangt deze ook zelf een brief. Bij kinderen van 0
tot 12 jaar wordt alleen de ouder of voogd aangeschreven, vanaf 12 tot en met 14 jaar
ouder of voogd en kind en vanaf 14 jaar alleen het kind, omdat diens DigiD dan strikt
persoonlijk is. De wettelijk vertegenwoordiger van een minderjarig kind ontvangt altijd
een kopie van de beschikking.
Samenhang gezagsbeëindiging, voogdij en uithuisplaatsing
De uitzondering op dit proces is wanneer sprake is van voogdij. Uithuisplaatsing en
gezagsbeëindiging zijn kinderbeschermingsmaatregelen die door de rechter opgelegd
kunnen worden. In sommige gevallen worden beide maatregelen opgelegd, maar een uithuisplaatsing
kan ook voorkomen zonder gezagsbeëindiging. Dan behoudt de ouder het ouderlijk gezag.
Als er sprake is van een gezagsbeëindigende maatregel, dan is de voogd de wettelijk
vertegenwoordiger van het kind in plaats van de ouder. Dit kan een gecertificeerde
instelling of een pleegouder zijn.
Proces vaststellen gezag
Wanneer het minderjarige kind op hetzelfde adres staat ingeschreven als het adres
van één of beide ouders, dan gaat UHT ervan uit dat het gezag ligt bij ten minste
een van deze ouders. Als het adres van het kind onbekend is of als het adres van het
kind afwijkt van het adres van één of beide ouders heeft UHT het nemen van een beslissing
over toekenning gepauzeerd. Dan wordt eerst onderzoek verricht om te achterhalen of
er sprake kan zijn van een afwijkende gezagssituatie
Het afleiden wie wettelijk vertegenwoordiger is, is niet altijd eenvoudig of mogelijk.
Gegevens over het gezag zijn verspreid over meerdere systemen, zoals de Basisregistratie
Personen (BRP) en het Gezagsregister bij de arrondissementen. Daarnaast zijn deze
gegevens soms moeilijk te interpreteren, omdat ofwel onbekend is wie wél de wettelijk
vertegenwoordiger is, ofwel omdat het gezag afgeleid moet worden op grond van de beschikbare
gegevens en het personen- en familierecht.
UHT heeft de afgelopen tijd gekeken naar mogelijkheden om het gezag te kunnen bepalen.
Zo is er bijvoorbeeld gewerkt aan de uitbreiding van het autorisatiebesluit op de
BRP, waardoor nu ook de daarin opgeslagen informatie over gezag ingezien kan worden.
Daarnaast sluit UHT ook aan op de pilot van de gezagsmodule om de gegevens uit de
BRP te interpreteren. Als deze module aangeeft dat van voogdij sprake is, onderzoekt
UHT wie de voogd is en neemt met hem of haar contact op.
Naast het opvragen en interpreteren van deze informatie, onderneemt UHT op dit moment
een aantal concrete acties. Zo wordt contact gelegd met Gecertificeerde Instellingen
indien op grond van adresgegevens van het kind blijkt dat hij of zij daar woont. UHT
is op dit moment al in contact met één instelling. Daarnaast neemt UHT contact op
met de gedupeerde ouder indien geen uitsluitsel kan worden verkregen op grond van
eigen onderzoek, in het bijzonder wanneer het kind woonachtig is bij een familielid.
Voor ouders die zelf contact opnemen met UHT en inzicht kunnen geven in de gezagssituatie,
bestaat nu de mogelijkheid digitaal stukken aan te leveren die een indicatie geven
van het gezag. Op de website van UHT wordt dit nader toegelicht.
Informatievoorziening aan betrokkenen in geval van voogdij
Is vast komen te staan dat sprake is van voogdij, dan wordt de voogd in plaats van
de ouder benaderd. Er wordt zo veel mogelijk aangesloten bij het reguliere proces
van toekenning van de kindregeling. De gedupeerde ouder krijgt in dit geval geen bericht,
omdat deze niet bevoegd is te beschikken over het vermogen van het kind. De voogd
kan indien dit mogelijk is wel de gedupeerde ouder op de hoogte stellen van de toekenning
van de kindregeling. Het kind krijgt ook een informatiebrief waarin wordt uitgelegd
waarvoor het de tegemoetkoming krijgt.
Bij het ontwikkelen van de kindregeling hebben kinderen aangegeven graag eigen regie
te willen hebben over het bedrag dat ze ontvangen via de kindregeling. Dat wil het
kabinet dan ook realiseren, ook voor de kinderen die te maken hebben (gehad) met gezagsbeëindiging.
De ouder of voogd die zeggenschap heeft, kan bepalen of het kind zelf beschikking
over het geld krijgt. Van ouders wordt verwacht hierbij in het belang van het minderjarige
kind te handelen en voor een voogd is dit een wettelijke opdracht.
De Staatssecretaris van Financiën, A. de Vries
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. de Vries, staatssecretaris van Financiën