Brief regering : Evaluatie ministeriële regeling en beleidsregel CBS
36 200 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2023
Nr. 131
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 juli 2023
Het onderzoeks- en adviesbureau KWINK groep heeft in opdracht van het Ministerie van
Economische Zaken en Klimaat (EZK) de «Regeling werkzaamheden derden CBS» (hierna:
ministeriële regeling) en de «Beleidsregel taakuitoefening CBS» (hierna: beleidsregel)
geëvalueerd. Deze evaluatie volgt vanuit de toezegging1 deze regelingen te evalueren, twee jaar nadat ze in werking zijn getreden. In deze
brief geef ik u mijn reactie op de uitkomsten van de evaluatie. Het rapport van KWINK
groep vindt u in de bijlage. Daarnaast treft u in de bijlage de bestuurlijke reactie
van het Centraal Bureau voor de Statistiek (hierna: CBS) op dit rapport aan.
Aanleiding voor regelingen
Bij de vraag of het CBS de aangewezen partij is om een statistisch onderzoek te verrichten
spelen twee publieke belangen een rol. Het is een publiek belang dat praktijk, beleid
en wetenschap toegang hebben tot hoogwaardige statistische informatie, zoals ook genoemd
in artikel 3 van de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek (hierna: Wet op
het CBS). Tegelijk is het van belang dat er voldoende ruimte is voor private statistische
dienstverleners (hierna: marktpartijen) om statistisch onderzoek te verrichten.
Omdat een aantal jaar geleden onduidelijkheid ontstond of in bepaalde gevallen het
CBS, naast marktpartijen, statistische diensten zou mogen leveren zijn op 1 juli 2020
de ministeriële regeling en de beleidsregel in werking getreden. Deze regelingen beogen
meer duidelijkheid te scheppen over de rolverdeling tussen marktpartijen en het CBS.
Daarnaast beogen de regelingen een relatieverbetering tussen het CBS en een aantal
marktpartijen en brancheverenigingen te faciliteren, zodat meer kansen voor productieve
samenwerking benut worden. In deze evaluatie is onderzocht in hoeverre de regelingen
hebben bijgedragen aan deze doelen.
De evaluatie geeft een goed beeld van de beleving van een zeer brede groep partijen
over de regelingen. Het onderzoeksbureau KWINK Groep heeft hiertoe een zo breed mogelijke
groep marktpartijen, overheidspartijen en derden aangeschreven en gesproken.
Bevindingen: duidelijkheid scheppen over rolverdeling
De regelingen beogen allereerst meer duidelijkheid te scheppen over de rolverdeling
tussen marktpartijen en het CBS. Ik ben blij dat de evaluatie laat zien dat de regelingen
hieraan hebben bijgedragen. Onderzoeksbureau KWINK Groep stelt vast dat in de ministeriële
regeling verduidelijkt is wat «derden» zijn. Hiermee is ook verduidelijkt wat de rol
van het CBS is waar het gaat om dienstverlening aan niet-overheidspartijen. Daarnaast
heeft de beleidsregel op punten duidelijk gemaakt wat het CBS wel en niet mag. Onderzoeksbureau
KWINK Groep merkt hierbij wel op dat de beleidsregel de bestaande onduidelijkheid
over de rolverdeling tussen het CBS en marktpartijen niet volledig heeft weggenomen.
In een aantal gevallen is de demarcatie tussen overheids- en niet-overheidspartij
niet eenduidig, bijvoorbeeld in het geval van zelfstandig bestuursorganen die zowel
wettelijke taken als niet-wettelijke taken uitvoeren. Dit blijft volgens het kabinet
echter beperkt tot bepaalde randgevallen die niet te voorkomen zijn. Daarnaast constateert
onderzoeksbureau KWINK Groep dat sommige marktpartijen meer transparantie verwacht
hadden over hoe de interne processen bij het CBS bij het toe- en afwijzen van verzoeken
verloopt. In reactie, verwijs ik hen graag op de jaarlijkse rapportage van de Competitive
Neutrality Officer (CNO) van het CBS2 waarin het CBS zijn overwegingen beschrijft.
De ministeriële regeling beoogt verder de werkzaamheden voor derden door het CBS in
te perken. Onderzoeksbureau KWINK Groep schrijft dat er indicaties zijn dat dit doel
bereikt is. Dit blijkt uit gesprekken met derden, maar ook met verschillende marktpartijen
en publieke partijen die aangeven dat het CBS strikter is geworden in het toekennen
van verzoeken. Ook het CBS zelf geeft aan meer verzoeken af te wijzen dan voor de
inwerkingtreding van de regelingen. Afgewezen derden geven aan dat ze statistieken
die ze voorheen afnamen bij het CBS nu niet meer mogen afnemen. Deze partijen zelf
zijn hier overigens kritisch over, omdat het in een aantal gevallen gaat om kleine
verzoeken, waarvoor ze graag terecht zouden willen kunnen bij het CBS. Deze verzoeken
bij een marktpartij uitzetten vergt volgens deze gesprekspartners te veel inspanningen
of kent voor hen hoge kosten.
De beleidsregel heeft als doel opdrachtgevers van overheidspartijen bewust de afweging
te laten maken of zij het CBS of een marktpartij willen inschakelen voor dienstverlening.
Geconstateerd wordt dat overheidspartijen een bewuste afweging maken bij hun keuze
voor het CBS of een marktpartij. Onderzoeksbureau KWINK Groep merkt hierbij echter
op dat deze partijen ook voor de inwerkingtreding al een bewuste afweging maakten
om het CBS in te schakelen voor dienstverlening. Met de beleidsregel wordt deze afweging
ook naar de toekomst toe geborgd.
Voor de implementatie van de regelingen heeft het CBS diverse inspanningen moeten
verrichten. De evaluatie is positief over de door het CBS bereikte werkwijze. Zo stelt
het vast dat het CBS een zorgvuldig proces heeft ingericht om verzoeken van derden
af te wegen. Het CBS heeft conform de beleidsregel een onafhankelijke klachtencommissie
ingesteld waar partijen terecht kunnen indien zijn menen dat het CBS zich niet houdt
aan de regels. Er is in de onderzoeksperiode 1 juli 2020 tot en met 1 juli 2022 één
klacht ingediend bij deze klachtencommissie met betrekking tot de toepassing van de
ministeriële regeling.3 Jaarlijks stelt de CNO van het CBS een openbaar toegankelijke rapportage op met een
overzicht van de implementatie en de naleving van de regelingen. Deze rapportages
deel ik ook met uw Kamer.4
Bevindingen: relatieverbetering
Onderzoeksbureau KWINK Groep stelt dat de meeste marktpartijen en derden geen (kritische)
mening over de (effecten van) de regelingen hebben. Dit blijkt onder meer uit de beperkte
respons en reacties van partijen op de uitvraag in deze evaluatie. Echter, constateert
onderzoeksbureau KWINK Groep ook dat de regelingen niet hebben geleid tot een relatieverbetering
tussen het CBS en een aantal marktpartijen en een branchevereniging.
In de gesprekken die het onderzoeksbureau KWINK Groep voor deze evaluatie heeft gevoerd,
heeft een aantal marktpartijen zich kritisch uitgelaten, in de eerste plaats over
de inhoud van de regelingen. Deze marktpartijen zouden graag de werkzaamheden van
het CBS voor overheidspartijen ingeperkt zien. De ministeriële regeling heeft echter
expliciet geen betrekking op overheidspartijen en perkt de werkzaamheden van het CBS
voor overheidspartijen dus ook niet in. Het van overheidswege verrichten van statistisch
onderzoek ten behoeve van praktijk, beleid en wetenschap is immers de wettelijke taak
van het CBS. Dit is ook onderwerp van een rechtszaak tussen Data & Insights Network
(voorheen de MOA) en Staat der Nederlanden en het CBS. De Rechtbank Den Haag heeft
op 31 augustus 2022 uitspraak gedaan en oordeelt dat de regelingen niet in strijd
zijn met de Wet op het CBS. In eerste aanleg zijn de Staat en het CBS hiermee in het
gelijk gesteld en de vorderingen van Data & Insights Network zijn afgewezen. Data
& Insights Network heeft echter besloten om in hoger beroep te gaan. Momenteel loopt
het hoger beroep in deze zaak nog.
Aanbevelingen
Hoewel ik zie dat het CBS met veel partijen naar tevredenheid samenwerkt, ook met
marktpartijen, en dat het CBS veel marktpartijen voorziet in statistieken van het
CBS, moet ik op basis van deze evaluatie constateren dat de regelingen er onvoldoende
in zijn geslaagd om relatieverbetering tot stand te brengen met een aantal marktpartijen.
Het doel van relatieverbetering met ook deze marktpartijen onderschrijf ik nog steeds,
al kan ik mij vinden in de conclusie van het onderzoeksbureau KWINK Groep dat meer
of strengere regelgeving niet de oplossing zal zijn, en niet afdoende zijn om tot
relatieverbetering te komen.
Ik wil dan ook andere manieren verkennen om tot relatieverbetering te komen. Daarbij
geeft KWINK Groep terecht aan dat het nuttig is te leren van andere vergelijkbare
gevallen. Ik wil dan ook, zoals onderzoeksbureau KWINK Groep aanbeveelt, inspiratie
opdoen over ervaringen in andere situaties waarbij de overheid activiteiten uitvoert
die marktpartijen ook (zouden kunnen) uitvoeren. Verder neem ik het advies van onderzoeksbureau
KWINK Groep ter harte om, gezamenlijk met het CBS, te spreken met betrokken marktpartijen.
Ik volg daarbij de aanbeveling van onderzoeksbureau KWINK Groep op om de uitspraak
in het hoger beroep in de zaak van Data & Insights Network tegen de Staat der Nederlanden
en het CBS af te wachten.
Onderzoeksbureau KWINK Groep constateert verder dat er bij partijen beelden leven
over de regelingen die feitelijk onjuist zijn. Sommige van deze partijen hebben het
beeld dat alle aanvullende statische diensten (ASD) die het CBS verricht evenzo goed
door een marktpartij uitgevoerd zouden kunnen worden. Ik ga graag met het CBS in gesprek
hoe het CBS meer duidelijkheid kan scheppen en uitleg kan geven over de gebruikte
terminologie, zoals ASD.
Conclusie
Ik ben blij dat de meeste doelen van de regelingen zijn behaald. Ik neem de aanbevelingen
van onderzoeksbureau KWINK Groep over, om zo ook het doel van relatieverbetering dichterbij
te brengen. Daarbij teken ik aan dat het CBS reeds met veel marktpartijen een goede
samenwerking heeft.
Deze evaluatie komt twee jaar na de inwerkingtreding van de regelingen. Er is, mede
door inspanningen van het CBS, reeds veel vooruitgang geboekt, zo laat deze evaluatie
zien. De wijze waarop de beide regelingen in de beschreven doelen bereiken zal vanaf
nu onderdeel zijn van de reguliere evaluaties van de Wet op het CBS en de onderliggende
regelgeving. De volgende evaluatie gaat over de periode 2021–2025.
Ik wil het onderzoeksbureau KWINK Groep graag bedanken voor deze gedegen evaluatie.
Zij hebben veel partijen aangeschreven, bereikt en gesproken om een goed beeld te
krijgen van de ervaringen met de regelingen. Ik ben hen hiervoor dan ook erkentelijk.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat