Brief regering : Ctgb-appreciatie op nieuwe versie van het bijenrichtsnoer
27 858 Gewasbeschermingsbeleid
Nr. 618 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juli 2023
Hierbij informeer ik uw Kamer zoals toegezegd (Kamerstuk 27 858, nr. 615) over de nieuwe versie van het bijenrichtsnoer dat de European Food and Safety Agency
(EFSA) op 11 mei heeft gepubliceerd1 en over de appreciatie die het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen
en biociden (Ctgb) hierop heeft gegeven.
Bijenrichtsnoer
Binnen de EU wordt al jaren gesproken over een nieuwe geharmoniseerde wijze waarop
gewasbeschermingsmiddelen worden beoordeeld op de risico’s voor bijen door middel
van het bijenrichtsnoer. De eerste versie van het bijenrichtsnoer is in 2013 door
EFSA gepubliceerd. Omdat sindsdien veel wetenschappelijk werk is uitgevoerd en gepubliceerd,
heeft EFSA in maart 2019 het mandaat van de EC gekregen om het bijenrichtsnoer verder
uit te werken en aan te passen aan de huidige stand van de wetenschap.
In juni 2021 is een meerderheid van lidstaten akkoord gegaan met het compromisvoorstel
om voor honingbijen een beschermdoel van een maximale afname van de omvang van honingbijenkolonies
van 10% te hanteren (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1337). Een dergelijke afname ligt binnen de natuurlijke variatie van de omvang van een
honingbijenkolonie en heeft daarmee geen negatieve effecten op de populatie als geheel.
Voor hommels en solitaire bijen is in mei 2022 een meerderheid van lidstaten akkoord
gegaan met het voorstel van de EC om voor deze soorten geen vooraf vastgestelde drempelwaarde
aan te houden totdat meer data beschikbaar komt. Hierbij zullen wel, indien relevant,
aanvullende veldstudies worden vereist om te kunnen beoordelen of een gewasbeschermingsmiddel
veilig is voor hommels en solitaire bijen (Kamerstuk 27 858, nr. 577). EFSA heeft het bijenrichtsnoer vervolgens verder uitgewerkt op basis van de overeengekomen
beschermdoelen en deze ter publieke consultatie voorgelegd. De uitkomsten hiervan
zijn in het voorliggende document verwerkt.
Ctgb-appreciatie
Het Ctgb heeft op mijn verzoek een appreciatie van de nieuwe versie van het bijenrichtsnoer
opgesteld die als bijlage is toegevoegd. Hierbij is tevens een vergelijking opgenomen
tussen het huidige richtsnoer waarop de risico’s voor bijen worden beoordeeld (SANCO,
2002), de versie van het bijenrichtsnoer uit 2013 en de voorliggende versie.
Het Ctgb oordeelt positief over het nieuwe bijenrichtsnoer en ziet deze als een sterke
leidraad om bijen goed te beschermen tegen de risico’s van gewasbeschermingsmiddelen.
Het richtsnoer is wetenschappelijk goed onderbouwd en is een verbetering ten opzichte
van het huidige richtsnoer en het EFSA bijenrichtsnoer uit 2013. Daarnaast verwacht
het Ctgb dat het bijenrichtsnoer goed kan worden uitgevoerd door de beoordelende instanties.
Het Ctgb geeft in de appreciatie ook enkele adviezen waar het gaat om de impact van
het bijenrichtsnoer en adviseert om bij de EC te pleiten voor:
• Aandacht voor de mogelijke impact van het bijenrichtsnoer op niet-toxische en «groene»
middelen (bijvoorbeeld bepaalde plantenextracten). Hiervoor bestaat het risico dat
er onnodig veldstudies voor solitaire bijen moeten worden aangeleverd waardoor het
bijenrichtsnoer onnodig drempelverhogend kan werken voor deze stoffen en middelen
waarvan we de beschikbaar juist willen verhogen.
• Aandacht voor de mogelijke toename in werk voor beoordelende instanties waardoor doorlooptijden
langer worden, met specifieke aandacht voor:
o Afstemming tussen EFSA, EC en lidstaten over omgang met besluitvorming over risico’s
voor hommels en solitaire bijen omdat hier geen vaststaand beschermdoel over is afgesproken.
o De mogelijkheden om de impact op de middeltoelatingsprocedure te beperken door bijvoorbeeld
onderdelen van de werkzame stof eerst Europees te (her)beoordelen aan de hand van
het herziene richtsnoer.
• Een snelle inwerkingtreding van het bijenrichtsnoer zodat bijen sneller beter worden
beschermd. Vanwege de lange ontwikkelingstijd hebben aanvragers de mogelijkheid om
te anticiperen op de dossiereisen die voortkomen uit dit bijenrichtsnoer. Hierbij
acht het Ctgb een overgangstermijn van een jaar redelijk. Aanvragers hebben dan praktisch
gezien twee jaar de tijd om de benodigde studies uit te voeren.
Standpunt
Om alle soorten bijen zo goed mogelijk te beschermen ben ik voorstander van een bijenrichtsnoer
dat de risico’s voor bijen beoordeelt aan de hand van de laatste stand van de wetenschap.
Ik heb daarom een positieve grondhouding ten opzichte van dit nieuwe bijenrichtsnoer.
Ik zal daarnaast, in lijn met het advies van het Ctgb, bij de EC pleiten voor aandacht
voor de genoemde punten ten aanzien van de impact van het bijenrichtsnoer en ten aanzien
van de inwerkingtreding.
Een definitief standpunt zal ik innemen wanneer de EC het nieuwe bijenrichtsnoer ter
besluitvorming aan de lidstaten voorlegt. De EC heeft aangekondigd dat het nu eerst
een voorstel zal doen voor de opname van de overeengekomen beschermdoelen in de uniforme
beginselen van Gewasbeschermingsverordening (EC) 1107/2009. Hierna zal de EC een voorstel
voor implementatie van het bijenrichtsnoer aan de lidstaten voorleggen. Omdat beide
voorstellen nog via een regelgevingsprocedure met toetsing (PRAC) worden voorgelegd
aan het Europese Parlement en de Raad van de EU, zal besluitvorming op het bijenrichtsnoer
naar verwachting in de eerste helft van 2024 plaatsvinden. Ik zal uw Kamer, zoals
gebruikelijk, vooraf informeren over deze voorstellen.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit