Brief regering : Voorkomen van niet-medisch noodzakelijke non-consensuele behandelingen intersekse kinderen
30 420 Emancipatiebeleid
Nr. 384
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 juli 2023
In de Emancipatienota 2022–2025 (Kamerstuk 30 420, nr. 374) heb ik toegezegd uw Kamer voor de zomer 2023 te informeren over hoe de Minister
van VWS en ik willen voorkomen dat er niet-medisch noodzakelijke en non-consensuele
behandelingen (hierna: nnmb’s) plaatsvinden bij intersekse kinderen. Met deze brief
informeer ik uw Kamer mede namens de Minister van VWS over het vervolgproces. De bredere
beleidsreactie op het NIVEL rapport inclusief maatregelen volgt later dit jaar.
Kinderen hebben een bijzondere kwetsbare positie, zij zijn afhankelijk van het oordeel
van hun ouders of degene onder wiens gezag zij vallen en zijn bovendien geestelijk
en lichamelijk volop in ontwikkeling. Het is belangrijk dat bij een besluit over al
dan niet medisch ingrijpen alle voors en tegens goed worden afgewogen.
Het NIVEL onderzoeksrapport «Genitale operaties bij kinderen met DSD (Differences
of Sex Development)1 jonger dan 12 jaar» heb ik 22 december 2022 naar uw Kamer gestuurd2. Het NIVEL onderzoek is uitgevoerd naar aanleiding van de motie van de lede Bergkamp
en Van den Hul die de regering verzoekt te onderzoeken in welke mate niet medisch
noodzakelijke ingrepen plaatsvinden bij jonge intersekse kinderen3.
Dit onderzoek is voor zover de auteurs weten het eerste onderzoek dat probeert zicht
te krijgen op het aantal genitale ingrepen bij kinderen met DSD in Nederland. Voor
het onderzoek is gebruik gemaakt van data van Dutch Hospital Data (DHD) over de periode
2014–2020. De DHD data geven een indicatie van de aard en aantallen van genitale ingrepen
bij kinderen met DSD. Op grond van de DHD data is geen uitspraak te doen over de medische
noodzaak van de gevonden ingrepen. Om de zorg voor en begeleiding van kinderen met
DSD goed in kaart te brengen zijn dan ook andere data nodig. Inmiddels zijn specifieke
internationale databases opgezet waarin diagnostische en behandelgegevens van personen
met verschillende DSD-diagnosen worden verzameld.
Uit het NIVEL-rapport blijkt dat er in de periode 2014–2020 in Nederland 65 genitale
ingrepen zijn verricht bij naar schatting 58 intersekse kinderen jonger dan 12 jaar.
Volgens de geïnterviewde zorgprofessionals is een deel van de operaties medisch noodzakelijk,
bijvoorbeeld bij pijn of ontstekingen. Een ander deel is dat niet.
Beslissingen van ouders/verzorgers over het wel of niet opereren van deze veelal zeer
jonge kinderen worden in sommige gevallen wegens cosmetische, culturele en/of psychosociale
redenen genomen. Voorbeelden daarvan zijn de angst dat het kind gepest zal worden
of ouders die hun kind niet naar een crèche of grootouders durven brengen als het
geslacht van de buitenkant niet meteen duidelijk mannelijk of vrouwelijk is. Sommige
artsen redeneren vanwege dezelfde redenen dat niet-noodzakelijke medische behandelingen
daarmee toch in het belang van het kind kunnen zijn.
De Nederlandse organisatie voor seksediversiteit (NNID), VN-comités, de Raad van Europa,
het Europese Parlement en de Nationaal Coördinator Discriminatie en Racisme (hierna:
NCDR) zetten daar tegenover dat de wensen en zorgen van ouders, hoe invoelbaar ook,
nooit een reden mogen zijn om een kind te opereren op een leeftijd dat het daar nog
niet geïnformeerd over kan meebeslissen. Voornoemde organisaties stellen zich op het
standpunt dat bij niet-medisch noodzakelijke behandelingen gewacht moet worden tot
het kind oud genoeg is om zelf toestemming te geven.
Medische professionals geven aan dat goede begeleiding van ouders, goede informatie
voor ouders en het gesprek voeren van groot belang zijn. Daar wordt o.a. op ingezet
met de totstandkoming van de kwaliteitsstandaard DSD. Daarnaast zijn er patiëntenverenigingen
waarvan sommigen voor en sommigen tegen een verbod zijn en ook gehoord moeten worden.
Hierboven worden enkele voorbeelden geschetst om een beeld te geven van de complexiteit
van het onderwerp. Het is belangrijk dat de diverse perspectieven zorgvuldig worden
gehoord en afgewogen om zo te komen tot een weloverwogen besluit over niet-medisch
noodzakelijke en non-consensuele behandeling van intersekse kinderen.
Daarom zal ik samen met de Minister van VWS op korte termijn een verkenning doen samen
met betrokkenen en zorgprofessionals hoe nnmb’s waar mogelijk kunnen worden voorkomen.
Hierbij zal zowel gekeken worden naar de in ontwikkeling zijnde kwaliteitstandaard
DSD/Intersekse als naar de voors en tegens van een wettelijk verbod op nnmb’s. Het
huidige en het toekomstige belang van het kind zal bij deze verkenning voorop staan.
Onderdeel van deze verkenning zal een rondetafelgesprek met experts en betrokken organisaties
zijn, omdat het van belang is dat alle betrokken partijen en (medische) deskundigen
worden gehoord.
Wij zullen uw Kamer uiterlijk in december 2023 informeren over de uitkomsten van de
verkenning en de vervolgstappen die wij naar aanleiding daarvan zullen nemen. Deze
zullen onderdeel zijn van de bredere beleidsreactie op het NIVEL-rapport.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf
Indieners
-
Indiener
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.