Brief regering : Resultaten banenafspraak 2022
34 352 Uitvoering en evaluatie Participatiewet
Nr. 299
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ARMOEDEBELEID, PARTICIPATIE EN PENSIOENEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 juli 2023
Iedereen in Nederland moet mee kunnen doen. Ook mensen die daarbij ondersteuning nodig
hebben. Het is de ambitie van het kabinet om meer mensen met een arbeidsbeperking
aan de slag te helpen bij reguliere werkgevers. Deze ambitie is vastgelegd in de zogenoemde
banenafspraak. Dat is een afspraak uit het sociaal akkoord van 2013 om in 2026 in
totaal 125.000 extra banen te realiseren voor mensen met een arbeidsbeperking, 100.000
in de markt en 25.000 bij de overheid. Met deze brief informeer ik uw Kamer over de
gerealiseerde aantallen voor de banenafspraak over 2022.
In 2022 hebben werkgevers 81.117 extra banen gerealiseerd ten opzichte van de nulmeting.
Hoewel dit totaal aantal extra banen achterblijft bij de doelstelling voor eind 2022,
namelijk 92.500 extra banen, zie ik positieve ontwikkelingen. Zo hebben marktwerkgevers
in 2022 ten opzichte van 2021 10.146 extra banen gerealiseerd voor mensen uit de banenafspraak.
Het is voor het eerst sinds 2018 dat de groei jaar-op-jaar in de markt weer boven
de 10.000 extra banen ligt. Dit is enorm waardevol voor de mensen die hierdoor aan
de slag zijn. Hiervoor mijn complimenten richting alle werkgevers die deze banen hebben
gerealiseerd. Later in deze brief ga ik nog in op de inzet van werkgevers, specifiek
op die van overheidswerkgevers waarvoor extra aandacht nodig is en blijft. De Minister
van BZK zal, als coördinerend bewindspersoon voor de overheidssector, u in het najaar
meer in detail hierover informeren.
Desondanks laat het achterblijven bij de doelstelling zien dat het van belang is om
stappen te blijven zetten. Niet voor niets heb ik daarom op 7 juni jl. maatregelen
aangekondigd om de banenafspraak en de bijbehorende ondersteuning te verbeteren1. Het gaat onder meer om een verbreding van de doelgroep banenafspraak en het verder
uitwerken van het beschikbaar stellen van loonkostensubsidie in de WIA. Om de samenwerking
tussen markt en overheid te verbeteren komt op termijn het onderscheid tussen beide
partijen te vervallen, met als doel meer banen voor mensen binnen de doelgroep banenafspraak.
Van belang daarbij is dat het opheffen van het onderscheid tussen markt en overheid
afhankelijk wordt van realisaties bij de overheid.
Een terugblik: de resultaten tot en met 2022
De opgave voor markt en overheid tot en met 2022 was om 92.500 extra banen te realiseren
ten opzichte van de nulmeting: 70.000 in de sector markt en 22.500 in de sector overheid.
De doelstelling van 92.500 banen2 is met 81.117 extra banen niet gehaald. Ten opzichte van 2021 zijn er in 2022 8.308
banen bijgekomen. In totaal, inclusief de 75.179 banen ten tijde van de nulmeting,
zijn er eind 2022 156.296 banen voor mensen uit de doelgroep banenafspraak.
Voor de meting over 2022 is het aantal banen bij reguliere werkgevers eind 2022 afgezet
tegen het aantal banen van de nulmeting eind 2012. Het onderscheid per sector (markt
of overheid) is weergegeven in tabel 1. Met 71.113 extra banen ten opzichte van de
nulmeting hebben marktwerkgevers de doelstelling van 70.000 extra banen in 2022 behaald.
Ik wil marktwerkgevers complimenteren met dit resultaat en ben verheugd dat de jaarlijkse
groei weer flink is toegenomen, na een afname de afgelopen jaren. Met marktwerkgevers
ga ik in gesprek hoe we deze versnelling kunnen doorzetten en hoe we de bekendheid
van de banenafspraak en de bijbehorende ondersteuning kunnen verbeteren. Met als doel
dat meer werkgevers mensen met een arbeidsbeperking aan het werk helpen. Het recente
rapport «Arbeidsmarkt in kaart – werkgevers» van het Sociaal Cultureel Planbureau
onderstreept de noodzaak hiertoe3
De doelstelling voor 2022 voor de overheid was 22.500 banen. Eind 2022 hebben overheidswerkgevers
10.004 extra banen gerealiseerd ten opzichte van de nulmeting. Overheidswerkgevers
hebben daarmee opnieuw de doelstelling niet gehaald. De toename van het aantal extra
banen die de overheid heeft gerealiseerd in 2022 ten opzichte van 2021 via formele
dienstverbanden is positief. Ook blijkt uit het eerdergenoemde SCP-rapport dat van
de ondervraagde werkgevers bij de overheid 58,8 procent mensen met een arbeidsbeperking
in dienst heeft. Voor alle ondervraagde werkgevers is dit percentage 18,3 procent.
Tegelijkertijd wordt de ontwikkeling in formele dienstverbanden geheel te niet gedaan
door een afname van het aantal extra banen die de overheid heeft gerealiseerd via
inleenverbanden in 2022 ten opzichte van 2021. Het totaal aantal extra banen dat de
overheid heeft gerealiseerd in 2022 is hierdoor afgenomen ten opzichte van 2021. De
resultaten van de overheids- en onderwijssectoren samen (sector overheid) zijn opnieuw
teleurstellend en zorgelijk. In mijn brief van 7 juli 2022 heb ik met de Minister
van BZK extra maatregelen aangekondigd om meer banen te realiseren bij overheidswerkgevers.
Het is zaak om hier nu op door te pakken. De overheid heeft tenslotte een voorbeeldfunctie.
Tabel 1: Resultaten eind 2022 ten opzichte van de nulmeting
Toename aantal banen markt
Toename aantal banen overheid
Totale toename aantal banen
Formele dienstverbanden
70.388
8.874
79.2621
Inleenverbanden (uitzendrelaties en Wsw-detacheringen)
724
1.130
1.855
Totaal
71.113
10.004
81.117
Doelstelling Sociaal Akkoord
(70.000)
(22.500)
(92.500)
X Noot
1
De som van de toename van het aantal banen in de markt en bij de overheid kan afwijken
van de toename van het totaal aantal banen vanwege afrondingsverschillen.
Vorm dienstverband
We spreken over twee verschillende manieren waarop mensen met een arbeidsbeperking
aan het werk gaan, namelijk via een formeel dienstverband of via een inleenverband.
Van de 81.117 extra banen bij reguliere werkgevers zijn er ten opzichte van de nulmeting
79.262 banen (98 procent) via formele dienstverbanden, bijvoorbeeld tijdelijke of
vaste contracten, gerealiseerd. Werkgevers in de sector markt hebben 70.388 extra
banen via formele dienstverbanden gerealiseerd en werkgevers in de sector overheid
8.874. Het aandeel formele dienstverbanden in het totaal aantal formele dienstverbanden
is daarmee toegenomen in 2022 ten opzichte van 2021.
Markt- en overheidswerkgevers kunnen naast formele dienstverbanden ook via inleenverbanden
banen realiseren. Inleenverbanden zijn zowel uitzendrelaties als detacheringen vanuit
de sociale werkvoorziening (Wsw-detacheringen). De banen via inleenverbanden tellen
mee bij de sector waar de werknemer daadwerkelijk werkt. Bijvoorbeeld: iemand werkt
gedetacheerd vanuit de sociale werkvoorziening bij een werkgever in de ICT-branche.
In dit geval telt hij mee bij de gerealiseerde aantallen voor de markt.
De ingeleende mensen uit de doelgroep worden bij elke meting opnieuw toegedeeld aan
de sectoren op basis van de verdeelsleutel inleenverbanden. Deze wordt vastgesteld
op basis van objectief, representatief onderzoek. Dit onderzoek is uitgevoerd door
SEO Economisch Onderzoek. In de begeleidingscommissie zijn alle betrokken partijen,
waaronder werkgeversorganisaties, uitzendbedrijven en Cedris vertegenwoordigd. Tijdens
de nulmeting waren er 36.206 banen via inleenverbanden. 76,0 procent van deze inleenverbanden
was gerelateerd aan marktwerkgevers en 24,0 procent aan overheidswerkgevers. Eind
2022 waren er 38.061 banen via inleenverbanden. Uit het onderzoek van SEO4 blijkt dat van deze inleenverbanden 74,2 procent gerelateerd is aan de marktwerkgevers
en 25,8 procent aan overheidswerkgevers. Dit is een lager percentage dan de 32 procent
van vorig jaar. De verdeelsleutel is toegepast op het totaal aantal verloonde uren5 van banen via inleenverbanden eind 2022. In totaal zijn er ten opzichte van de nulmeting
1.855 extra banen via inleenverbanden gerealiseerd. Werkgevers in de sector markt
hebben 724 extra banen via inleenverbanden gerealiseerd ten opzichte van de nulmeting
en werkgevers in de sector overheid 1.130 extra banen ten opzichte van de nulmeting.
Het totaal aantal banen dat werkgevers via inleenverbanden realiseren neemt, na een
aanvankelijke stijging, de afgelopen jaren af en gaat richting het niveau van het
totaal aantal banen dat beschikbaar was voor mensen uit de doelgroep banenafspraak
via inleenverbanden tijdens de nulmeting. Ik ga een analyse uitvoeren om meer zicht
te krijgen op de redenen en de achterliggende oorzaken van de ontwikkeling in banen
die gerealiseerd worden via inleenverbanden en de verandering van de verdeelsleutel.
Hierover ga ik in gesprek met de uitzendbranche, Cedris, werkgeversorganisaties en
het Ministerie van BZK. Een reden voor de daling van de inleenverbanden de afgelopen
jaren kan zijn dat geen sprake is van nieuwe instroom in Wet sociale werkvoorziening,
waardoor op den duur ook minder detacheringen plaatsvinden naar reguliere werkgevers.
Ook kan beleid gericht op het stimuleren van vaste dienstverbanden een rol spelen.
Ontwikkelingen van de banenafspraak de afgelopen jaren
In de bijlage is de ontwikkeling tussen 2015 en 2022 in beide sectoren opgenomen waarbij
per sector ook onderscheid is gemaakt tussen formele dienstverbanden en inleenverbanden
over de jaren heen.
In 2022 hebben marktwerkgevers 10.146 extra banen gerealiseerd ten opzichte van 2021.
Het aantal banen dat de markt via formele dienstverbanden heeft gerealiseerd in 2022
is met 10.461 toegenomen ten opzichte van 2021. Het aantal banen via formele dienstverbanden
in de marktsector is ten opzichte van de nulmeting toegenomen met 70.388. Het aantal
door marktwerkgevers gerealiseerde extra banen via inleenverbanden is in 2022 met
314 afgenomen ten opzichte van 2021. Ten opzichte van de nulmeting gaat het om een
toename van 724 extra banen. Het totaal aantal extra banen dat marktwerkgevers gerealiseerd
hebben sinds het begin van de banenafspraak komt hiermee uit op 71.113.
In 2022 hebben overheidswerkgevers 1.838 minder banen gerealiseerd ten opzichte van
2021. Het aantal banen dat overheidswerkgevers via formele dienstverbanden hebben
gerealiseerd is in 2022 is met 1.780 toegenomen ten opzichte van 2021. Het aantal
door overheidswerkgevers gerealiseerde extra banen via inleenverbanden is in 2022
met 3.618 banen afgenomen ten opzichte van 2021. Het aantal extra banen gerealiseerd
via formele dienstverbanden in 2022 ten opzichte van 2021 wordt dus tenietgedaan door
een daling van het aantal extra banen die overheidswerkgevers hebben gerealiseerd
via inleenverbanden in 2022 ten opzichte van 2021. Het totaal aantal extra banen dat
overheidswerkgevers gerealiseerd hebben sinds het begin van de banenafspraak komt
hiermee op 10.004. Daarbij moet worden opgemerkt dat de realisaties tussen overheidssectoren
verschillen. Over de realisaties per sector wordt u jaarlijks door de Minister van
BZK geïnformeerd. Zoals hiervoor ook benoemd ga ik een analyse uitvoeren om meer zicht
te krijgen op de ontwikkeling in banen die gerealiseerd worden via inleenverbanden.
De daling van het aantal extra banen die overheidswerkgevers hebben gerealiseerd via
inleenverbanden in 2022 ten opzichte van 2021 betrek ik daarbij.
Overzicht Lage-inkomensvoordeel (LIV)
Tijdens de behandeling van het Belastingplanpakket 2023 in de Eerste Kamer (Handelingen
I 2022/23, nr. 12, item 3 en Handelingen I 2022/23, nr. 13, items 2 en 4) heeft de Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid aan het lid Koffeman (PvdD) toegezegd om een overzicht te geven
van het uitbetaalde bedrag aan LIV naar omvang van de werkgever. Dit overzicht is
opgenomen in bijlage 2.
Stand van zaken extra inzet overheidswerkgevers
Zoals gezegd zijn de resultaten van overheidswerkgevers wederom teleurstellend, ondanks
een aantal positieve ontwikkelingen. In mijn brief van 7 juli 20226 heb ik extra inspanningen aangekondigd om meer banen te realiseren bij overheidswerkgevers.
Dit naar aanleiding van de motie van de leden Kathmann en Maatoug7 en de motie van het lid De Kort8. Het gaat om maatregelen voor de sector Rijk en het primair- en voortgezet onderwijs.
Op 7 oktober 20229 heeft de Minister van BZK in een brief deze maatregelen verder uitgewerkt. Namelijk
het instellen van een centrale financieringsconstructie en de extra inzet op Social
Return. Hierna informeer ik u op hoofdlijnen over de tussentijdse resultaten van deze
extra inspanningen. Deze maatregelen moeten positief effect gaan sorteren voor de
toekomstige resultaten van de sector Rijk. De Minister van BZK informeert uw Kamer
in het najaar in meer detail over de voortgang van de banenafspraak en de maatregelen
in de sector Rijk.
Centrale financieringsconstructie
De centrale financieringsconstructie houdt in dat organisatieonderdelen van een ministerie
naar rato van hun eigen opgave een bijdrage leveren aan een centrale financiering
binnen het eigen ministerie. Het voordeel hiervan is dat de middelen geoormerkt zijn
en op een centrale plek efficiënt kan worden gekeken waar nog banen gerealiseerd kunnen
worden vanuit het centrale budget. Bovendien kunnen organisatieonderdelen die minder
mogelijkheden hebben om in de eigen organisatie banen te realiseren zo ook bijdragen
aan de centrale opgave. In de praktijk gebruiken ministeries dit budget bijvoorbeeld
voor het bekostigen van banen die met de Rijksbrede organisatie Binnenwerk gerealiseerd
worden. In teamverband verrichten mensen uit de banenafspraak via Binnenwerk nuttig
en duurzaam werk. In het najaar informeert de Minister van BZK uw Kamer over de stand
van zaken van het realiseren van deze centrale financiering.
Voor de rest van dit jaar zijn nog forse inspanningen nodig. Daarom wordt ook gewerkt
aan verder inzicht verkrijgen in specifieke werkzaamheden en projecten binnen de rijksoverheid
die zich ervoor lenen om substantieel extra mensen vanuit de doelgroep Banenafspraak
aan het werk te helpen. Binnenwerk doet naast de lopende activiteiten en inspanningen
een verkenning op verschillende domeinen waar nu de grootste kansen worden gezien
voor het realiseren van extra banen, zoals informatiehuishouding en pandgebonden dienstverlening.
Eind 2022 waren de eerste resultaten van de extra impuls die in de brief van 7 juli
2022 werd aangekondigd te zien. In 2022 steeg het aantal banen bij Binnenwerk van
580 naar 687 banen voor mensen uit de doelgroep banenafspraak, daarmee kwamen er bij
Binnenwerk dus 107 banen bij. Ook wordt er Rijksbreed blijvend aandacht besteed aan
het verbeteren van het proces voor matching en realisatie van banen, passend bij de
behoeften van de doelgroep banenafspraak. Met als extra aandachtspunt de kwaliteit
en duurzaamheid van deze banen.
Netwerkorganisatie Social Return
De aandacht voor duurzaam ondernemen en maatschappelijk effect realiseren via inkoop
is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Ook binnen het Rijk maken we maatschappelijke
vraagstukken zoals het creëren van baankansen voor mensen met een arbeidsbeperking,
bewust en gericht onderdeel van inkoop opdrachten. Door Social Return (SR) toe te
passen in aanbestedingen, worden er concrete afspraken met leveranciers gemaakt om
een bepaald gedeelte van de loonsom te gebruiken voor het creëren van banen voor mensen
met een afstand tot de arbeidsmarkt en mensen met een arbeidsbeperking. De banen die
op deze manier via inspanningen van de ministeries en de markt worden gerealiseerd
tellen voor het quotum niet mee in de sector overheid, maar dragen wel bij aan de
totale realisaties van de banenafspraak en de maatschappelijk opgave om een inclusieve
arbeidsmarkt dichterbij te brengen. Dat de inkoopkracht van de overheid hiermee goed
wordt benut, blijkt uit recent onderzoek van De Beleidsonderzoekers10. In hun onderzoeksrapport werd geschat dat er in het eerste kwartaal van 2022 tussen
de 15.000 en 17.000 banen in de marktsector waren voor mensen uit de doelgroep banenafspraak,
vanwege inkoop door de overheid en/of SR-eis. Belangrijk hierbij is dat het gaat om
een absoluut aantal banen en niet om extra banen ten opzichte van de nulmeting. In
de Kamerbrief Banenafspraak sector Rijk en Social Return van 7 oktober 2022, werd
aangekondigd dat het Rijk verder wil inzetten op een centrale leveranciersaanpak.
Om op grotere schaal, meerjarige en duurzame banen in de markt te creëren door opdrachten
van de grootste leveranciers binnen het Rijk te bundelen. De zogeheten Netwerkorganisatie
die dit moet voortbrengen is momenteel in oprichting. De deelnemende ministeries bevinden
zich in de laatste afrondende fase. Het streven is om in het najaar van start te gaan.
Daarnaast is en blijft het natuurlijk van belang dat overheidswerkgevers invulling
geven aan de eigen verantwoordelijkheid om mensen uit de doelgroep banenafspraak in
dienst te nemen.
Extra inzet primair- en voortgezet onderwijs
Vorig jaar is een aantal maatregelen aangekondigd die nodig zijn om meer banen te
realiseren binnen het basis- en voortgezet onderwijs. Er is afgesproken om de banenafspraak
vaker bestuurlijk te bespreken, om rapportage verplicht te stellen in de jaarverslagen,
om ondersteuning uit de regio te versterken en om sanctiebeleid te verkennen vooruitlopend
op een eventuele quotumregeling. Hierbij een korte update met het hoe staat met de
uitvoering van deze extra maatregelen voor het basis- en voortgezet onderwijs.
Op bestuurlijk niveau is de uitvoering van de banenafspraak meerdere malen besproken
in bestuurlijke overleggen met de sectorraden. De sectorraden erkennen dat de banenafspraak
blijvende aandacht vraagt. Voor het basis- en voortgezet onderwijs is in het jaarverslag
de verplichting opgenomen om te rapporteren over de banenafspraak. De eerste resultaten
van deze uitvraag via het jaarverslag worden deze zomer verwacht. Hiermee krijgen
we meer zicht op de realisatie van het aantal banen bij de scholen in het basis- en
voortgezet onderwijs en de activiteiten die besturen inzetten om banen te realiseren.
Ook kunnen op basis van deze resultaten mogelijk nieuwe acties opgezet worden. Het
streven is om deze cijfers eind van het jaar mee te nemen in de Kamerbrief van BZK
over de sectorrapportages.
Voor het verstevigen van de ondersteuning in de regio wordt verkend hoe de banenafspraak
een plek kan krijgen binnen de ontwikkeling van de onderwijsregio’s in het kader van
de aanpak van het lerarentekort. Een regionale aanpak kan veel betekenen omdat besturen
dan samen kunnen optrekken, bijvoorbeeld in het realiseren van gezamenlijke banen.
Zoals in de brief van 7 juni jl. is opgenomen, wordt ook gewerkt aan het verstevigen
van ondersteuning vanuit de regio11. Verder is met De Normaalste Zaak, de PO-Raad en het Participatiefonds afgesproken
dat zij de huidige informatie over de banenafspraak in het primair onderwijs actueel
en beter vindbaar gaan maken (o.a. het delen van de resultaten uit het project Baanbrekers).
Daarnaast delen zij goede voorbeelden en worden onderwijswerkgevers gefaciliteerd
om de volgende stap te zetten. Daarnaast gaat het Participatiefonds een rol spelen
in het ondersteunen van schoolbesturen op het behoud van medewerkers uit de doelgroep
banenafspraak.
Daarnaast zijn de mogelijkheden verkend tot het invoeren van sanctiebeleid voor de
onderwijssectoren (vooruitlopend op wetgeving voor de eventuele quotumregeling). Dit
blijkt geen reële optie. Het is juridisch gezien niet haalbaar om sanctiebeleid voor
de onderwijssectoren in te voeren door te korten op de lumpsum van de scholen of op
OCW-subsidies.
Tot slot
We moeten met elkaar blijven streven naar een inclusieve arbeidsmarkt. Dat betekent
dat we stappen moeten blijven zetten. Ik wil met alle betrokkenen kijken hoe we de
positieve ontwikkelingen die in de resultaten over 2022 naar voren komen voor de markt
kunnen versterken. Ook blijf ik mij met de Minister van BZK inzetten om extra banen
te realiseren bij de overheid. Dit is, zoals meermaals gezegd, zeer noodzakelijk.
Parallel daaraan werk ik de maatregelen die ik op 7 juni jl. heb aangekondigd om de
banenafspraak en de bijbehorende ondersteuning te verbeteren verder uit12. Met De Werkkamer, UWV én ervaringsdeskundigen. Met die input en ervaringen werken
we verder aan het verbeteren van de banenafspraak. De banenafspraak is en blijft van
groot belang om meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te helpen bij reguliere
werkgevers.
De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen