Brief regering : Organisatie van de Turkse verkiezingen in Nederland
36 200 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2023
Nr. 97 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID EN VAN BUITENLANDSE ZAKEN
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 juli 2023
Het kabinet staat voor de grondwettelijke vrijheden van alle Nederlandse burgers.
                     Allen moeten in staat zijn om, binnen de Nederlandse wet- en regelgeving, in vrijheid
                     keuzes te maken over de inrichting van hun leven, ongeacht hun achtergrond, afkomst
                     of geaardheid. Het staat Turkse Nederlanders vrij om een stem uit te brengen voor
                     de Turkse verkiezingen. Net zoals Nederlanders in het buitenland dat ook mogen doen
                     voor Nederlandse verkiezingen. Dat moet wel geweldloos gebeuren. Geweld of intimidatie
                     – in stembureaus of elders, in welke vorm dan ook – horen niet in een democratisch
                     land als Nederland thuis.
                  
Tijdens het vragenuur van 9 mei jl. (Handelingen Ii 2022/23, nr. 78, item 2) zegde de Minister van SZW toe uw Kamer een brief te sturen over de organisatie van
                     de Turkse verkiezingen in Nederland, naar aanleiding van een mondelinge vraag van
                     lid Becker (VVD) over het bericht «Grote vechtpartij bij Turkse stemgang in Amsterdamse
                     RAI, ME ingezet».1 Op 22 mei jl. hebben de leden Becker en Brekelmans (beiden VVD) aanvullende schriftelijke
                     vragen over de Turkse verkiezingen in Nederland gesteld.2 Met deze brief wordt uitvoering gegeven aan bovengenoemde toezegging. Voor feitelijke
                     informatie over de organisatie van de Turkse verkiezingen in Nederland verwijzen wij
                     door naar de beantwoording van voornoemde Kamervragen.
                  
Op 14 mei jl. vonden in Turkije parlements- en presidentsverkiezingen plaats. Nederlanders
                     met ook een Turkse nationaliteit konden hun stem hiervoor uitbrengen. In Nederland
                     konden zij in Amsterdam, Den Haag, Deventer en Eindhoven stemmen, zowel voor de eerste
                     als tweede ronde van de presidentsverkiezingen.
                  
Bij het stembureau in de Amsterdamse RAI was er op 7 mei jl. sprake van ongeregeldheden,
                     waarbij volgens de politie 300 mensen betrokken raakten. Het kabinet vindt dit onacceptabel.
                     In een vrij land moeten mensen de vrijheid hebben om zichzelf te zijn en te kunnen
                     stemmen. Spanningen of tegenstellingen uit Turkije mogen niet naar Nederland worden
                     geëxporteerd.
                  
Het kabinet onderhoudt op verschillende manieren contact met gemeenten, Turks-Nederlandse
                     organisaties en maatschappelijk betrokken burgers, onder andere via de Expertise-unit
                     Sociale Stabiliteit (ESS) van het Ministerie van SZW. Uit die gesprekken blijkt dat
                     spanningen binnen Turks-Nederlandse gemeenschappen in aanloop naar de verkiezingen
                     voelbaar waren, bijvoorbeeld binnen families en op publieke ontmoetingsplekken zoals
                     een moskee en buurtcentrum. Ook door de gepolariseerde verkiezingsstrijd in Turkije
                     hebben mensen in Nederland (stemmers op beide kandidaten) sociale druk ervaren.
                  
De Minister van SZW was op 9 mei jl. aanwezig bij een afsluitende bijeenkomst met
                     Turks-Nederlandse organisaties, waar het Ministerie van SZW in de afgelopen periode
                     een rondgang langs heeft gemaakt. Met hen is goed overleg gevoerd over diverse onderwerpen,
                     waaronder uitgebreid over de actualiteiten rondom de verkiezingen, zoals het incident
                     in de Amsterdamse RAI. Begrijpelijkerwijs leven de verkiezingen, naast de nasleep
                     van de aardbevingen in Syrië en Turkije, zeer binnen de Turks-Nederlandse gemeenschappen.
                     Alle organisaties hebben dit incident tijdens deze bijeenkomst veroordeeld en benadrukt
                     dat geweld en intimidatie niet in Nederland thuishoren. Ook hebben zij aangegeven
                     hun achterbannen tot rust en kalmte op te roepen in de dagen voor de uitslag van de
                     verkiezingen in Turkije en de periode daarna.
                  
Het Ministerie van SZW blijft ook na afloop van de verkiezingen in contact staan met
                     gemeenten, gemeenschappen en professionals, om ontwikkelingen ten aanzien van de Turks-Nederlandse
                     gemeenschappen te volgen. Zo heeft de ESS op 15 juni jl. in samenwerking met het Verwey-Jonker
                     Instituut een kennissessie voor gemeenteambtenaren en professionals georganiseerd,
                     om te reflecteren over het verloop van de Turkse verkiezingen in Nederland. Hieruit
                     komt naar voren dat het belangrijk is om als overheid in verbinding te blijven met
                     de verschillende Turks-Nederlandse gemeenschappen en de dialoog te blijven faciliteren
                     met en tussen de verschillende gemeenschappen. Op deze manier kunnen maatschappelijke
                     spanningen en ongewenste vormen van polarisatie worden tegengegaan en kan er gezamenlijk
                     worden gewerkt aan een sociaal stabiele samenleving.
                  
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
                  C.E.G. van Gennip
De Minister van Buitenlandse Zaken,
                  W.B. Hoekstra
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 
              
                  Mede ondertekenaar
 W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
