Brief regering : Uitstel inwerkingtredingsdatum bedrag ineens
36 154 Wijziging van de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen in verband met de herziening van de mogelijkheid tot afkoop in de vorm van een bedrag ineens alsmede tot wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet herziening bedrag ineens)
Nr. 8
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ARMOEDEBELEID, PARTICIPATIE EN PENSIOENEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juli 2023
Op 19 januari 2023 heb ik uw Kamer laten weten een voorgenomen inwerkingtredingsdatum
van het keuzerecht bedrag ineens op 1 januari 2024 haalbaar te achten met het oog
op zowel voldoende tijd voor de parlementaire behandeling als tijdig informeren van
deelnemers zodat zij een weloverwogen keuze kunnen maken.1
De regering vindt het belangrijk dat deelnemers goed worden geïnformeerd over het
keuzerecht voor opname van een bedrag ineens van het ouderdomspensioen. Dit vergt
allereerst goede informatie vanuit pensioenuitvoerders en daarnaast voldoende tijd
voor een deelnemer om een weloverwogen keuze te kunnen maken. Het is belangrijk dat
pensioenuitvoerders deelnemers tijdig informeren over het keuzerecht. De (vertegenwoordigers
van) pensioenuitvoerders hebben aangegeven na instemming van beide Kamers tenminste
zes tot negen maanden nodig te hebben om deelnemers goed te kunnen informeren. Daarnaast
dienen pensioenuitvoerders voldoende tijd te hebben om het keuzerecht te kunnen implementeren.
In de Regeling van werkzaamheden van 20 juni jl. heeft uw Kamer ingestemd met het
verzoek van het lid Smals (VVD) om het wetsvoorstel herziening bedrag ineens (Kamerstuk
36 154) vlak voor of net na het zomerreces plenair te behandelen (Handelingen II 2022/23,
nr. 95, Regeling van Werkzaamheden). Dit laat minder dan zes maanden voor het tijdig
informeren van deelnemers. Ik kan daarom – mede namens Staatssecretaris Fiscaliteit
en Belastingdienst – niet anders concluderen dan dat de voorgenomen inwerkingtredingsdatum
van 1 januari 2024 niet meer haalbaar is.
Van pensioenuitvoerders hoor ik dat er deelnemers zijn die de pensioendatum uitstellen
om gebruik te kunnen maken van het bedrag ineens. Er zal daarom een goede balans gevonden
moeten worden tussen enerzijds het bieden van voldoende tijd voor de pensioenuitvoering
vanwege implementatie en informatieverstrekking en anderzijds het voorkomen van onnodige
vertraging van de introductie van het bedrag ineens. Gelet op het bovenstaande zal
het keuzerecht bedrag ineens niet eerder dan 1 juli 2024 inwerkingtreden, waarbij
zij opgemerkt dat de uiteindelijke datum afhankelijk zal zijn van de voortgang van
het parlementaire proces.
De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen