Brief regering : Prijsonderhandelingen over het geneesmiddel Minjuvi
29 477 Geneesmiddelenbeleid
Nr. 846
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juli 2023
Met deze brief informeer ik u over de uitkomst van de onderhandelingen over het geneesmiddel
Minjuvi (stofnaam: tafasitamab). Minjuvi is in combinatie met lenalidomide geregistreerd
voor de behandeling van patiënten met een agressieve vorm van lymfeklierkanker. Dit
zijn patiënten met een recidief of refractair diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL)
die niet in aanmerking komen voor een autologe stamceltransplantatie. Recidief betekent
dat de kanker is teruggekomen, na eerst gedeeltelijk of geheel te zijn verdwenen.
Refractair betekent dat de kanker niet op een eerdere behandeling heeft gereageerd.
Ondanks mijn pogingen om tot een financieel arrangement te komen, is helaas geen akkoord
bereikt met de leverancier. Dit betekent dat Minjuvi met lenalidomide voor deze indicatie
niet wordt opgenomen in het basispakket voor de zorgverzekering.
Behandelperspectief voor patiënten
Het Zorginstituut heeft geconcludeerd dat Minjuvi met lenalidomide gelijke waarde
heeft aan Polivy (Stofnaam: Polatuzumab vedotine) met bendamustine-rituximab.
Omdat Polivy met bendamustine-rituximab op dit moment wel onderdeel is van het basispakket,
hebben patiënten toegang tot een behandeling met een gelijkwaardige therapeutische
waarde.
In deze brief licht ik toe waarom Minjuvi met lenalidomide niet vergoed kan worden
voor deze behandeling. Eerst benoem ik de punten uit het advies van Zorginstituut
Nederland (hierna: Zorginstituut) die ik hiervoor van belang acht ten aanzien van
de pakketopname van Minjuvi.
Sluisplaatsing en advies Zorginstituut Nederland
Minjuvi is voor bovengenoemde indicatie per 31 juli 2021 in de sluis voor dure geneesmiddelen
geplaatst.
Minjuvi is voor deze indicatie uitgesloten van het basispakket, omdat de kosten per
patiënt hoger zijn dan € 50.000 per jaar en het totale maximale macrokostenbeslag
in deze indicatie naar schatting zou kunnen oplopen tot meer dan € 10 miljoen per
jaar.
Op 15 februari 2023 heeft het Zorginstituut advies uitgebracht over de inzet van Minjuvi
met lenalidomide bij bovengenoemde indicatie. Het Zorginstituut is tot de conclusie
gekomen dat Minjuvi met lenalidomide bij deze indicatie voldoet aan het wettelijke
criterium «stand van de wetenschap en praktijk». Hierbij is vastgesteld dat de therapeutische
waarde van Minjuvi met lenalidomide gelijk is aan de waarde van de al vergoede combinatie
van Polivy met bendamustine-rituximab. Vanwege de hoge onzekerheid en de lage kwaliteit
van bewijs is er geen meerwaarde geconcludeerd. Het Zorginstituut adviseert Minjuvi
met lenalidomide alleen voor deze indicatie in het basispakket op te nemen als de
nettoprijs van de combinatie van Minjuvi met lenalidomide na succesvolle prijsonderhandelingen
met de leverancier niet hoger is dan de nettoprijs van de combinatie van Polivy met
bendamustine-rituximab.
De combinatie van Minjuvi met lenalidomide kost € 194.562 per patiënt. De behandeling
duurt gemiddeld 17,6 maanden, en naar verwachting zullen 54 patiënten behandeld worden
met de combinatie van Minjuvi en lenalidomide in het derde jaar na pakket opname.
De totale uitgaven aan Minjuvi met lenalidomide zouden daarmee zonder onderhandeling
over de prijs € 9,1 miljoen bedragen, in het derde jaar na opname in het basispakket.
Prijsonderhandelingen
Nadat ik het advies van het Zorginstituut heb ontvangen, zijn er prijsonderhandelingen
gestart met de leverancier van Minjuvi. Deze onderhandelingen hadden als doel om tot
een gelijke prijs per behandeling te komen ten opzichte van Polivy met bendamustine-rituximab.
Deze onderhandelingen hebben niet tot een akkoord geleid.
Daarmee zijn de meerkosten die op dit moment gepaard zouden gaan met de opname in
het basispakket niet maatschappelijk aanvaardbaar en blijft Minjuvi met lenalidomide
voor bovengenoemde indicatie uitgesloten van het basispakket. Mocht de leverancier
bereid zijn om tot aanvaardbare prijsafspraken te komen, dan zal ik mijn besluit heroverwegen.
In dat geval zal ik uw Kamer hierover informeren. Ook ben ik bereid om mijn standpunt
te herzien, indien de leverancier nieuwe klinische data beschikbaar stelt, en uit
een herbeoordeling en hernieuwd advies door het Zorginstituut wordt geconcludeerd
dat Minjuvi met lenalidomide een therapeutische meerwaarde heeft, en pakketopname,
eventueel onder aanvullende voorwaarden, maatschappelijk aanvaardbaar is.
Ik begrijp dat dit een teleurstellende uitkomst is voor de patiënten en behandelaren.
Juist daarom is patiëntenvereniging vooraf geïnformeerd. Er is op dit moment een therapeutisch
gelijkwaardige behandeling beschikbaar voor patiënten met deze aandoening in de vorm
van Polivy met bendamustine-rituximab.
Noodzaak tot verantwoorde uitgaven
Omdat het financieel kader waaruit dure intramurale geneesmiddelen worden bekostigd
de komende jaren aanzienlijk minder hard stijgt dan de uitgaven aan intramurale geneesmiddelen,
verdringt het toelaten van geneesmiddelen die niet kosteneffectief zijn andere vormen
van zorg en zet het daarmee de solidariteit onder druk.1 Daarbij komt dat bij een deel van deze nieuwe dure geneesmiddelen er onzekerheid
over de effectiviteit bestaat, die daardoor ook in de praktijk slechter kan uitpakken.
De afgelopen jaren worden steeds vaker geneesmiddelen geregistreerd met een beperkte
meerwaarde die niet opweegt tegen de prijs die de leverancier vraagt voor het geneesmiddel.
Dit dwingt mij tot het nemen van moeilijke beslissingen ten aanzien van pakketopname
van dergelijke geneesmiddelen. Het vraagt van alle partijen dat zij keuzes maken om
de uitgaven te beheersen zodat innovatieve geneesmiddelen beschikbaar en betaalbaar
blijven voor patiënten. Het uitgangspunt hiervoor is dat patiënten passende zorg ontvangen.2 Ik doe dat ook in het kader van de afspraken die ik heb gemaakt over dure geneesmiddelen
in het Integraal Zorgakkoord (IZA), in lijn met mijn ambitie om de toets op het basispakket
te verbeteren en verbreden3, zoals ik u recent heb toegelicht in de brief van 16 juni 2023.4
Concluderend wordt Minjuvi met lenalidomide voor de bovengenoemde indicatie op dit
moment niet opgenomen in het basispakket. Mocht de leverancier toch bereid zijn om
tot een aanvaardbare prijsafspraak te komen, dan zal ik pakketopname opnieuw bezien.
Ook in het geval van een herzien rapport van het Zorginstituut waarin wordt geconcludeerd
dat Minjuvi met lenalidomide therapeutische meerwaarde heeft, zal ik de voorwaarden
aan pakketopname opnieuw bezien. In beide gevallen zal ik uw Kamer hierover opnieuw
informeren.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport