Brief regering : Informatie over het juridisch kader rond de internationale oplossing voor de verstoring van interceptie in Burum

Nr. 252
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN DEFENSIE EN VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juli 2023

Aan de vaste commissie van Binnenlandse Zaken is tijdens het commissiedebat IVD van
29 juni 2022 toegezegd dat de Kamer in het najaar van 2022 nader wordt geïnformeerd
over het juridisch kader rond de internationale oplossing voor de verstoring van interceptie
in Burum, naar aanleiding van een vraag van het lid Bromet (GL). Dit proces heeft
echter meer tijd in beslag genomen dan voorzien. Daarom heeft u op 23 december 2022
een uitstelbrief ontvangen waarin is aangegeven dat uw Kamer uiterlijk in het voorjaar
van 2023 nader geïnformeerd zal worden (Kamerstuk 29 924, nr. 236).

Door de betrokken departementen is een concept-juridisch kader op hoofdlijnen uitgewerkt
dat, conform toezegging aan de Kamer, erin voorziet dat de Wet op de inlichtingen-
en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv 2017) en de daarbij behorende waarborgen materieel
van toepassing zijn op de internationale oplossing. Het concept-juridisch kader houdt
daarbij rekening met de specifieke aard en de uitdagingen die de internationale oplossing
meebrengt, waarbij het in de Wiv 2017 geboden niveau van rechtsbescherming gehandhaafd
blijft.

Het concept juridische kader voor afstemming aan de beide toezichthouders voorgelegd.
Gesprekken met de toezichthouders zijn gaande. Over het resultaat daarvan zal uw Kamer
worden geïnformeerd, zo nodig via de geëigende kanalen.

De Minister van Defensie,
K.H. Ollongren

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.G.J. Bruins Slot