Brief regering : Ontwikkelingen Caribisch Nederland
36 200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2023
Nr. 237
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juli 2023
Middels deze brief informeer ik u over de bevindingen van mijn reis naar Bonaire en
Curaçao van maandag 5 juni tot en met vrijdag 9 juni. Op Bonaire heb ik kennis gemaakt
met de nieuwe bestuursleden en verschillende zorgpartijen. Ik informeer u middels
deze brief onder andere over de uitkomsten van de gesprekken rondom de laboratorium
zorg op Bonaire. Op Curaçao nam ik deel aan het vijfde ministeriële Vierlandenoverleg.
Daarnaast informeer ik u conform toezegging van Minister voor Langdurige Zorg en Sport
over de aanpak van de ratificatie en implementatie van het VN-verdrag voor de rechten
van mensen met een beperking in Caribisch Nederland1. Tenslotte geeft ik weer welke stappen er gezet worden om elektronische gegevensuitwisseling
in Caribisch Nederland mogelijk te maken en ga ik in op de stappen die ik zet naar
aanleiding van het toezicht op jeugdzorg.
Verslag bezoek Bonaire en Curaçao
Bonaire
Dinsdagochtend 6 juni jl. heb ik kennis gemaakt met de nieuwe bestuursleden van het
openbaar lichaam van Bonaire en gesproken over de ontwikkelingen op het gebied van
zorg, welzijn en jeugd. Er is onder andere stilgestaan bij de situatie rondom de ziekenhuiszorg
waarover ik u parallel aan deze brief apart over informeer.
Met het bestuurscollege heb ik ook gesproken over de laboratoriumzorg. Zeer recent
heeft de werkgroep Laboratoriumzorg Bonaire aan het bestuurscollege van Bonaire en
mij een advies uitgebracht over de toekomst van de laboratoriumzorg op Bonaire. In
deze werkgroep zijn alle betrokken partijen vertegenwoordigd. De werkgroep constateert
unaniem dat overcapaciteit, overdiagnostiek en dubbeldiagnostiek problemen zijn in
de laboratoriumzorg op Bonaire en dat hervorming noodzakelijk is om aan deze problemen
een einde te maken.
In het advies worden verschillende oplossingsrichtingen genoemd maar omdat er nog
onvoldoende data zijn kan op dit moment nog niet een weloverwogen keuze worden geadviseerd.
Met het bestuurscollege heb ik afgesproken dat het advies wordt gebruikt om met elkaar
keuzes te maken over de volgende stappen. Ik verwacht voor het einde van het jaar
met partijen verdere afspraken over de hervorming van het laboratoriumlandschap op
Bonaire te maken. Daarnaast heb ik toegezegd dat het contract met BonLab tot eind
2023 zal worden verlengd.
Op woensdag 7 juni jl. heb ik kennis genomen van de mooie ontwikkelingen binnen de
huisartsenzorg op Bonaire. In 2022 heeft een van de praktijken als eerste in Caribisch
Nederland de Nederlandse Huisartsen Genootschap (NHG) praktijkaccreditatie behaald.
Deze praktijk heb ik bezocht. Ook zijn er met de huisartsen van Bonaire begin dit
jaar goede afspraken met elkaar gemaakt over de versterking van de huisartsenzorg
en zijn deze vastgelegd in een nieuwe meerjarenovereenkomsten voor de periode 2023
tot en met 2027. Samen wordt er gebouwd aan een toekomstbestendige huisartsenzorg.
Verder heb ik op 7 juni de bestuurders van Bonaire, Sint Eustatius en Saba ontmoet,
gedeeltelijk fysiek op Bonaire en gedeeltelijk online. Ik heb met alle aanwezige partijen
de bestuurlijke afspraken jeugdzorg Caribisch Nederland ondertekend, die ik als bijlage
bij deze brief mee stuur. Deze afspraken bevatten de uitgangspunten voor de inzet
van jeugdzorg in Caribisch Nederland en gaan in op de verantwoordelijkheidsverdeling
tussen Zorg en Jeugd Caribisch Nederland (ZJCN) en de openbare lichamen. Ook de toegang,
samenwerking en het waarborgen van kwaliteit zijn onderdeel van de afspraken. De Europees
Nederlandse Jeugdwet is voor deze bestuurlijke afspraken richtinggevend geweest, maar
zijn er waar nodig aanpassingen gemaakt ten behoeve van de Caribische context. Met
deze afspraken is een volgende stap gezet in het uitwerken van de organisatie van
jeugdzorg in Caribisch Nederland. We hebben afgesproken om de komende periode van
twee jaar te gebruiken om de werking en het effect van de afspraken te monitoren en
evalueren.
Tijdens deze bijeenkomst is eveneens gesproken over het bekrachtigen van de planning
voor het implementatietraject van maatschappelijke ondersteuning in Caribisch Nederland.
Beoogd wordt dat de voorgenomen algemene maatregel van bestuur Maatschappelijke ondersteuning
en bestrijding huiselijk geweld BES die recentelijk aan uw Kamer is gestuurd in het
kader van de voorhang, in werking treedt op 1 januari 20242. Hierin is beschreven hoe de openbare lichamen en ZJCN samenwerken in het organiseren
van maatschappelijke ondersteuning. Sinds begin dit jaar zijn de voorbereidingen van
start, zodat alle organisaties er klaar voor zijn om de nieuwe verantwoordelijkheden
uit te voeren. Alle aanwezigen onderstreepten op 7 juni hun inzet hiervoor.
Curaçao
De bewindspersonen belast met volksgezondheid van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
Nederland hebben elkaar op 9 juni jl. ontmoet tijdens het 5e Bestuurlijke Vierlandenoverleg
Volksgezondheid in Curaçao. De landen hebben afspraken gemaakt over verschillende
onderwerpen, waaronder de implementatie van de internationale gezondheidsregeling
(IHR), pandemische paraatheid, voorbereiding op en samenwerking bij crises en rampen,
geestelijke gezondheidszorg, preventie, kwaliteit van zorg, ontwikkeling capaciteit
zorgpersoneel en samenwerking tussen de ziekenhuizen (in de vorm van de Dutch Caribbean
Hospital Alliance – DCHA). Om vorm te geven aan de gemaakte afspraken zijn verschillende
conclusies en acties geformuleerd3.
Een belangrijke uitkomst van het Vierlandenoverleg is onder andere de oprichting van
de Caribische HUB voor Publieke Gezondheid, een platform voor duurzame versterking
van de lokale capaciteit, kennis en expertise op het gebied van pandemische paraatheid
en infectieziektebestrijding in het Caribisch deel van het Koninkrijk. In dit platform
is de samenwerking tussen de vier landen onderling en met het RIVM stevig verankerd.
Daarnaast hebben de landen aangegeven zorgen te hebben over het gebrek aan leveringszekerheid
van (essentiële) medische producten in de regio. Afgesproken is om op korte termijn
te komen tot een knelpuntenanalyse. Op basis daarvan zal samen met betrokken stakeholders
(zoals onder andere de DCHA) geïnventariseerd worden hoe de leveringszekerheid van
medische producten binnen het Koninkrijk versterkt kan worden.
Een nieuwe toevoeging aan de agenda van het Vierlandenoverleg betrof de doorwerking
van het slavernijverleden op de volksgezondheid. De landen hebben afgesproken een
gezamenlijke commissie in te stellen die zich gaat buigen over de gevolgen van en
de mogelijkheden voor mitigatie van de effecten op mentale en fysieke gezondheid van
de inwoners van het Caribisch deel van het Koninkrijk.
Ten aanzien van de geestelijke gezondheidszorg is in het Vierlandenoverleg afgesproken
om de gezamenlijke ontwikkeling van wetgeving op het gebied van gedwongen zorg voort
te zetten. Zoals toegezegd informeer ik u over de aanpak zoals besproken in dit Vierlandenoverleg4. Eerder hebben alle landen van het Koninkrijk de wens uitgesproken te komen tot één
gezamenlijke basis voor wetgeving met aanvullende procedures passend per land als
vervanging van de oude Krankzinnigenwet. Tijdens het Vierlandenoverleg is afgesproken
om gezamenlijk een Kaderwet gedwongen zorg uit te werken voor het Caribisch deel van
het Koninkrijk. Een aantal uitgangspunten hierin zullen zijn, de definitie van gedwongen
zorg en de reikwijdte, de rechten van de patiënten en het verwijssysteem tussen de
eilanden. Deze Kaderwet zal de basis vormen voor alle lokale wetgevingen van de afzonderlijke
landen. Om tot de Kaderwet te komen zal een gezamenlijke wetgevingsjurist worden ingezet,
die zo snel mogelijk van start zal gaan. In een later stadium zal deze Kaderwet als
basis dienen voor een lokale wetgeving voor Caribisch Nederland. Dit traject zal begin
volgend jaar van start gaan.
Tijdens mijn dienstreis bracht ik op 9 juni in het kader van samenwerking in de geestelijke
gezondheidszorg ook een bezoek aan de Klinika Capriles, het algemeen psychiatrisch
ziekenhuis op Curaçao.
Ratificatie en implementatie VN Verdrag Handicap
Het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (hierna Verdrag) is in
2016 voor het hele Koninkrijk der Nederlanden goedgekeurd. Voor Caribisch Nederland
is het Verdrag nog niet geratificeerd, omdat nog niet voldaan kan worden aan de uit
het Verdrag voortvloeiende verplichtingen en bijbehorende wet- en regelgeving5. Vanwege de legislatieve terughoudendheid die vanaf 2010 van kracht was na de veranderde
staatkundige verhoudingen, is de inzet van VWS erop gericht geweest om de positie
van personen met een handicap in de praktijk te verbeteren6. Voorbeelden hiervan zijn de dagbesteding op Bonaire, de beschikbaarheid van hulpmiddelen,
de inzet van een Arts Verstandelijk Gehandicapten en de voorzieningen op gebied van
maatschappelijke ondersteuning.
In mijn visiebrief van 29 september 2022 heb ik de ambitie uitgesproken om op termijn
tot ratificatie van dit Verdrag over te willen gaan7. Ik heb uw kamer beloofd een inventarisatie maken van de stappen die nodig zijn en
welk tijdpad realistisch is om over te gaan tot medegelding.
Om te kunnen ratificeren moeten de eilanden voldoen aan de burgerlijke en politieke
rechten zoals gedefinieerd in het Verdrag. Hiervoor is naar alle waarschijnlijkheid
uitvoeringswetgeving nodig. Nu het uitgangspunt van «legislatieve terughoudendheid»
is vervangen voor «comply or explain» pak ik dit wetstraject, samen met mijn collega’s
van de betrokken departementen, op. Inmiddels loopt het wetgevingstraject van het
Ministerie van BZK voor de integrale invoering van de gelijkebehandelingswetgeving
in Caribisch Nederland, waaronder de Wet gelijke behandeling handicap of chronische
ziekte. Beoogd wordt dat deze wet op 1 januari 2025 in gaat8. Daarnaast werk ik zelf zoals hierboven toegelicht aan de invoering van het Besluit
Maatschappelijke Ondersteuning en bestrijding van Huiselijk Geweld en Kindermishandeling
en start ik nog dit jaar met een herziening van de wetgeving gedwongen zorg. Deze
wetgeving is enorm belangrijk in het bevorderen, beschermen en waarborgen van mensenrechten
van mensen met een beperking. Daarnaast zijn op een aantal andere terreinen nog aanpassingen
in bestaande wetgeving noodzakelijk om tot ratificatie over te kunnen gaan9. In het najaar informeer ik u over het vervolg en verwacht ik u een nog meer specifieke
tijdsplanning te kunnen geven.
Naast het wetgevingsproces om tot ratificatie over te kunnen gaan, blijf ik werken
aan het verbeteren van de toegankelijkheid en participatie voor mensen met een beperking.
Ik wil hier een impuls aan geven de komende periode vanuit een meer programmatische
aanpak, zoals ook in Europese deel van Nederland is gebeurd via het programma Onbeperkt
meedoen! Begin november organiseer ik op Bonaire een congres om het met alle betrokkenen
te werken aan de opzet van deze aanpak. Vermeldenswaardig is dat aansluitend op dit
congres de allereerste editie van de Special Olympics Kingdom Games wordt georganiseerd.
Een tweedaags sportevenement met 200 atleten uit alle zes Caribisch eilanden en Europees
Nederland.
Ontwikkelingen informatievoorziening Caribisch Nederland
In de huidige situatie werkt een deel van de zorginstellingen in Caribisch Nederland
nog met papieren patiëntendossiers. Daar waar er wel sprake is van digitalisering
is er geen sprake van gestructureerde uitwisseling van gegevens; net als in Europees-Nederland
is het applicatielandschap op de eilanden gefragmenteerd. De zorgaanbieders werken
grotendeels met een eigen informatiesysteem. Dit geldt ook voor de ziekenhuizen op
Curaçao, Aruba en St. Maarten en in Colombia, waar medische uitzendingen naartoe plaatsvinden.
Het kunnen uitwisselen en kunnen beschikken over de juiste gegevens is cruciaal voor
patiënten en de betrokkenen in het zorgnetwerk. Daarnaast is het van belang voor de
samenwerking binnen het Koninkrijk. Om een solide basis te leggen voor betere elektronische
gegevensuitwisseling onderzoek ik de mogelijkheden van een (regionaal) elektronisch
patiënten dossier voor de eilanden. Ik onderzoek hierbij in welke mate de coalitieakkoord-middelen
(bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) voor standaardisatie van gegevensuitwisseling in de zorg voor Caribisch Nederland
kunnen worden ingezet.
In mijn verkenning hou ik rekening met de recentelijk opgestelde Nationale Visie en
Strategie voor het gezondheidsinformatiestelsel. Hierbij is het belangrijk te melden
dat het comply explain principe van toepassing is. De samenhang met Europees-Nederlandse ontwikkelingen
is belangrijk, maar voor Caribisch Nederland is maatwerk het uitgangspunt en zal vaker
sprake zijn van explain.
Toezicht jeugdzorg
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heeft in januari op Bonaire de kwaliteit
van de pleegzorg bij Zorg en Jeugd Caribisch Nederland (ZJCN) en de kwaliteit van
de residentiële jeugdzorg bij Stichting Project onderzocht. Gezien de uitkomsten van
het toezicht en mijn verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg in Caribisch Nederland,
stuur ik de rapporten met deze brief mee en informeer ik uw Kamer hierbij over de
wijze waarop ZJCN opvolging zal geven aan de uitkomsten van de beide rapporten.
Pleegzorg
Pleegzorg wordt in Caribisch Nederland uitgevoerd door de afdeling Jeugdzorg van ZJCN.
De beoordeling van de IGJ van de kwaliteit van de pleegzorg door ZJCN is matig. Het
rapport maakt inzichtelijk welke kwaliteitsnormen nog onvoldoende worden behaald.
Die raken op verschillende punten de transitie die de afdeling Jeugdzorg vanaf 2019
heeft gemaakt om te werken vanuit 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur. De jeugdzorgprofessionals
geven sindsdien uitvoering aan zowel ambulante gezinsbeleiding, de kinderbeschermingsmaatregelen
áls de pleegzorgbegeleiding, waar dit voorheen nog in verschillende teams was ondergebracht.
De inspectie is positief over de gezinsgerichte aanpak, maar constateert ook dat het
planmatig en doelgericht werken ten aanzien van het pleeggezin nog onvoldoende is
en dat de risico’s rondom een pleegzorgplaatsing onvoldoende worden ingeschat. ZJCN
werkt aan een verbeterplan om uitvoering te geven aan de verbeterpunten die de inspectie
heeft geconstateerd. Daarin neemt ZJCN mee wat er nodig is zodat jeugdzorgprofessionals
voldoende tijd hebben binnen hun «caseload» om pleeggezinnen te begeleiden en proactief
te handelen.
Residentiële jeugdzorg
Stichting Project ontvangt een instellingssubsidie van VWS op basis van de kaderregeling
subsidies OCW SZW en VWS voor de uitvoering van residentiele jeugdzorg op Bonaire.
De beoordeling van de kwaliteit van de residentiële jeugdzorg door Stichting Project
is onvoldoende. De IGJ heeft besloten Stichting Project onder verscherpt toezicht
te stellen voor de duur van 9 maanden.
De kwaliteit van zorg bij Stichting Project heeft al langer mijn aandacht. Ik zie
dat de stichting hard werkt om de kwaliteit te verbeteren. Om dat proces te ondersteunen,
heb ik opdracht gegeven tot een actieonderzoek dat in januari van start is gegaan
en een looptijd van 12 maanden heeft, met als doel een behandelaanbod te realiseren
dat aansluit bij de complexe problematiek van de jongeren die Stichting Project opvangt.
Het actieonderzoek ziet onder andere op het implementeren van een passende methodiek
en deskundigheidsbevordering van de medewerkers. Verder wordt op dit moment geworven
voor een gedragswetenschapper die een belangrijke rol heeft ten aanzien van het opstellen
van begeleidingsplannen voor de jongeren, het inschatten van risico’s en het inzicht
bieden aan medewerkers in de achterliggende problematiek van de jongeren.
Ik heb Stichting Project gevraagd om samen met de onderzoekers van het actieonderzoek
aan de slag te gaan met de verbeterpunten. Daarnaast is Stichting Project samen met
Jeugdzorg door middel van gezamenlijke werksessies bezig om de verbeterpunten die
de onderlinge samenwerking betreffen, op te pakken. ZJCN monitort de voortgang op
de verbeterpunten in een 8-wekelijks overleg met de directeur en leden van de Raad
van Toezicht van Stichting Project.
Naast de kwaliteit van de residentiele jeugdzorg bij Stichting Project heeft de financiële
verantwoording over de instellingssubsidie aan Stichting Project mijn aandacht. Stichting
Project heeft bij de verantwoording over 2021 geen goedkeurende accountantsverklaring
kunnen overleggen. Op basis van de beleidsregels handhaving subsidiebepalingen VWS
kan ik op de subsidie een bedrag van minstens 20% in mindering brengen. Voor een stichting
van een kleine omvang en die voor de financiering volledig afhankelijk is van de subsidie
van VWS heeft dit enorme gevolgen. Bovendien zou deze korting ook de kwaliteitsimpuls
van het actieonderzoek teniet doen. Gezien het beperkt beschikbare aanbod op Bonaire
is het noodzakelijk dat de residentiele hulpverlening en begeleiding door Stichting
Project gecontinueerd wordt. Hoewel dit leidt tot een onrechtmatigheid, heb ik daarom
besloten af te wijken van de beleidsregels en een percentage van 3% toe te passen.
De stichting heeft de implementatie van de verbeteringen versneld uitgevoerd en heeft
over de verantwoording over 2022 wel een goedkeurende accountantsverklaring kunnen
overleggen.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. van Ooijen
Indieners
-
Indiener
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport