Brief regering : Afwikkeling restgeschil LEVVEL
36 200 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2023
Nr. 79
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 juni 2023
Op 20 mei 2022 is de Kamer geïnformeerd over de stand van zaken van het project Afsluitdijk
en over overeenstemming die Rijkswaterstaat en opdrachtnemer LEVVEL hadden bereikt
over vergoedingen voor extra uitgevoerd werk en het opsplitsen van de projectopdracht1.
In die brief is ook aangeven dat Rijkswaterstaat en LEVVEL over een aantal geschilpunten
nog geen overeenstemming hadden bereikt. Een Commissie van Deskundigen zou om advies
gevraagd worden over de afwikkeling van deze punten en de hoogte van het te verrekenen
bedrag.
Dit is achteraf niet nodig gebleken, Rijkswaterstaat en LEVVEL zijn gezamenlijk ook
hier tot overeenstemming gekomen. De vergoeding aan LEVVEL bedraagt € 78,7 mln en
is daarmee lager dan de, in de brief van 20 mei 2022 gemelde vastgestelde bovengrens
van € 87 mln.
Daarnaast is met LEVVEL overeenstemming bereikt over de hoogte van de afrekening voor
het uit de scope halen van de Bestaande Spuimiddelen (BSM). In de Wijzigings- en Vaststellingsovereenkomst
was als bovengrens een bedrag van € 62,9 mln. opgenomen. Met LEVVEL is een bedrag
van € 49,6 mln. overeengekomen. Met dit resultaat is sprake van een vrijval van € 13,3
mln.
In totaal is er als gevolg van deze uitkomsten een vrijval van € 21,6 miljoen. Dit
bedrag vloeit terug naar de investeringsruimte op het Deltafonds.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat