Brief regering : Stand van zaken over de doorgaande leer- en ontwikkellijn tussen voorzieningen voor het jonge kind en onderwijs
31 322 Kinderopvang
31 293 Primair Onderwijs
Nr. 507 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP EN VAN SOCIALE ZAKEN
EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 juni 2023
In de procedurevergadering van 16 mei 2023 heeft de vaste commissie voor Sociale Zaken
en Werkgelegenheid de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs en de Minister
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verzocht om een brief met de stand van zaken
over de doorlopende leerlijn van kinderen, van kinderopvang tot het basisonderwijs,
waarbij onder andere in wordt gegaan op de stand van zaken van het advies van de Onderwijsraad
over een doorgaande lijn tussen voorzieningen voor het jonge kind en onderwijs.
De stand van zaken over de samenwerking tussen de kinderopvang en het basisonderwijs,
met daarin een overzicht van knelpunten en oplossingsrichtingen, wordt beschreven
in de Kamerbrief inzake de motie van de leden Sahla ren Maatoug (Kamerstuk 31 322, nr. 458).1 Een verdere versterking van de samenwerking tussen kinderopvang en onderwijs draagt
bij aan een doorlopende leer- en ontwikkellijn voor kinderen. Deze brief is door u
ook geagendeerd in het aankomende Commissiedebat over de doorgaande leer- en ontwikkellijn.
De Onderwijsraad werkt momenteel op verzoek van uw Kamer aan een advies over een doorgaande
leer- en ontwikkellijn tussen voorzieningen voor het jonge kind en onderwijs, die
kan bijdragen aan gelijke onderwijskansen. De Onderwijsraad zal uw Kamer middels een
briefadvies eind oktober informeren. De Ministeries van OCW en SZW reageren na oplevering
schriftelijk op het advies van de Onderwijsraad.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid