Brief regering : Rechtertekort en opleidingscapaciteit rechterlijke ambtenaren
29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde
Nr. 799
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 juni 2023
Tijdens het commissiedebat Rechtspraak op 9 november 2022 (Kamerstuk 29 279, nr. 747) heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de stand van zaken als het gaat om
de capaciteit bij de opleiding voor rechters en raadsheren. In deze brief doe ik de
toezegging gestand. Ik zal daarbij eerst ingaan op het rechtertekort en de ontwikkeling
van de rechtercapaciteit.
Uw Kamer heeft eerder aandacht gevraagd voor het capaciteitstekort in de rechtspraak
en de hiermee verband houdende achterstanden.1 Dit capaciteitstekort heeft verschillende oorzaken, waaronder de financiële ruimte
van de rechtspraak in voorgaande jaren, de toenemende complexiteit van zaken en wetgeving,
het begeleiden van rechters en raadsheren in opleiding (door het verhogen van de opleidingscapaciteit),2 maar voornamelijk de sinds 2017 toenemende uitstroom van rechters en raadsheren wegens
pensionering, de zogenoemde leeftijdsgebonden uitstroom.3 De gemiddelde pensioenleeftijd van rechters en raadsheren ligt momenteel rond 68
jaar. Veel rechters en raadsheren hebben deze leeftijd inmiddels bereikt of zullen
deze binnenkort naderen. Dit blijkt uit de door de Raad voor de rechtspraak (Rvdr)
aangeleverde gegevens van 5 juni 2023, waarop ik mij in deze brief mede baseer. De
Rvdr voorziet in de periode van 2023 tot en met 2030 een verdere stijging van de leeftijdsgebonden
uitstroom.
Maatregelen capaciteitstekort
De Rvdr heeft al verschillende maatregelen genomen om het capaciteitstekort terug
te brengen. Een van de genomen maatregelen is het structureel ophogen van de jaarlijkse
opleidingscapaciteit (in 2020) van rechters en raadsheren van 80 naar 130 bij de gerechten
en het Studiecentrum Rechtspleging (hierna: SSR). De belangstelling voor de opleiding
van rechters en raadsheren is groot: in 2021 en 2022 hebben zich respectievelijk 680
en 626 kandidaten voor 130 plaatsen gemeld. Zowel in 2021 als 2022 is het dan ook
gelukt om binnen de grenzen van de opleidingscapaciteit het maximale aantal van 130
rechters-en-raadsheren-in-opleiding (hierna: r(h)io’s) te werven.4 De verwachting van de Rvdr is dat – met de nodige inspanningen – het de komende jaren
eveneens gaat lukken om 130 r(h)io’s per jaar te werven. Zo wordt bijvoorbeeld gewerkt
aan een landelijke wervingscampagne gericht op rechters en raadsheren. Op peildatum
1 april 2023 zijn er in totaal 264 r(h)io’s.
De Rvdr heeft ook andere maatregelen genomen om het capaciteitstekort terug te dringen.
Zo is de afgelopen jaren geïnvesteerd in ondersteunend personeel door de personeelscapaciteit
van gerechtsjuristen en administratieve medewerkers te vergroten.5 Verder is meer aandacht besteed aan het rooster- en planproces, waaronder het invoeren
van gerecht overstijgende strategische personeelsplanning. Hiermee wordt beter inzicht
verkregen in de meerjarige behoefte aan personeel. Om rechters en raadsheren te ontlasten
van ondersteunende projectwerkzaamheden en managementtaken zijn daarnaast diverse
initiatieven gestart.
Als extra maatregel kan in dit verband tevens worden vermeld de inzet van de zogenoemde
70 plus rechters- en raadsheren-plaatsvervangers op basis van artikel 2.2 van de Tweede
Verzamelspoedwet COVID-19 (hierna: 70 plus regeling). Deze regeling draagt – naar
schatting met 20 fte per jaar – bij aan het tijdelijk ophogen van de totale rechtercapaciteit.6 Het wetsvoorstel, dat deze maatregel – in licht gewijzigde vorm – voortzet in de
Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, is op 16 mei jl. bij uw Kamer ingediend.7 De verwachting is dat de voorgestelde nieuwe 70 plus regeling tot medio 2029 extra
rechtercapaciteit zal opleveren.
Stand van zaken capaciteit
Het opleiden van nieuwe r(h)io’s – uitgegaan van 130 per jaar – levert vanaf 2023
een aanzienlijke toename van de instroom van het aantal rechters en raadsheren op.
De prognose van de Rvdr laat zien dat de totale rechtercapaciteit in 2023 naar verwachting
met circa 60 fte zal toenemen. De verwachte effecten van de 70 plus regeling zijn
in deze prognose meegenomen. Hiermee wordt in eerste plaats de leeftijdsgebonden uitstroom
opgevangen. Gelet op de toenemende leeftijdsgebonden uitstroom zal de uitbreiding
van de totale rechtercapaciteit in de jaren hierna slechts geleidelijk merkbaar zijn.8 Op basis van de geprognosticeerde uitstroom en instroom van 806 respectievelijk 884
rechters en raadsheren in de periode 2023 tot 2030, is de verwachting dat de totale
rechtercapaciteit in 2030 met circa 80 rechters en raadsheren zal stijgen.9
Opleiding rechters en raadsheren
Op dit moment ziet de Rvdr geen aanleiding om de opleidingscapaciteit bij de gerechten
en SSR verder uit te breiden. Zoals hierboven beschreven kan met de instroom van 130
r(h)io’s per jaar op korte termijn worden voorzien in de vervangingsbehoefte van de
leeftijdsgebonden uitstroom en neemt de rechtercapaciteit in de jaren hierna geleidelijk
toe. Daar komt bij dat met het ophogen van de opleidingscapaciteit van 80 naar 130
bij de gerechten en SSR voorlopig het maximale (aan absorptievermogen) is bereikt.
Dit heeft onder meer te maken met de praktijkbegeleiding van r(h)io’s die gevolgen
heeft voor de inzetbaarheid van ervaren rechters bij de afdoening van zaken: het opleiden
kost eveneens capaciteit.10 Ook wordt bij het geven van colleges/trainingen van SSR gebruik gemaakt van docenten
die werkzaam zijn als rechter of raadsheer bij de gerechten. Een evaluatie van het
opleidings- en selectiestelsel is door de Rvdr voorzien in 2024.
In het commissiedebat Rechtspraak op 9 november jl. is door Kamerlid Sneller (D66)
gevraagd of ik mogelijkheden zie voor het herinvoeren van de (in 2014 afgeschafte)
raio-opleiding. Voor herintroductie van de raio-opleiding, als oplossing van het capaciteitsprobleem
binnen de rechterlijke macht, zijn volgens de Rvdr vooralsnog geen aanknopingspunten.
De volgende overwegingen liggen hieraan ten grondslag.
De raio-opleiding leverde destijds iets minder dan de helft van de rechters. Het grootste
gedeelte van de rechters waren zij-instromers, juristen met tenminste 6 jaar relevante
werkervaring elders, die in een periode van gemiddeld 1 jaar tot rechter werden opgeleid.
Daarnaast kenden de gerechtshoven geen raio-opleiding. Veel raadsheren bij de gerechtshoven
waren (oud) rechters van de rechtbanken of zij-instromers, ervaren juristen met tenminste
10 jaar relevante werkervaring elders. Het ging hierbij om (zeer) geringe aantallen.
Verder beschikte de raio-opleiding jaarlijks over 60 opleidingsplaatsen, waarvan gemiddeld
55 werden vervuld. De raio-opleiding had een uitvalpercentage van gemiddeld 19%. Bij
de zij-instromers lag dit gemiddelde op 25%. De huidige r(h)io-opleiding kent op dit
moment een uitvalspercentage van gemiddeld 13%. Tot slot duurde de raio-opleiding
in totaal zes jaar, inclusief een buitenstage van twee jaar. Feitelijk kwamen de meeste
raio’s niet rechtstreeks vanaf de universiteit in opleiding, maar hadden al geruime
tijd ervaring in een juridische functie. Afhankelijk van de inhoud van die werkervaring
kon de buitenstage aan het eind van de opleiding daarom al vaak worden bekort.
De nieuwe r(h)io-opleiding is in januari 2013 van start gegaan en geldt niet alleen
voor de rechtbanken maar ook voor de hoven. Het uitgangspunt bij de invoering van
de r(h)io-opleiding was om zoveel mogelijk goede elementen van de raio-opleiding te
behouden en daarnaast meer maatwerk te bieden, onder meer wat betreft de duur van
de opleiding. De duur van de opleiding is gebaseerd op de reeds opgedane werkervaring:
in beginsel vier jaar voor kandidaten tussen de twee en zes jaar werkervaring of twee
jaar voor kandidaten met meer dan zes jaar werkervaring. Gemiddeld genomen duurt het
33 maanden totdat een r(h)io volledig inzetbaar is. De buitenstage van twee jaar is
niet meer teruggekeerd in de r(h)io-opleiding, omdat daaraan in toenemende mate geen
behoefte bleek te bestaan.
Dit brengt kort samengevat met zich dat er met de huidige r(h)io-opleiding meer rechters
en raadsheren worden geworven en opgeleid dan tijdens de raio-opleiding het geval
was.
Slotwoord
Als Minister voor Rechtsbescherming hecht ik veel waarde aan tijdige en kwalitatieve
rechtspraak. Voldoende capaciteit is hiervoor essentieel. Ik blijf daarom voortdurend
in gesprek met de Rvdr om het rechtersambt zo aantrekkelijk mogelijk te maken en zal
de Rvdr de benodigde ondersteuning bieden om dit te bereiken. Hierbij verwijs ik nadrukkelijk
naar de prijsafspraken 2023–2025 van € 155 miljoen,11 waar onder meer rekening is gehouden met het aantrekken van rechters en ander personeel
en investeringen in digitalisering en innovatie, en de CAO-rechterlijke macht waarin
een voorlopig akkoord is bereikt op het gebied van salaris en veiligheid en incidentele
tegemoetkomingen voor werkdruk.12 Capaciteitsuitbreiding blijft noodzakelijk voor het tijdig behandelen van rechtszaken
en het inlopen van de achterstanden. Dit heeft een belangrijke invloed op het verlagen
van de werkdruk binnen de rechtspraak en het vergroten van de voorspelbaarheid richting
rechtszoekenden.
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming